Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- u bent allergisch voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder rubriek 6
- als bij u een verlaging van het aantal bloedplaatjes (bloedcellen die helpen bij het stollen van het bloed) is geconstateerd die veroorzaakt werd door een eerdere behandeling met nadroparine
- als u bloedingen of een bloederziekte heeft door stollingsstoornissen of door een verlaagd aantal bloedplaatjes, tenzij bij u bloedstolsels zijn geconstateerd
- als u een ernstige verhoogde bloeddruk heeft
- als u een bloedende maag- of darmzweer heeft
- als u een aandoening heeft van het oognetvlies, veroorzaakt door verhoogde bloeddruk of diabetes
- bij operaties aan de hersenen, het oog of het ruggenmerg
- als u een lumbale punctie ondergaat (aftappen van vocht uit een holte onderaan een ruggenwervel)
- als u een plaatselijke verdoving krijgt door middel van bijvoorbeeld een “ruggenprik” (bij een geplande (electieve) chirurgische ingreep )
- als u een bloeding in de hersenen heeft gehad (Cerebrovasculair Accident ofwel CVA)
- als u een bacteriële hartinfectie heeft (infectieuze endocarditis)
- als u ernstige stoornissen in de werking van de nieren heeft. U mag dit middel dan niet gebruiken voor de behandeling van aandoeningen die worden veroorzaakt door bloedstolsels, een
beklemmend pijnlijk gevoel op de borst (angina pectoris) of een bepaalde vorm van hartinfarct (non-Q-wave myocardinfarct)
Vertel uw arts als u denkt dat één van de bovenstaande punten op u van toepassing is. Indien dit het geval is, mag u dit middel niet gebruiken.
Vanwege de aanwezigheid van benzylalcohol (conserveringsmiddel) mogen de injectieflacons van 2 ml, 5 ml en 15 ml niet worden gebruikt bij te vroeg geboren kinderen en bij kinderen jonger dan 3 jaar.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Voordat u dit middel gebruikt moet uw arts het volgende weten:
• | als u een risico heeft op bloedingen (hemorragie) bijvoorbeeld door: |
- | een maag- of darmzweer |
- | bloedingsstoornissen |
- | ernstig verhoogde bloeddruk |
- | bloedvat (vasculaire) aandoening van het vaatvlies en netvlies van het oog (chorioretina) |
- | recente operatie aan hersenen, ruggenmerg of oog |
• | als u een nier- of leverziekte heeft |
• | als u andere medicijnen gebruikt die bloedstolling kunnen veroorzaken |
Vertel uw arts als u denkt dat één van bovenstaande gevallen op u van toepassing is.
Het is niet bekend of dit middel veilig is of voldoende werkt wanneer het wordt toegediend aan zwangere vrouwen met kunstkleppen in het hart (zie ook rubriek Zwangerschap en borstvoeding).
Omstandigheden waarbij u moet opletten
Dit middel kan bestaande toestanden erger maken, of kan ernstige bijwerkingen veroorzaken. U moet opletten voor bepaalde verschijnselen terwijl u dit middel gebruikt om het risico op problemen te verminderen. Zie voor de omstandigheden waarbij u moet opletten rubriek 4.
- zeer zelden komt afsterven van de huid (huidnecrose) op de plaats van de injectie voor. Het wordt voorafgegaan door bloeduitstortinkjes (purpura) of geïnfecteerde of pijnlijke rode (erythemateuze ) vlekken, al dan niet met algemene verschijnselen. In zulke gevallen moet de behandeling onmiddellijk worden gestopt.
