Strimax 2 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie

Strimax 2 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie
Werkzame stof(fen)Mitoxantrone
Toelatingslandnl
VergunninghouderStrides Arcolab
ATC-codeL01DB07
Farmacologische groepenCytotoxische antibiotica en aanverwante stoffen

Patiëntenbijsluiter

Wat is het en waarvoor wordt het gebruikt?

Strimax 2 mg/ml Concentraat voor oplossing voor infusie (in deze hele bijsluiter Strimax genoemd) bevat mitoxantron (als hydrochloride). Dit is een geneesmiddel tegen kanker dat tot de groep geneesmiddelen behoort die 'anthracyclines en verwante verbindingen' wordt genoemd.

Chemotherapie (behandeling met een geneesmiddel tegen kanker) met mitoxantron wordt gebruikt bij de behandeling van borstkanker, leukemie bij volwassenen en non-Hodgkinlymfoom.

Wat moet u weten voordat u het gebruikt?

  • als het wordt toegediend via injectie in de laag vet tussen de huid en spierweefsel (subcutaan), via injectie in een spier (intramusculair), via injectie in de ruimte rond de ruggengraat (intrathecaal) of via injectie in een slagader (intra-arterieel);
  • als u aan ernstige beenmergonderdrukking lijdt;
  • als u borstvoeding geeft (zie voor meer informatie 'Zwangerschap en borstvoeding');
  • als u allergisch bent voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.

Neem contact op met uw arts voordat u Strimax gebruikt:

  • als u beenmergproblemen hebt of als u een slechte algemene gezondheid hebt
    • Uw arts zal uw bloed vaker onderzoeken, vooral met betrekking tot het aantal witte bloedcellen (neutrofielen).
  • als u wordt behandeld met andere soorten chemotherapie en/of radiotherapie tegen kanker
  • als u een hartziekte hebt, eerder bent behandeld met anthracyclines (middelen die tot dezelfde geneesmiddelengroep behoren als mitoxantron) of eerder radiotherapie van de borst hebt gehad dan hebt u een verhoogd risico op ernstigere hartproblemen zoals hartfalen of een verminderde hartfunctie. Mogelijk krijgt u Strimax in de volledige dosis, maar uit voorzorg wordt uw hartfunctie regelmatig onderzocht.
  • als u problemen hebt met uw lever
  • als u een infectie hebt. Elke infectie dient te worden behandeld hetzij voorafgaand aan, hetzij na afloop van de behandeling met Strimax.  U moet weten dat Strimax verkleuring kan veroorzaken van
    • urine (die is mogelijk blauwgroen van kleur tot gedurende één dag na de behandeling)
    • huid en nagels (kunnen blauw gekleurd zijn)
    • ogen (kunnen blauw gekleurd zijn)

Elke verkleuring is tijdelijk en zou maximaal een paar dagen kunnen aanhouden.

Vaccinacties worden niet aanbevolen tijdens uw behandeling met mitoxantron. Sommige vaccins zijn mogelijk niet werkzaam als die worden gegeven op een moment dat u ook mitoxantron gebruikt.

Gebruikt u naast Strimax nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts.

Wanneer Strimax wordt gegeven samen met andere geneesmiddelen die bij de behandeling van kanker worden gebruikt en/of radiotherapie dan veroorzaakt dat mogelijk een bepaald soort bloedkanker (leukemie) of een beenmergaandoening met de naam myelodysplasie.

Bijzondere zorg is nodig als u de volgende geneesmiddelen krijgt tijdens uw behandeling met mitoxantron.

  • geneesmiddelen die mogelijk uw hart beschadigen (bijvoorbeeld anthracyclines) omdat de bijwerkingen

van deze geneesmiddelen op het hart mogelijk ernstiger worden

  • Topoisomerase II-remmers (een groep antikankergeneesmiddelen waaronder mitoxantron) in combinatie met andere chemotherapie en/of radiotherapie. Deze kunnen leiden tot
    • kanker van witte bloedcellen (acute myeloïde leukemie, AML)
    • een beenmergaandoening die afwijkend gevormde bloedcellen veroorzaakt en tot leukemie leidt

(myelodysplastisch syndroom)

• andere geneesmiddelen die mogelijk beenmergonderdrukking veroorzaken.

