Wat bevat Mitoxantron PCH 2 mg/ml
- Het werkzame bestanddeel is mitoxantronhydrochloride, overeenkomend met 2 milligram mitoxantron per milliliter.
- De andere bestanddelen (hulpstoffen) zijn natriumchloride, natriumacetaat, azijnzuur en water voor injecties
Mitoxantron PCH 2 mg/ml concentraat voor oplossing voor infusie is verpakt in een glazen fles met een rubberen stop. De flessen zijn beschikbaar in 10 mg/5 ml, 20 mg/10 ml, 25 mg/12,5 ml en 30 mg/15 ml. De flessen zijn verpakt per 1, 5 of 10 flessen.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Pharmachemie BV Swensweg 5 2031 GA Haarlem Nederland
Fabrikant
Pharmachemie BV
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:
België Xantrosin 2 mg/ml concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie Duitsland Mitoxantron-GRY 2 mg/ml Konzentrat zur Herstellung einer Infusionslösung Luxemburg Xantrosin 2 mg/ml
Nederland Mitoxantron 2 mg/ml concentraat voor oplossing voor infusie
In het register ingeschreven onder
RVG 26665
Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in april 2010.
0410.7v.JK
MITOXANTRON PCH 2 MG/ML concentraat voor oplossing voor infusie
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Therapeutische indicaties
Gemetastaseerd mammacarcinoom.
Non-Hodgkin lymfoom, acute niet-lymfocytaire leukemie bij volwassenen (ANLL).
Behandeling van pijn veroorzaakt door voortgeschreden hormoon-refractaire prostaatkanker in combinatie met lage dosis corticosteroïden, wanneer standaardbehandeling met analgetica ontoereikend of ongeschikt is.
Dosering en wijze van toediening
De oplossing dient langzaam (bij voorkeur gedurende 30 minuten) te worden toegevoegd aan een slangetje van een lopend infuus met een fysiologische zoutoplossing of 5% glucoseoplossing. Indien extravasatie optreedt, dient de toediening in een andere ader te worden voortgezet. De kans op ernstige lokale reacties na extravasatie is gering.
Een flacon is voor eenmalig gebruik. Aanbevolen wordt om gebruik te maken van luer lock aansluitingen.
Gemetastaseerd mammacarcinoom, lymfoom monotherapie
De aanbevolen startdosis bij monotherapie is 14 mg/m2 lichaamsoppervlak. Toediening dient per langzame intraveneuze infusie (tenminste 5 minuten, bij voorkeur 30 minuten) te geschieden. De behandeling kan om de 21 dagen herhaald worden. Een lagere startdosis (12 mg/m2 lichaamsoppervlak of minder) wordt aanbevolen bij patiënten met onvoldoende beenmergreserves.
MITOXANTRON PCH 2 MG/ML concentraat voor oplossing voor infusie
Wijziging in de dosering en frequentie van toediening dienen klinisch te worden bepaald op basis van de mate en duur van beenmergdepressie. Als het aantal leukocyten en trombocyten na 21 dagen weer klinisch acceptabel is, kunnen in het algemeen de eerder toegepaste doses worden herhaald.
Leukocyten* | | Trombocyten * | Herstel- | Volgende dosis na voldoende hematologisch |
(per mm3) | | (per mm3) | periode | herstel |
> 1.500 | en | > 50.000 | 21 dagen of | Herhaal de vorige dosis |
| | | minder | |
> 1.500 | en | > 50.000 | > 21 dagen | Wacht tot herstel is opgetreden en herhaal dan |
| | | | de vorige dosis |
< 1.500 | of | < 50.000 | Onbepaald Verlaag de dosis met 2 mg/m2 nadat herstel is |
| | | | opgetreden |
< 1.000 | of | < 25.000 | Onbepaald Verlaag de dosis met 4 mg/m2 nadat herstel is |
| | | | opgetreden |
* nadir na vorige dosis | | |
Gemetastaseerd mammacarcinoom, lymfoom combinatietherapie
Mitoxantron is in verschillende combinaties gebruikt met andere cytostatica:
cyclofosfamide, fluorouracil, vincristine, vinblastine, bleomycine, methotrexaat en glucocorticoïden. Voor informatie over veranderingen in dosering en toediening wordt verwezen naar de verschenen literatuur op dat gebied.
