Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- Als u allergisch (overgevoelig) bent voor adenosine of voor één van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder rubriek 6. Tekenen van een overgevoeligheidsreactie zijn: huiduitslag, problemen met slikken of ademhalen, zwelling van uw lippen, gezicht, keel of tong.
- Als u een zeer lage bloeddruk (ernstige hypotensie) hebt.
- Als u instabiele angina (pijn op de borst) hebt die niet onder controle is door behandeling met geneesmiddelen.
- Als u astma (aanvalsgewijs optredende benauwdheid door kramp van de spieren van de luchtwegen en zwelling van het slijmvlies van de luchtwegen) of een ander ernstig ademhalingsprobleem hebt.
- Als u het geneesmiddel dipyridamol gebruikt om het bloed te verdunnen.
- Als u een hartaandoening hebt waarbij het hart onvoldoende bloed rondpompt.
- Als u hartritmeproblemen hebt en geen pacemaker hebt (tweede- of derdegraads AV-blok, sick- sinussyndroom).
Adenoscan PIL 221211
- Als u het lange-QT syndroom (LQTS) hebt. Dit is een zeldzame hartritmestoornis die kan leiden tot een snelle hartslag en flauwvallen.
Gebruik dit geneesmiddel niet als één van de bovenstaande situaties op u van toepassing is. Als u twijfelt, raadpleeg dan uw arts of verpleegkundige voordat u Adenoscan toegediend krijgt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Overleg met uw arts of verpleegkundige voordat u Adenoscan toegediend krijgt:
- Als u een laag bloedvolume (hypovolemie) hebt dat niet voldoende wordt gecorrigeerd door de behandeling met geneesmiddelen.
- Als u problemen hebt met het deel van uw zenuwstelsel dat het “autonome zenuwstelsel” genoemd wordt.
- Als u vernauwingen hebt in de belangrijkste slagaders in de nek (halsslagader). Dit betekent dat er onvoldoende bloed wordt aangevoerd naar de hersenen (cerebrovasculaire insufficiëntie).
- Als u toevallen of stuipen hebt of ooit hebt gehad.
- Als u benauwdheid door kramp van de spieren van de luchtwegen (bronchospasmen) hebt.
- Als u een hartaandoening hebt die wordt veroorzaakt door vernauwing van de hartkleppen (hartklepstenose).
- Als het zakje rond uw hart ontstoken is (pericarditis) of rond uw hart vloeistof aanwezig is (pericard-effusie).
- Als u een links-rechtsshunt in uw hart hebt. Dit betekent dat bloed rechtstreeks van de linkerkant van uw hart naar de rechterkant stroomt.
- Als u een vernauwing hebt van de linker hoofdslagader die bloed naar uw hart voert (stenose van de hoofdstam van de linker coronaire arterie).
- Als u recent een hartaanval of ernstig hartfalen hebt gehad, of in het afgelopen jaar een harttransplantatie hebt ondergaan.
- Als u een afwijkend hartritme hebt. Bijvoorbeeld als uw hartslag heel snel of onregelmatig is (atriumfibrillatie of atriumflutter), en in het bijzonder als u een “accessoire geleidingsbundel” hebt.
- Als u een licht hartprobleem hebt , bijvoorbeeld een bepaalde stoornis in de geleiding van het hart leidend tot ritmestoornissen (eerstegraads AV-blok of bundeltakblok). Deze aandoeningen kunnen tijdelijk verergeren als u Adenoscan gebruikt.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Adenoscan nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan? Vertel dat dan uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dat geldt ook voor kruidengeneesmiddelen en geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft. Adenoscan kan namelijk de werking van bepaalde andere geneesmiddelen beïnvloeden. Andere geneesmiddelen kunnen ook invloed hebben op de werking van Adenoscan.
Overleg vooral met uw arts of verpleegkundige als u één van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
- Dipyridamol (geneesmiddel om het bloed te verdunnen). Zorg ervoor dat uw arts weet dat u dipyridamol gebruikt. Uw arts kan u, 24 uur voordat u Adenoscan krijgt, opdragen het gebruik van dipyridamol te staken of u een veel lagere dosis Adenoscan toedienen.
- Aminofylline, theofylline of andere xanthines (geneesmiddelen om de ademhaling te stimuleren). Uw arts kan u, 24 uur voordat u Adenoscan krijgt, opdragen het gebruik van deze middelen te staken.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Vermijd voedsel en dranken die xanthine bevatten, zoals thee, koffie, chocolade en cola, tenminste 12 uur voordat u Adenoscan krijgt toegediend.
Zwangerschap en borstvoeding
Overleg met uw arts of verpleegkundige voordat u dit geneesmiddel krijgt als u:
- zwanger bent, zwanger wilt worden of denkt dat u zwanger bent. U mag Adenoscan alleen toegediend krijgen als dit echt noodzakelijk is.
- borstvoeding geeft. U mag Adenoscan niet toegediend krijgen.
Adenoscan PIL 221211
Wilt u zwanger worden, bent u zwanger of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u geneesmiddelen gebruikt.
Als u jonger bent dan 18 jaar
Het gebruik van Adenoscan bij kinderen en jongeren (jonger dan 18 jaar) is niet onderzocht.
Stoffen in dit middel waarmee u rekening moet houden
Natrium: Adenoscan bevat 35,4 mg natrium per injectieflacon (10 ml). U mag per kilogram lichaamsgewicht 0,99 mg natrium toegediend krijgen. Patiënten met een natriumarm dieet moeten rekening houden met de aanwezigheid van natrium in Adenoscan.