Mogelijk wordt uw bloed en hart regelmatig onderzocht.

Gebruikt u naast Strimax nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts.

Zwangerschap en borstvoeding

Als u zwanger bent, van plan bent zwanger te worden of als u borstvoeding geeft dan dient u geen Strimax te krijgen tenzij uw arts dit specifiek heeft aanbevolen. Als u borstvoeding geeft dan moet u daarmee stoppen voordat de behandeling begint en uw arts vertelt u wanneer u daar na afloop van de behandeling weer mee kunt beginnen.

Mannen en vrouwen die worden behandeld met dit geneesmiddel moeten tijdens de behandeling en gedurende ten minste 6 maanden na afloop van de behandeling effectieve anticonceptiemiddelen gebruiken.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Er is melding gemaakt dat het gebruik van mitoxantron slaperigheid en verwardheid veroorzaakt. Bestuur geen voertuigen, bedien geen machines en neem niet deel aan activiteiten waarbij u zichzelf of anderen in gevaar zou kunnen brengen als deze symptomen optreden.

Strimax bevat natriummetabisulfiet

Dit geneesmiddel bevat natriummetabisulfiet, dat in zeldzame gevallen mogelijk ernstige overgevoeligheidsreacties en bronchospasme veroorzaakt.

Strimax bevat natrium

Dit geneesmiddel bevat 3,2 mg natrium per 1 ml oplossing. Hiermee dient rekening te worden gehouden door patiënten die een natriumarm dieet volgen.

Hoe wordt het gebruikt?

Strimax is een krachtig geneesmiddel en uw arts zal een aantal onderzoeken bij u willen doen voordat u aan uw behandeling begint. Deze onderzoeken vinden ook plaats in de loop van uw behandeling. Daartoe behoren bloedonderzoeken om uw lever- en nierfunctie in de gaten te houden evenals hartonderzoeken zoals een ECG.

U krijgt uw geneesmiddel toegediend in een ziekenhuis. Het geneesmiddel wordt verdund met een zout- of dextroseoplossing en wordt u in de vorm van een druppelinfuus via een ader toegediend. De dosis die u krijgt is afhankelijk van uw medische gesteldheid, of er tegelijkertijd andere geneesmiddelen moeten worden gegeven en van uw lichaamsoppervlak.

De duur van uw behandeling hangt af van uw lichamelijke gesteldheid en hoe u op de behandeling reageert.

Voor borstkanker en non-Hodgkinlymfoom:

U krijgt gewoonlijk een aanvangsdosis van 14 mg/m2 lichaamsoppervlak. De dosis wordt mogelijk aangepast afhankelijk van uw lichamelijke gesteldheid en van de vraag of u eerder een behandeling tegen kanker hebt gehad. Tussen twee behandelingen zitten normaal gesproken niet minder dan 21 dagen. Hoeveel dagen dit precies zijn, hangt af van uw reactie op het geneesmiddel, die door uw arts in de gaten wordt gehouden. Als Strimax wordt gebruikt samen met (een) ander(e) geneesmiddel(en) dan wordt de aanvangsdosis mogelijk verlaagd tot tussen 10 en 12 mg/m2 lichaamsoppervlak.

Als richtlijn voor combinatietherapie (bijvoorbeeld behandeling met mitoxantron samen met een ander chemotherapeutisch middel, zoals cyclofosfamide en 5-FU, methothrexaat en mitomycine C) geldt dat u 2 tot 4 mg/m2 lichaamsoppervlak minder zou moeten krijgen dan wanneer u wordt behandeld met alleen Strimax.

Voor acute niet-lymfatische leukemie:

Voor exclusief gebruik bij een terugval (wanneer uw kanker is teruggekomen) is de aanbevolen dosis 12 mg/m2 lichaamsoppervlak, die wordt gegeven in de vorm van dagelijks één enkel intraveneus infuus gedurende vijf opeenvolgende dagen.

