Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- U bent allergisch (overgevoelig) voor Iopamiro, of andere (contrast)middelen die jodium bevatten;
- U bent allergisch voor één van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder rubriek 6;
- U heeft een overactieve schildklier (manifeste hyperthyroïdie).
- U krijgt momenteel corticosteroïden geïnjecteerd in uw wervelkolom.
Daarnaast mag een onderzoek met Iopamiro aan de hersenen of ruggenmerg niet direct herhaald worden.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
- Een voorgeschiedenis van allergie of astma
- Circulatie problemen, ontsteking van de aders
- Een infectie
- Diabetes
- Sikkelcelziekte (uw lichaam produceert rode bloedcellen met een abnormale vorm, wat leidt tot anemie)
- Hartproblemen waaronder onvoldoende pompkracht van het hart (hartfalen)
- Hoge bloeddruk in de longen
- Nier‐of lever problemen
- Problemen met de schildklier (bij een overactieve schildklier mag u dit middel niet gebruiken, zie ook “Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”) of wanneer uw schildklierfunctie binnenkort wordt getest.
- Myasthenia gravis (een ziekte die leidt tot zwakheid van de spieren)
- Hersentumor of andere hersenziekten
- (Voorgeschiedenis van) epilepsie
- Alcoholisme of verslaving aan andere middelen
- Feochromocytoom (tumor van de bijnier)
- Homocystinurie (een erfelijke aandoening die de spieren, het zenuwstelsel en het hart aantast)
- Ernstige ziekte die het hele lichaam aantast
- Multiple myeloma (ziekte van het beenmerg)
- Abnormale proteïnen in het bloed
- Hoge bloeddruk
- Verhoogd calciumgehalte in het bloed (hypercalciëmie)
- Gevorderde verdikking van de slagaderwand (arteriosclerose)
- Verhoogd urinezuurgehalte in het bloed (hyperuricemie)
- Verminderde uitscheiding van urine (oligurie)
- Verhoogde uitscheiding van urine (polyurie)
Kinderen onder 1 jaar en ouderen kunnen meer vatbaar zijn voor bijwerkingen.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Iopamiro nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken innemen? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Vertel het zeker aan uw dokter als u één of meerdere van de volgende geneesmiddelen gebruikt, aangezien zij invloed kunnen hebben op Iopamiro:
- Pijnstillers
- Neuroleptica of antidepressiva (behandeling voor geestelijke aandoeningen)
- Anti‐emetica (behandeling om braken te voorkomen)
- Metformine (behandeling voor diabetes)
- Antihistaminica (behandeling voor allergieën)
- Bepaalde kalmerende middelen, zogenaamde fenothiazine derivaten
- Vasopressoren zoals papaverine (gebruikt om impotentie (erectiestoornis) te behandelen)
- Diuretica, ACE‐remmers of bèta‐blokkers (geneesmiddelen gebruikt om de hart‐of bloeddruk te behandelen)
- Interleukine‐2 (behandeling voor kanker)
Iopamiro mag niet in de wervelkolom worden geïnjecteerd wanneer u al corticosteroïden op dezelfde manier krijgt toegediend.
Informeer uw arts ook indien u anti‐epileptica gebruikt (voor de behandeling van epileptische stuipen). U dient deze medicijnen te blijven gebruiken en in sommige gevallen kan de behandeling met anti‐epileptica gedurende 48 uur vóór de ingreep worden verhoogd.
Iopamiro kan de resultaten van laboratorium onderzoeken zoals de schildklier functie test, bilirubine, proteïnen of andere stoffen beïnvloeden. Vertel het altijd aan uw dokter of het laboratorium personeel dat u Iopamiro heeft toegediend gekregen.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Het is belangrijk dat u voldoende drinkt aangezien uw lichaam voor en na het radiologisch onderzoek voldoende vloeistoffen moet bevatten.
Indien het onderzoek wordt uitgevoerd voor uw baby of jong kind, verminder de vloeistofinname niet.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Indien u zwanger bent zal uw arts dit product alleen gebruiken als hij/zij ervan overtuigd is dat het belang van het onderzoek opweegt tegen de risico’s.
Als u dit middel krijgt terwijl u borstvoeding geeft mag u 24 uur na de injectie geen borstvoeding geven en dient de afgekolfde melk te worden weggegooid.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u een geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het wordt niet aangeraden om te rijden of machines tebesturen gedurende 1 uur na de injectie omwille van mogelijke reacties. Na een intrathecale administratie , d.w.z een toediening binnen de hersenvliezen of de ruggenmergsvliezen,wordt het gedurende 6 uur niet aangeraden om te rijden of machines te besturen .