Wanneer mitoxantron gebruikt wordt in combinatie met een ander beenmergremmend geneesmiddel, geldt als richtlijn dat de startdosis verlaagd dient te worden met 2 tot 4 mg/m2 lichaamsoppervlak, in vergelijking met de dosis aanbevolen voor monotherapie. De daarop volgende dosis hangt af van de mate en duur van de beenmergsuppressie, zoals hierboven beschreven.
Acute niet-lymfocytaire leukemie (ANLL) bij volwassenen: monotherapie
De aanbevolen dagelijkse startdosis bij monotherapie is 12 mg/m2 lichaamsoppervlak en wordt eenmaal per dag intraveneus toegediend, gedurende vijf opeenvolgende dagen (totaal 60 mg/m2 lichaamsoppervlak).
In klinische studies waarbij met deze dosering een volledige remissie bereikt werd, was dit het gevolg van de eerste inductiecyclus.
Mitoxantron kan in eenzelfde doseringsschema (12 mg/m2 lichaamsoppervlak per dag, gedurende 5 dagen) toegediend worden voor herinductie na relaps.
Acute niet-lymfocytaire leukemie (ANLL) bij volwassenen: combinatietherapie
Mitoxantron werd met succes gebruikt in combinatie met cytarabine bij de behandeling van acute niet- lymfocytaire leukemie (eerste- en tweedelijns behandeling).
- de aanbevolen startdosis bedraagt 10-12 mg mitoxantron per m2 lichaamsoppervlak gedurende 3 dagen en 100 mg cytarabine per m2 lichaamsoppervlak gedurende 7 dagen (als continu 24 uurs- infuus)
MITOXANTRON PCH 2 MG/ML concentraat voor oplossing voor infusie
- indien een tweede cyclus aangewezen is, worden dezelfde combinatie en dezelfde dagelijkse dosis gebruikt, behalve dat mitoxantron gedurende 2 dagen gegeven wordt en cytarabine gedurende 5 dagen
- indien een levensbedreigende niet-hematologische toxiciteit wordt waargenomen tijdens de eerste cyclus mag een tweede cyclus pas toegediend worden na het verdwijnen van de toxische verschijnselen.
Pediatrie
Omdat de ervaring met mitoxantron bij leukemie in de pediatrie beperkt is, kunnen geen aanbevelingen gedaan worden wat betreft de dosering in deze patiëntgroep.
Palliatieve behandeling van symptomatische hormoon refractaire prostaatkanker
De aanbevolen dosis oraal prednison is 5 mg, twee maal per dag. De aanbevolen dosis mitoxantron is een dosis van 12 mg/m2 lichaamsoppervlak door middel van intraveneuze infusie, eens in de drie weken, waarbij de volgende aanbevelingen in acht worden genomen:
Aantal bloedcellen net vóór de volgende toediening:
Leukocyten | | Granulocyten | Trombocyten | Dosisaanpassing gedurende de volgende |
| | | | cyclus |
> 3 x 109/l | en | >1,5 x 109/l en | > 150 x 109/l | Geen aanpassing van de dosis |
< 3 x 109/l | of | <1,5 x 109/l of | < 150 x 109/l | Vertraag de volgende cyclus met intervallen |
| | | | van een week totdat de vereiste aantallen zijn |
| | | | bereikt |
Aantal bloedcellen op de nadir (10-14 dagen na toediening):
Granulocyten | | Trombocyten | Dosisaanpassing gedurende de volgende cyclus |
< 0,5 x 109/l | of | < 50 x 109/l | Verlaag de dosis met 2 mg/m2 |
> 1,0 x 109/l | en | > 100 x 109/l | Bij minimale niet-hematologische toxiciteit: verhoog de dosis |
| | | met 2 mg/m2 |
Hormonale behandelingen (orchiëctomie, LH-RH agonist, oestrogeen of cyproteronacetaat) dienen voortgezet te worden, maar beëindiging van de behandeling met niet-steroïdale anti-androgenen kan worden overwogen in het kader van het ”anti-androgen withdrawal phenomenon”.