Wanneer mitoxantron wordt gebruikt in combinatie met andere chemotherapeutische middelen (bijvoorbeeld cytosine arabinoside) dan bepaalt uw arts de precieze dosis van elk geneesmiddel dat u moet krijgen.

Uw dosis moet mogelijk worden aanpast als

  • de combinatie van geneesmiddelen ernstigere onderdrukking van het beenmerg veroorzaakt dan wanneer alleen mitoxantron gebruikt zou worden;
  • u een lever- of nierziekte hebt.

Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar

Er is beperkte ervaring met de behandeling met Strimax van kinderen en jongeren tot 18 jaar.

Aangezien een arts of verpleegkundige u dit geneesmiddel toedient, is het niet waarschijnlijk dat u meer van dit geneesmiddel krijgt dan zou moeten. Als u zich echter zorgen maakt dat dit wel het geval zou kunnen zijn dan moet u dat uw arts of verpleegkundige onmiddellijk laten weten.

Mocht u een overdosis krijgen dan tast dat mogelijk uw lever, nieren en spijsverteringssysteem aan. Ook wordt daardoor mogelijk het vermogen van uw lichaam om bloedcellen te produceren, aangetast. In zeldzame gevallen doet zich ernstige leukopenie (scherpe toename van het aantal witte bloedcellen) met infectie voor, met overlijden tot mogelijk gevolg.

Uw arts zal uw gesteldheid nauwlettend in de gaten houden en deze symptomen behandelen.

Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.

Bij enkele mensen aan wie mitoxantron wordt gegeven, ontstaat mogelijk een ernstige allergische reactie.

Neem onmiddellijk contact op met uw arts als een of meer van de volgende dingen gebeuren:

  • problemen met ademhalen
  • pijn op de borst of hartkloppingen
  • afwijkende hartslag
  • ernstige allergische reactie - mogelijk krijgt u plotseling een jeukende uitslag (netelroos); zwelling van de handen, voeten, enkels, gezicht, lippen, mond of keel (waarbij mogelijk problemen met slikken of ademhalen optreden), en mogelijk krijgt u het gevoel dat u gaat flauwvallen.
  • als het geneesmiddel buiten de ader terechtkomt terwijl dit wordt ingespoten (het omliggende weefsel wordt daardoor mogelijk ernstig beschadigd en mogelijk wordt hierdoor operatief ingrijpen noodzakelijk of is er een huidtransplantatie nodig).

De bovengenoemde ernstige bijwerkingen vereisen dringende medische aandacht.

Neem zo spoedig mogelijk contact met uw arts als u een van de volgende bijwerkingen krijgt: Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 patiënten)

  • Myelosuppressie (verminderde activiteit van het beenmerg). Dit beperkt de hoeveelheid mitoxantron die kan worden toegediend. De functie van uw beenmerg kan gedurende een langere periode sterker onderdrukt of onderdrukt zijn als o u chemotherapie hebt gehad o u radiotherapie hebt gehad o u infecties hebt gehad
  • Beenmerghypoplasie (afwijkende afname van het aantal bloedcellen in een orgaan of in weefsel)
  • Voorbijgaande leukopenie: een laag aantal leukocyten (witte bloedcellen) met het laagste aantal 10 tot 13 dagen na de behandeling. Leukopenie is ernstig in 6% van de gevallen.
  • Laag aantal van een speciaal soort witte bloedcel (granulocytopenie en neutropenie).
  • Anemie (als uw lichaam een tekort heeft aan rode bloedcellen; ook wel 'bloedarmoede' genoemd).
  • Trombocytopenie (een laag aantal bloedplaatjes – een bloedcel die betrokken is bij de bloedstolling)
  • Afwijkende telling van witte bloedcellen (leukocyten).
  • Koorts
  • Voorbijgaande verandering in de ECG na langdurige behandeling.
  • Hemorragie (bloeding)
  • Misselijkheid en braken (in lichte mate) komen voor bij ongeveer de helft van de patiënten. Ernstige misselijkheid en braken treden bij 1% van de patiënten op.
  • Mucositis (ontstoken slijmvliezen).
  • Stomatitis (ontsteking van de binnenkant van de mond).
  • Diarree.
  • Buikpijn
  • Obstipatie.
  • Anorexie (verlies van eetlust).
  • Alopecia (haaruitval). Enige haaruitval treedt op bij de helft van de patiënten. Ernstige haaruitval treedt zelden op.
  • Infecties

Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 patiënten)

  • Infectie van de bovenste luchtwegen.
  • Pneumonie (longontsteking).
  • Sepsis (bloedvergiftiging).
  • Vermoeidheid
  • Oedeem (zwelling)
  • Anorexie (verlies van eetlust).
  • Linker hartkamer kan minder bloed uitpompen, maar dit veroorzaakt geen symptomen.
  • Hartinsufficiëntie.
  • Hartfalen na langdurige behandeling.
  • Sinusbradycardie (langzame hartslag).
  • Pijn op de borst.
  • Hypotensie (lage bloeddruk).
  • Maagdarmbloeding.
  • Hepatotoxiciteit (leverafwijkingen).
  • Uitslag.
  • Erytheem (huidontstekingen).
  • Nierstoornissen (nefrotoxiciteit).

Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 patiënten)

  • Immunosuppressie (onderdrukking van de afweerreactie)
  • Anafylactische reactie waaronder anafylactische shock (allergische reactie die ademhalingsproblemen, zwelling van de huid, lippen en tong veroorzaakt).
  • Allergische reacties waaronder eczeem (huiduitslag of jeuk), dyspneu (kortademigheid), hypotensie (lage bloeddruk).
  • Angst.
  • Verwardheid.
  • Duizeligheid
  • Somnolentie (slaperigheid)
  • Neuritis (infectie van de zenuwen).
  • Epileptische aanval.
  • Lichte vorm van paresthesie (tintelingen).
  • Hoofdpijn.
  • Voorbijgaande blauwe verkleuring van het oogwit.
  • Conjunctivitis (ontsteking van de slijmvliezen in het oog en de oogleden).
  • Aritmie (hartritmestoornissen).
  • Verhoogde leverenzymconcentraties en verhoogd bilirubine (bij bloedonderzoek).
  • Ernstige vermindering van de leverfunctie.
  • Blauwe verkleuring van de huid en nagels.
  • Veranderingen van chemische waarden in het bloed (verhoogd creatinine- en stikstofspiegel in het bloed).
  • Verkleuring van de urine. Dit treedt op gedurende 24 uur na de toediening van mitoxantron.
  • Amenorroe (uitblijven van de menstruatie)

Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 patiënten)

  • Cardiomyopathie (verzwakking of verandering van de structuur van de hartspier).
  • Hyperuricemie (hoge urinezuurspiegel in het bloed)

Zeer zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 patiënten)

  • Verandering van lichaamsgewicht.

Frequentie niet bekend: kan op basis van de bekende gegevens niet worden vastgesteld

  • Infectie van de urinewegen
  • Acute leukemie (kanker van de witte bloedcellen)
  • Acute myeloïde leukemie (AML, kanker van de witte bloedcellen)
  • Myelodysplastisch syndroom (MDS), een beenmergafwijking waardoor zich afwijkende bloedcellen vormen met leukemie tot gevolg. AML en MDS kunnen worden veroorzaakt door het gebruik van topoisomerase II-remmers als deze samen met andere antikankergeneesmiddelen en/of radiotherapie worden gebruikt. Topoisomerase II-remmers zijn een groep antikankergeneesmiddelen waartoe mitoxantron behoort.
  • Myocardinfarct (hartaanval).
  • Dyspneu (kortademigheid).
  • Nagelafwijkingen (bijvoorbeeld loslaten van de nagel van het nagelbed, veranderingen in nageltextuur en - structuur).
  • Extravasatie (weglekken van geneesmiddel uit de ader in omliggend weefsel, wat kan leiden tot

o Erytheem (rood worden) o Zwelling

o Pijn

o Brandend gevoel en/of verkleuring van de huid

o Weefselnecrose (afsterven van weefselcellen), dat kan leiden tot de noodzaak van excisie (wegsnijden van dode cellen) en huidtransplantatie.

