Welke stoffen zitten er in dit medicijn?
-
De werkzame stof in dit medicijn is adenosine.
-
De andere stoffen in dit medicijn zijn natriumchloride (zie rubriek 2) en water voor injecties.
Elke ampul van 2 ml Adenosine Hikma bevat 6 mg adenosine.
Elke ml oplossing voor injectie bevat 3 mg adenosine.
Hoe ziet Adenosine Hikma eruit en wat zit er in een verpakking?
Adenosine Hikma is een heldere, kleurloze, steriele oplossing voor injectie, praktisch vrij van deeltjes.
Elke verpakking bevat 10 ampullen.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Hikma Farmacêutica (Portugal), S.A. Estrada do Rio da Mó, 8 A-B – Fervença 2705-906 Terrugem SNT
Portugal
Fabrikant
Hikma Italia S.p.A.
Viale Certosa, 10
27100 Pavia
Italië
Ingeschreven in het register onder:
Adenosine Hikma 6 mg/2 ml, oplossing voor injectie – RVG 124384
Dit medicijn is geregistreerd in lidstaten van de Europese Economische Ruimte onder de volgende namen:
Nederland
|
Adenosine Hikma 6 mg/2 ml, oplossing voor injectie
|
België
|
Adenosine Hikma 6 mg/2 ml Injektionslösung / Solution
|
|
injectable / Oplossing voor injectie
|
Frankrijk
|
Adenosine Hikma 6 mg/2 ml, solution injectable
|
Duitsland
|
Adenosin Hikma 6 mg/2 ml Injektionslösung
|
Italië
|
Adenosina Hikma
|
Oostenrijk
|
Adenosin Hikma 6 mg/2 ml Injektionslösung
|
Portugal
|
Adenosina Hikma
|
Spanje
|
Adenosina Hikma, 6 mg/2 ml, Solución inyectable
|
Verenigd Koninkrijk / Ierland
|
Adenosine, 6 mg/2 ml, Solution for injection
|
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in november 2021.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
• Dosering en wijze van toediening
Adenosine Hikma mag enkel worden gebruikt in een ziekenhuismilieu waar men beschikt over monitoring en medicijnen voor cardiorespiratoire reanimatie die onmiddellijk beschikbaar zijn indien nodig.
Dosering
Volwassenen
Aanvangsdosis: 3 mg toegediend in de vorm van een snelle intraveneuze bolus (gedurende 2 seconden).
Tweede dosis: indien de eerste dosis de supraventriculaire tachycardie niet in 1 tot 2 minuten stopzet, wordt 6 mg toegediend, ook in de vorm van een snelle intraveneuze bolus.
Derde dosis: indien de tweede dosis de supraventriculaire tachycardie niet in 1 tot 2 minuten stopzet, wordt 12 mg toegediend, ook in de vorm van een snelle intraveneuze bolus.
Aanvullende of hogere doses worden niet aanbevolen.
Pediatrische patiënten
Tijdens de toediening van adenosine moet apparatuur voor cardiorespiratoire reanimatie klaarstaan om indien nodig onmiddellijk te worden gebruikt.
Adenosine dient alleen te worden gebruikt onder voortdurende observatie van de patiënt en gelijktijdige ECG-controle tijdens toediening.
De aanbevolen dosering voor de behandeling van paroxysmale supraventriculaire tachycardie bij pediatrische patiënten is:
-
eerste bolus van 0,1 mg/kg lichaamsgewicht (maximale dosis van 6 mg)
-
indien nodig om de aanval van supraventriculaire tachycardie te beëindigen extra bolusinjecties met ophogingen van 0,1 mg/kg lichaamsgewicht (maximale dosis van 12 mg).
Ouderen
Zie aanbevolen dosering voor volwassenen.
Wijze van toediening
Adenosine moet worden toegediend door medicijn van snelle intraveneuze (IV) bolusinjectie volgens het oplopende doseringsschema hierboven. Om er zeker van te zijn dat de oplossing de systemische bloedsomloop bereikt, dient Adenosine ofwel rechtstreeks in een ader ofwel via een IV-lijn te worden toegediend. Indien adenosine wordt toegediend in een IV-lijn, moet het zo proximaal mogelijk worden geïnjecteerd en worden gevolgd door een snelle spoeling met fysiologische zoutoplossing. Indien het via een perifere ader wordt toegediend, moet een canule met grote diameter worden gebruikt.
Adenosine mag enkel gebruikt worden wanneer er mogelijkheden bestaan voor hart monitoring. Wanneer bij de patiënt bij een bepaalde dosis een hogegraads AV-blok optreedt, mag geen aanvullende dosis meer worden toegediend.
Diagnostische dosering
Het bovenstaande schema met toenemende doses dient gebruikt te worden totdat voldoende diagnostische informatie is verkregen.
• Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit medicijn niet met andere medicijnen gemengd worden.
• Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Geen bijzondere vereisten.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient in overeenstemming met lokale voorschriften te worden vernietigd.