Leverinsufficiëntie
Dosisaanpassing zou nodig kunnen zijn bij patiënten met afwijkende leverfunctietesten.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor mitoxantron of voor een van de hulpstoffen
- reeds bestaande ernstige myelosuppressie
- het geven van borstvoeding
- niet voor intrathecaal gebruik
MITOXANTRON PCH 2 MG/ML concentraat voor oplossing voor infusie
- mitoxantron is niet geïndiceerd voor intra-arteriële injectie.
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Mitoxantron dient te worden toegepast onder direct toezicht van een arts die ervaring heeft op het gebied van de oncologie. Hematologisch onderzoek dient tijdens de behandeling regelmatig te worden uitgevoerd in verband met mogelijke myelosuppressie. Indien deze bijwerking optreedt kan aanpassing van de dosering noodzakelijk zijn.
In verband met het mogelijke optreden van cardiotoxiciteit dient de hartfunctie regelmatig te worden gecontroleerd. Er wordt aangeraden een elektrocardiogram te maken voor en na elke behandelingscyclus. Bij patiënten met een verhoogd risico is het tevens aan te raden een echocardiogram te maken en de ejectiefractie te bepalen, bijvoorbeeld bij patiënten met coronaire insufficiëntie, patiënten die voorafgaand met andere cardiotoxische oncolytica zijn behandeld of met thorax/mediastinale radiotherapie, patiënten met ernstige leverinsufficiëntie en patiënten die met cumulatieve doses van meer dan 160 mg/m2 lichaamsoppervlak mitoxantron worden behandeld.
Een oordeel over de remissieduur van het Non-Hodgkin lymfoom op de lange termijn is nog niet mogelijk, evenmin een oordeel over de bijwerkingen op de lange termijn (in het bijzonder de laat optredende cardiotoxiciteit).
Mitoxantron kan genotoxische effecten hebben. Daarom moet alle patiënten in de vruchtbare leeftijd geadviseerd worden effectieve anticonceptie te gebruiken voor henzelf en/of hun seksuele partner tijdens de behandeling en gedurende zes maanden na het staken van de behandeling.
Mitoxantron is mutageen gebleken in vitro en in vivo in ratten. In dezelfde diersoort werd een mogelijke associatie tussen toediening van het geneesmiddel en de ontwikkeling van maligne neoplasmata gezien.
Mitoxantron kan tot 24 uur na de toediening een blauw-groene verkleuring van de urine en in zeldzame gevallen ook van de sclera veroorzaken. De patiënt dient hierop te worden gewezen.
Myelosuppressie kan ernstiger en langer van duur zijn bij patiënten met een slechte algehele conditie of na voorafgaande chemotherapie en/of radiotherapie.
Mitoxantron dient met voorzichtigheid te worden toegepast bij patiënten met ernstige leverinsufficiëntie, omdat bij deze patiëntgroep de eliminatie van mitoxantron verminderd is.
Infecties dienen behandeld te worden voor aanvang van de behandeling met mitoxantron.
Immunisatie gegeven tijdens de behandeling met mitoxantron kan ineffectief zijn.
Immunisatie met levende virus-vaccins wordt in het algemeen niet aanbevolen.
MITOXANTRON PCH 2 MG/ML concentraat voor oplossing voor infusie
Dit geneesmiddel bevat 0,13 mmol (3,15 mg) natrium per milliliter Dit dient in acht te worden genomen bij patiënten met een zoutbeperkt dieet.