  • Flebitis (plaatselijke aderinfectie).
  • Lichamelijke zwakheid

Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.

Hoe moet het worden bewaard?

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

Bewaren beneden 25°C. Niet in de koelkast of de vriezer bewaren.

Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de verpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.

De chemische en fysische stabiliteit van het verdunde product tijdens het gebruik, is aangetoond gedurende 24 uur bij 25°C en gedurende 72 uur bij 2-8°C bij:

  • natriumchloride 9 mg/ml (0,9 %),
  • glucose 50 mg/ml (5 %), of
  • natriumchloride 9 mg/ml (0,9 %) en glucose 50 mg/ml (5 %) oplossing.

Vanuit microbiologisch oogpunt dient het verdunde product onmiddellijk te worden gebruikt. Indien het product niet onmiddellijk wordt gebruikt, zijn de bewaarduur en -omstandigheden voorafgaand aan het gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker en zouden deze normaal gesproken niet langer zijn dan 24 uur bij 2 tot 8°C.

Dit geneesmiddel wordt bereid en aan u toegediend door gezondheidszorgprofessionals. Eventueel ongebruikt geneesmiddel moet door deze gezondheidszorgprofessionals worden weggegooid.

Gebruik dit geneesmiddel niet als u zichtbare deeltjes of tekenen van bederf opmerkt.

Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.

Verdere informatie

Het werkzame bestanddeel is mitoxantron (als hydrochloride). Elke ml bevat 2 mg mitoxantron (als hydrochloride).

Elke 10 ml injectieflacon bevat 20 mg mitoxantron (als hydrochloride).

De andere bestanddelen zijn azijnzuur, natriumacetaat (watervrij), natriumchloride, natriummetabisulfiet en water voor injecties.

De naam van uw geneesmiddel is Strimax 2 mg/ml Concentraat voor oplossing voor infusie en is een donkerblauwe oplossing verpakt in een injectieflacon van flintglas (Type 1) met een rubberen stop en aluminium verzegeling.

Het product is verkrijgbaar in verpakkingen van 1 injectieflacon. Elke injectieflacon bevat 10 ml oplossing gelijkstaand met 20 mg mitoxantron.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant

Strides Arcolab International Ltd.,

Unit 4, Metro Centre, Tolpits Lane, Watford,

Hertfordshire WD 189SS

Verenigd Koninkrijk

Fabrikant

Agila Specialties Polska Sp. z o.o

10, Daniszewska Str, 03-230 Warschau Polen

Dit geneesmiddel is in het Register ingeschreven onder:

Strimax 2 mg/ml Concentraat voor oplossing voor infusie RVG 109904.

Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:

AT: Österrike: Strimax 2 mg/ml Konzentrat zur Herstellung einer Infusionslösung

BE: Striant 2 mg/ml solution à diluer pour persusion

CY: Strimax 2 mg/ml Πυκνό διάλυμα για έγχυση

DE: Strimax 2 mg/ml Konzentrat zur Herstellung einer Infusionslösung

DK: Strimax 2 mg/ml Koncentrat til opløsning til infusion

EL: Strimax 2 mg/ml Πυκνό διάλυμα για έγχυση

ES: Strimax 2 mg/ml Concentrado para solución para perfusión

FI: Strimax2 mg/ml Infuusiokonsentraatti, liuosta varten

FR: Striant2 mg/ml solution à diluer pour persusion

IE: Strimax 2 mg/ml concentrate for solution for infusion

IT: Strimax 2 mg/ml Concentrato per soluzione per infusione

LU: Strimax 2 mg/ml solution à diluer pour persusion

MT: Strimax 2 mg/ml Konċentrat għal soluzzjoni għall-infużjoni

NO: Strimax 2 mg/ml Konsentrat til infusjonsvæske

PT: Strimax 2 mg/ml Concentrado para solução para perfusão

SE: Strimax 2 mg/ml koncentrat till infusionsvätska, lösning

UK: Strimax 2 mg/ml concentrate for solution for infusion

Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in juni 2013.

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De volgende informatie is uitsluitend bedoeld voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:

Gebruiksaanwijzing

Strimax dient door middel van intraveneuze infusie te worden toegediend.

