Laat kaliumchloride niet toedienen wanneer (een van) de volgende omstandigheden op u van toepassing is:
- Hyperkaliëmie (een te hoog kaliumgehalte in het bloed) en hyperchloremie (een te hoog chloridegehalte in het bloed), die niet het gevolg zijn van een vochttekort;
- Ernstige nierinsufficiëntie (onvoldoende werking van de nieren), met oligurie (verminderde uitscheiding van urine) of anurie (geen urineproductie);
- De ziekte van Addison (onvoldoende werking van de bijnieren).
Men dient extra voorzichtig te zijn met kaliumchloride wanneer (een van) de volgende omstandigheden op u van toepassing is:
- Kaliumzouten moeten heel voorzichtig onder ECG-controle worden toegediend wanneer u lijdt aan hartaandoeningen, zoals myocardinfarct (hartinfarct) of cardiale artitmieën (hartritmestoornissen) of hartfalen of aandoeningen die kunnen leiden tot een te hoog kaliumgehalte in het bloed, zoals onvoldoende werking van de nieren, acute dehydratie (uitdroging van het lichaam) of ernstige weefselbeschadiging (bijvoorbeeld bij ernstige brandwonden).
De toediening van Kaliumchloride CF moet worden uitgevoerd onder regelmatig en zorgvuldig toezicht. Uw arts volgt zorgvuldig uw toestand door een aantal metingen in het bloed uit te voeren en door eventueel een elektrocardiogram (ECG) te maken, vooral wanneer u lijdt aan hart- of nierfalen (onvoldoende werking van hart of nieren). Er wordt tevens gecontroleerd of de urineproductie voldoende is.
Raadpleeg uw arts indien één van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is, of dat in het verleden is geweest.
Zwangerschap
Een te hoog of te laag kaliumgehalte in het bloed leidt tot een verminderde hartfunctie van de moeder en het ongeboren kind. Daarom moet het bloed van de moeder regelmatig worden gecontroleerd. Zolang de waarden in het bloed van de moeder binnen de normale grenzen worden gehouden, mag Kaliumchloride CF volgens de voorschriften worden toegediend tijdens de zwangerschap.
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel toegediend krijgt.
Borstvoeding
Zolang de waarden in het bloed van de moeder binnen de normale grenzen worden gehouden, mag Kaliumchloride CF volgens de voorschriften worden toegediend tijdens de borstvoeding.
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel toegediend krijgt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Dit geneesmiddel heeft, voor zover bekend, geen invloed op de rijvaardigheid of de bekwaamheid om machines te gebruiken.
Toediening van kaliumchloride met andere geneesmiddelen
Sommige geneesmiddelen en behandelingen kunnen een wisselwerking met elkaar aangaan, dat wil zeggen elkaars werking en bijwerkingen versterken of verzwakken. Wanneer u, naast kaliumchloride, ook nog andere geneesmiddelen gebruikt of behandelingen ondergaat, moet u uw arts of apotheker waarschuwen. Dit geldt tevens voor geneesmiddelen die u maar af en toe gebruikt, voor geneesmiddelen die u kort geleden hebt gebruikt en voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt kopen.
Bij gelijktijdige toediening van kaliumchloride kunnen de volgende geneesmiddelen een wisselwerking met kaliumchloride aangaan:
- Geneesmiddelen die de kaliumconcentratie in het bloed verhogen, zoals kaliumsparende diuretica (bepaalde soort plasmiddelen), ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten (bloeddrukverlagende middelen), ciclosporine en tacrolimus (middelen die de natuurlijke afweer onderdrukken) en geneesmiddelen die kalium bevatten.
Gelijktijdig gebruik van kalium en kaliumsparende diuretica dient vermeden te worden.