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Mitoxantron versterkt de cardiotoxiciteit van antracyclinen.
Mitoxantron kan in combinatie met andere myelosuppressieve geneesmiddelen de myelotoxiciteit van mitoxantron en/of van het gelijktijdig toegediende geneesmiddel verhogen.
Topoisomerase-II-remmers, inclusief mitoxantron, worden in combinatie met andere antineoplastische middelen en/of radiotherapie geassocieerd met de ontwikkeling van acute myeloïde leukemie of myelodysplastisch syndroom.
Lijst van hulpstoffen
Natriumchloride, natriumacetaat (E 262), azijnzuur (E260), water voor injecties.
Gevallen van onverenigbaarheid
Mitoxantron PCH 2 mg/ml mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen en mag alleen verdund worden met verdunningsvloeistoffen die genoemd worden onder “Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies”.
Houdbaarheid
Ongeopende flacon: 2 jaar.
Vanuit microbiologisch oogpunt dient het verdunde product direct gebruikt te worden. Als het niet meteen gebruikt wordt, is de gebruiker/toediener verantwoordelijk voor de gehanteerde gebruikstermijn en de conditie voor toediening. Normaliter is de termijn in dit laatste geval niet langer dan 24 uur, tenzij verdunnen plaatsgevonden heeft onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische omstandigheden. Zie onder “Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies”.
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C. Niet in de koelkast of vriezer bewaren.
Aard en inhoud van de verpakking
MITOXANTRON PCH 2 MG/ML concentraat voor oplossing voor infusie
Verpakkingsgrootten: 10 mg/5ml (flacongrootte 5ml), 20 mg/10ml (flacongrootte 14ml),
25 mg/12,5ml (flacongrootte14 ml),
30 mg/15ml (flacongrootte 20ml) Verpakkingen van 1, 5 of 10 flacons
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Aard van de verpakking: flacons van glas type I met broombutylrubberen stop.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Mitoxantron PCH 2 mg/ml dient gemengd te worden met tenminste 50 ml van een fysiologische zoutoplossing of een 5% glucose-oplossing als lopend intraveneus infuus.
Mitoxantron PCH 2 mg/ml mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen in hetzelfde infuus. Na verdunnen dient de oplossing voor infusie visueel beoordeeld te worden voor gebruik. Alleen heldere oplossingen, praktisch vrij van zichtbare deeltjes mogen gebruikt worden.
Men dient te vermijden dat Mitoxantron PCH 2 mg/ml in contact komt met huid, slijmvliezen of ogen. Het gebruik van bril, handschoenen en beschermende kleding tijdens bereiding en toediening wordt aanbevolen.
Mitoxantron PCH 2 mg/ml kan vlekken maken. Wanneer de huid per ongeluk met Mitoxantron PCH 2 mg/ml in aanraking is gekomen, dient overvloedig met warm water te worden gespoeld. Voor de ogen gelden de standaard spoeltechnieken.
De volgende schoonmaakprocedure wordt aanbevolen wanneer Mitoxantron PCH 2 mg/ml geknoeid is op materiaal of ondergrond. Bereid een 50% oplossing van vers geconcentreerde bleek (ongeveer 10-13% beschikbaar chloor; elk erkend merkartikel dat natrium- of calcium-hypochloriet bevat) in water. Maak vochtabsorberende tissues nat met de bleekoplossing en breng de tissues aan op de vlekken. De vlekken zijn gedeactiveerd wanneer de blauwkleuring volledig verdwenen is. Pak de tissues op met droge tissues. Reinig het oppervlak met water en droog het met tissues. Tijdens de schoonmaakprocedure dient geschikte veiligheidskleding gedragen te worden. Alle met Mitoxantron PCH 2 mg/ml gecontamineerde materialen (zoals spuiten, naalden, tissues) dienen als toxisch afval te worden vernietigd. Verbranden wordt aanbevolen.
Elk ongebruikt product of afvalmateriaal moet verwerkt worden volgens lokale richtlijnen.