Uitsluitend voor eenmalig gebruik.

Injectiespuiten die dit product bevatten, dienen te worden voorzien van een etiket waarop vermeld staat:

‘UITSLUITEND VOOR INTRAVENEUS GEBRUIK’.

Zorg ervoor dat mitoxantron niet op de huid, slijmvliezen of in de ogen terecht komt. Injectieflacons dienen in rechtop staande positie te worden geopend om te voorkomen dat druppels mitoxantron zich in de stop verzamelen tijdens de bereiding, wat mogelijk aërosolisatie van de oplossing tot gevolg heeft.

Verdun het mitoxantronvolume tot ten minste 50 ml met behulp van een oplossing van

  • natriumchloride 9 mg/ml (0,9 %),
  • glucose 50 mg/ml (5 %), of
  • natriumchloride 9 mg/ml (0,9 %) en glucose 50 mg/ml (5 %) oplossing.

Gebruik Luer-Lock hulpstukken op alle injectiespuiten en sets. Het gebruik van holle naalden met groot lumen wordt aanbevolen om de druk en het risico van het ontstaan van aërosols tot een minimum te beperken. Dit laatste kan ook worden verminderd door het gebruik van een ontluchtingsnaald. Dien de resulterende oplossing in niet minder dan 3 minuten toe via het slangetje van een vrij lopend intraveneus infuus van de bovengenoemde vloeistoffen. Mitoxantron mag niet worden gemengd met andere geneesmiddelen in hetzelfde infuus.

Indien extravasatie optreedt, dient de toediening onmiddellijk gestaakt te worden en via een andere ader te worden voortgezet.

a) Hanteren van cytotoxische geneesmiddelen

Mitoxantron dient net als ander potentieel gevaarlijke cytotoxische geneesmiddelen uitsluitend te worden gehanteerd door voldoende ervaren personeel. Zwanger personeel dient niet betrokken te zijn bij de reconstitutie of toediening van mitoxantron.

Zorg ervoor dat mitoxantron niet op de huid, slijmvliezen of in de ogen terecht komt. Tijdens de bereiding, toediening en het weggooien van het product wordt het dragen van een beschermende bril, handschoenen en een beschermende jas aanbevolen en de tafel waarop dit wordt gedaan dient te worden bedekt met absorberend, aan de achterkant van plastic voorzien wegwerppapier.

Vorming van aërosols dient tot een minimum te worden beperkt. Mitoxantron kan verkleuring veroorzaken. Huid die per ongeluk wordt blootgesteld aan mitoxantron dient grondig afgespoeld te worden met warm water en indien het middel in de ogen is gekomen dienen standaard uitspoeltechnieken te worden gebruikt.

b) Weggooien van gemorst middel

De volgende schoonmaakprocedure wordt aanbevolen indien mitoxantron wordt gemorst op apparatuur of andere oppervlakken. Bereid een 50% oplossing van vers geconcentreerde bleek (van elk erkend merk dat natrium- of calciumhypochloriet bevat) in water. Bevochtig absorberende tissues in de bleekoplossing en leg deze op het gemorste middel. Het gemorste middel is gedeactiveerd als de blauwe kleur volledig is uitgelopen. Pak de tissues op met droge tissues. Geschikte beschermde kleding dient te worden gedragen tijdens de schoonmaakprocedure.

Uitsluitend voor eenmalig gebruik. Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.

Alle met mitoxantron verontreinigde zaken (bijvoorbeeld spuiten, naalden, tissues etc.) dienen te worden behandeld als giftig afval en dienen dienovereenkomstig te worden weggegooid. Verbranding wordt aanbevolen.

Dosering en wijze van toediening

UITSLUITEND VOOR INTRAVENEUS GEBRUIK.

Mitoxantron dient door middel van intraveneuze infusie te worden toegediend.

Het mitoxantronconcentraat moet voorafgaand aan gebruik worden verdund.

Zorg ervoor dat mitoxantron niet op de huid, slijmvliezen of in de ogen terecht komt. Zie rubriek 6.6 van de samenvatting van de productkenmerken 'Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies'.

