Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
-
U heeft te horen gekregen dat u ernstige problemen met uw afweersysteem heeft.
-
U heeft een ernstige infectie.
-
U heeft kanker.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt
-
Kesimpta kan er voor zorgen dat het hepatitis B-virus weer actief wordt. Uw arts zal met een bloedonderzoek controleren of u risico op een hepatitis B-infectie loopt. Als uit dat onderzoek blijkt dat u hepatitis B heeft gehad of drager van het hepatitis B-virus bent, zal uw arts u vragen om naar een specialist te gaan.
-
Voordat u start met de behandeling met Kesimpta, kan uw arts besluiten om uw afweersysteem te controleren.
-
Als u een infectie heeft, kan uw arts besluiten dat u Kesimpta niet mag krijgen. Ook kan uw arts uw behandeling met Kesimpta uitstellen tot de infectie is verdwenen.
-
Uw arts zal controleren of u inentingen (vaccinaties) nodig heeft voordat u begint aan uw
behandeling met Kesimpta. Als u een type vaccin nodig heeft dat een levend vaccin of een levend verzwakt vaccin wordt genoemd, dan moet zo’n vaccin minstens 4 weken vóór de start van de behandeling met Kesimpta worden gegeven. Andere soorten vaccins moeten minstens 2 weken vóór de start van de behandeling met Kesimpta worden gegeven.
Tijdens uw behandeling met Kesimpta
Vertel het uw arts:
-
als u een algemene reactie in verband met een injectie krijgt of een plaatselijke reactie op de injectieplaats krijgt. Dit zijn de vaakst voorkomende bijwerkingen van behandeling met Kesimpta en worden beschreven in rubriek 4. Meestal treden deze reacties op in de 24 uur na dat Kesimpta is geïnjecteerd, vooral na de eerste injectie. De eerste injectie moet plaatsvinden onder begeleiding van een zorgprofessional.
-
als u een infectie krijgt. De kans bestaat dat u sneller een infectie oploopt of dat een bestaande infectie erger wordt. Dit komt doordat Kesimpta de immuuncellen aanvalt, die ook helpen bij het bestrijden van infecties. Infecties kunnen ernstig en in sommige gevallen zelfs levensbedreigend zijn.
-
als u van plan bent om u te laten inenten. Uw arts zal u vertellen of het vaccin dat u nodig heeft, een levend vaccin, een levend verzwakt vaccin of een ander soort vaccin is. U mag tijdens de behandeling met Kesimpta niet met levende of levend verzwakte vaccins worden ingeënt, omdat dit een infectie tot gevolg kan hebben. Andere soorten vaccins kunnen minder goed werken als ze tijdens de behandeling met Kesimpta worden gegeven.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u tijdens uw behandeling met Kesimpta te maken krijgt met een van de volgende situaties, want deze kunnen tekenen zijn van een ernstige aandoening:
als u denkt dat uw multiple sclerose erger wordt (zoals zwakte of veranderingen in uw zicht) of als u nieuwe of ongewone verschijnselen opmerkt. Deze verschijnselen kunnen wijzen op een zeldzame hersenaandoening die we progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML) noemen en wordt veroorzaakt door een virusinfectie.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen en jongeren onder de 18 jaar. Het middel is namelijk nog niet onderzocht bij deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Kesimpta nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
In het bijzonder moet u het uw arts of apotheker vertellen:
-
als u geneesmiddelen gebruikt die zorgen dat de afweer van uw lichaam minder hard werkt, of als u dat kort geleden heeft gedaan, of als de mogelijkheid bestaat dat u zulke geneesmiddelen binnenkort gaat gebruiken. De reden hiervoor is dat deze geneesmiddelen een extra effect op het afweersysteem kunnen hebben.
-
als u van plan bent om u te laten inenten (zie hierboven onder “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
U mag niet zwanger worden tijdens uw behandeling met Kesimpta en ook niet binnen 6 maanden nadat u met de behandeling bent gestopt.
Als u zwanger kunt worden, dan moet u een goedwerkende vorm van anticonceptie gebruiken tijdens de behandelingsperiode en ook nog 6 maanden nadat u met Kesimpta bent gestopt. Vraag uw arts naar de mogelijkheden.
Vertel het uw arts meteen als u tijdens de behandelingsperiode, of binnen 6 maanden na de laatste injectie, toch zwanger wordt of denkt dat u zwanger bent. Uw arts zal het dan met u hebben over de mogelijke risico's van Kesimpta op een zwangerschap. De reden hiervoor is dat Kesimpta het aantal immuuncellen (B-cellen) kan verlagen bij zowel de moeder als de ongeboren baby. Uw arts moet uw zwangerschap melden aan Novartis. Naast contact opnemen met uw arts, kunt u uw zwangerschap ook melden door zelf contact op te nemen met Novartis (zie rubriek 6).
Borstvoeding
Kesimpta kan terechtkomen in de moedermelk. Praat met uw arts over de voordelen en risico’s voordat u uw baby borstvoeding geeft in de periode dat u Kesimpta gebruikt.
Inenting van pasgeboren baby’s
Als u Kesimpta heeft gebruikt tijdens uw zwangerschap, moet u uw arts of apotheker om advies vragen voordat u uw pasgeboren baby laat inenten (zie hierboven onder “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is niet waarschijnlijk dat Kesimpta invloed zal hebben op uw rijvaardigheid en op uw vermogen om machines te gebruiken.
Kesimpta bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen “natriumvrij” is.