Uw bloed zal regelmatig getest worden:
- in zeldzame gevallen kan dit middel afname van het aantal bloedplaatjes in uw bloed veroorzaken
- dit middel kan de kaliumwaarden in het bloed verhogen. Uw bloed zal regelmatig getest worden in geval van diabetes, een ernstig nierziekte of indien u andere geneesmiddelen gebruikt die de kaliumwaarden kunnen beïnvloeden
Spinale/epidurale anesthesie (ruggenprik)/spinale punctie (afname van vocht met holle naald) en gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen
Patiënten moeten regelmatig gecontroleerd worden op signalen en klachten van neurologische achteruitgang, zoals rugpijn, gevoelsdeficit, motorisch deficit (doof gevoel en zwakte in de onderste ledematen), darm- en/of blaasdisfunctie. Patiënten moeten direct contact opnemen met hun arts als ze een van deze klachten ondervinden.
Gebruik bij kinderen en adolescenten
Dit middel is niet onderzocht bij kinderen. Gebruik bij kinderen en adolescenten wordt daarom niet aanbevolen.
Gebruik bij oudere patiënten
Als u ouder bent dan 65 jaar zal uw arts voor de start van de behandeling uw nierfunctie controleren.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Fraxiparine nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen waarvoor u geen voorschrift nodig heeft.
Tijdens het gebruik van Fraxiparine kan er een wisselwerking ontstaan bij gelijktijdige toediening van de volgende middelen:
- orale antistollingsmiddelen (anticoagulantia) (middelen die worden gebruikt om te voorkomen dat zich bloedstolsels vormen in de aders en de verschillende ruimten van het hart).
- systemische (gluco-) corticosteroïden) (bijnierschorshormonen; middelen die worden gebruikt bij diverse ziektebeelden zoals MS, astma en COPD, eczeem)
- acetylsalicylzuur (middel dat pijnstillend, koortsverlagend en ontstekingsremmend werkt) of andere salicylaten (middelen die pijnstillend, koortswerend, ontstekingsremmend en bloedverdunnend werken)
- niet-steroïdale ontstekkingsremmers (zijn ontstekingsremmende geneesmiddelen die niet behoren tot de groep van de corticosteroïden. Ze worden vaak toegepast bij acute pijn (bijvoorbeeld een blessure) of chronische gewrichtspijn (reuma) en aanvallen van jicht).
- trombocytenaggregatieremmers (middelen die worden gebruikt ter voorkoming van bloedklontering)
De resultaten van schildklieronderzoek kunnen worden beïnvloed. Het is mogelijk dat de hoeveelheid schildklierhormoon in uw bloed toeneemt.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Wees voorzichtig bij het gebruik van bepaalde suikers (dextran). Dextran kan er namelijk voor zorgen dat de werking van dit geneesmiddel wordt versterkt.
Zwangerschap en borstvoeding
Wilt u zwanger worden, bent u zwanger of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u geneesmiddelen gebruikt.
Er is beperkte informatie over de veiligheid van dit middel bij zwangere vrouwen en tijdens borstvoeding. Dit middel kan beter niet gebruikt worden tijdens de zwangerschap en borstvoeding, tenzij er goede redenen voor zijn. Uw arts zal de voordelen voor u afwegen tegen het mogelijke risico voor uw baby.
Het is niet bekend of dit middel veilig is of voldoende werkt wanneer het wordt toegediend aan zwangere vrouwen met kunstkleppen in het hart.
Fraxiparine 2 ml, 5 ml en 15 ml injectieflacons kunnen beter niet gebruikt worden vlak voor of tijdens een bevalling of keizersnede. Het aanwezige conserveermiddel (benzylalcohol) kan een bijwerking veroorzaken bij het ongeboren kind.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er zijn geen gegevens over de effecten van nadroparine op de rijvaardigheid of de mogelijkheid om machines te bedienen bekend.
Stoffen in dit middel waarmee u rekenig moet houden
Fraxiparine 2, 5 en 15 ml injectieflacons bevatten het conserveermiddel benzylalcohol dat schadelijk kan zijn voor het ongeboren kind en voor kinderen jonger dan 3 jaar.
Dit middel bevat latex
De beschermhuls van de naald kan latex bevatten.
Vertel het uw arts als u allergisch bent voor latex.