Uitsluitend voor eenmalig gebruik. Ongebruikte oplossing dient te worden weggegooid.

Injectiespuiten die dit product bevatten, dienen te worden voorzien van een etiket waarop vermeld staat:

‘MITOXANTRON, UITSLUITEND VOOR INTRAVENEUS GEBRUIK’.

Gemetastaseerd borstkanker, non-Hodgkinlymfoom:

  1. Dosering bij monotherapie:

De aanbevolen aanvangsdosering mitoxantron als monotherapie is 14 mg-m2 lichaamsoppervlakte, toegediend als één enkele intraveneuze dosis die met tussenpozen van 21 dagen kan worden herhaald. Een lagere aanvangsdosis (12 mg/m2 of minder) wordt aanbevolen bij patiënten met onvoldoende beenmergreserves als gevolg van bijvoorbeeld eerdere chemotherapie of een slechte algemene lichamelijke gesteldheid.

Op basis van een klinische beoordeling van de mate en duur van myelosuppressie wordt bepaald of en hoeveel de dosis moet worden aangepast en wanneer daaropvolgende doses moeten worden toegediend. Voor daaropvolgende behandelingen kan de vorige dosis gewoonlijk worden herhaald indien het aantal witte bloedcellen en het aantal bloedplaatjes na 21 dagen weer normaal zijn. De volgende tabel wordt voorgesteld als leidraad voor de dosisaanpassing bij de behandeling van gemetastaseerd borstkanker en non-Hodgkinlymfoom naar gelang de hematologische nadir (doorgaans 10 dagen na toediening).

Nadir na eerdere toediening:

Witte Bloedplaatjes Tijd tot Daaropvolgende dosis na toereikend
bloedcellen (per mm3 ) herstel hematologisch herstel
()WBC      
(per mm3 )      
>1.500 EN >50.000 21 dagen Herhaal eerdere dosis na herstel
>1.500 EN >50.000 >21 dagen Wacht tot herstel en herhaal vervolgens
      eerdere dosis
<1.500 OF <50.000 Willekeurige Afname van 2 mg/m2 ten opzichte van
    duur eerdere dosis na herstel
<1.000 OF <25.000 Willekeurige Afname van 4 mg/m2 ten opzichte van
    duur eerdere dosis na herstel

b) Combinatietherapie:

Mitoxantron is al toegediend als onderdeel van een combinatiebehandeling. Bij gevallen van gemetastaseerd borstkanker leken combinaties van mitoxantron met andere cytotoxische middelen, waaronder cyclofosfamide en 5-FU of methotrexaat en mitomycine C, doeltreffende te zijn. Raadpleeg de gepubliceerde medische literatuur voor informatie over aanpassing van de dosis en wijze van toediening.

Als leidraad geldt dat wanneer mitoxantron bij chemotherapie wordt gebruikt in combinatie met een ander myelosuppressief middel, de aanvangsdosis van mitoxantron dient te worden verlaagd met 2 tot 4 mg/m2 onder de dosis die wordt aanbevolen voor monotherapie. Zoals geschetst in de bovenstaande tabel, hangt de hoogte van daaropvolgende doses af van de mate en duur van myelosuppressie.

Acute niet-lymfatische leukemie bij volwassenen:

  1. Dosis bij monotherapie bij terugval:

De aanbevolen dosis voor remissie-inductie is 12/m2 lichaamsoppervlakte, toegediend als één intraveneuze dosis, dagelijks gedurende vijf opeenvolgende dagen (in totaal 60 mg/m2). In klinische onderzoeken met een dosering van dagelijks 12 mg/m2 gedurende 5 dagen werd bij patiënten, die een volledige remissie bereikten, deze remissie bereikt als gevolg van de eerste inductiebehandeling.

  1. Combinatietherapie:

Mitoxantron is al gebruikt bij combinatiebehandelingen voor de behandeling van acute niet-lymfatische leukemie (ANLL). De meeste klinische ervaring is opgedaan met mitoxantron in combinatie met cytosine

arabinoside (cytarabine). Deze combinatie is met succes gebruikt voor de primaire behandeling van ANLL evenals bij de behandeling van recidieven.

Een doeltreffende inductiebehandeling bij onbehandelde patiënten is mitoxantron 10-12 mg/m2 IV gedurende 3 dagen in combinatie met cytosine arabinoside (cytarabine) 100 mg/m2 IV gedurende 7 dagen (door middel van continu infuus). Deze wordt gevolgd door een tweede inductie- en consolidatiebehandeling zoals geschikt wordt geacht door de behandelend arts. In klinische onderzoeken is de duur van de inductie- en consolidatiebehandelingen met mitoxantron beperkt gebleven tot 2 dagen, en die met cytosine arabinoside (cytarabine) tot 5 dagen. Afhankelijk van individuele factoren bij patiënten dient de bovenstaande behandeling echter te worden aangepast door de behandelend arts.

Werkzaamheid is ook aangetoond met mitoxantron in combinatie met etoposide bij patiënten die recidieven vertoonden of die refractair waren voor primaire conventionele chemotherapie. Het gebruik van mitoxantron in combinatie met etoposide (of een ander cytotoxisch middel) leidt mogelijk tot een sterkere myelosuppressie dan bij gebruik van alleen mitoxantron.

Raadpleeg de gepubliceerde medische literatuur voor informatie over specifieke doseringsschema's. Mitoxantron dient te worden gebruikt door artsen met ervaring met het geven van chemotherapiebehandelingen. Aanpassing van de dosis dient, voor zover nodig, door de behandelend arts te worden gedaan, waarbij rekening wordt gehouden met toxiciteit, reactie op de behandeling en individuele kenmerken van de patiënt.

  1. Kinderen en adolescenten:

Aangezien er beperkte ervaring is opgedaan met mitoxantron bij kinderen en adolescenten met leukemie, kunnen dosisaanbevelingen voor deze patiëntpopulatie nu niet worden gegeven.

Verminderde leverfunctie

Het gebruik van mitoxantron wordt niet aanbevolen bij patiënten met afwijkende uitslagen van onderzoek naar de leverfunctie omdat mitoxantron bij een verminderde leverfunctie minder goed wordt geklaard, en laboratoriummetingen niet kunnen voorspellen in welke mate dit gebeurt. Daarom kunnen geen geschikte dosisaanpassingen worden aanbevolen. De leverfunctie dient voorafgaand aan elke kuur te worden onderzocht. Zorgvuldig toezicht wordt aanbevolen bij de behandeling van patiënten met ernstige leverinsufficiëntie. De veiligheid van het gebruik van mitoxantron is bij deze patiënten niet vastgesteld.

Wijze van toediening:

Uitsluitend voor intraveneus gebruik.

Verdun het vereiste volume van steriel mitoxantronconcentraat tot ten minste 50 ml met een van de volgende infusieoplossingen: natriumchloride 9 mg/ml (0,9%), glucose 50 mg/ml (5%), of natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) en glucose 50 mg/ml (5%). Gebruik Luer-Lock hulpstukken op alle injectiespuiten en sets. Het gebruik van holle naalden met groot lumen wordt aanbevolen om de druk en het risico van het ontstaan van aërosols tot een minimum te beperken.

Dit laatste kan ook worden verminderd door het gebruik van een ontluchtingsnaald.

Dien de resulterende oplossing in niet minder dan 3 minuten toe via het slangetje van een vrij lopend intraveneus infuus van de bovengenoemde vloeistoffen. Mitoxantron mag niet worden gemengd met andere geneesmiddelen in hetzelfde infuus.

Indien extravasatie optreedt, dient de toediening onmiddellijk gestaakt te worden en via een andere ader te worden voortgezet.

Bewaren

Zoals verpakt voor de verkoop

Bewaren beneden 25°C. Niet in de koelkast of vriezer bewaren.

Tijdens het gebruik

De chemische en fysische stabiliteit van het verdunde product tijdens het gebruik is aangetoond gedurende 24 uur bij 25°C en gedurende 72 uur bij 2-8°C bij:

  • natriumchloride 9 mg/ml (0,9 %),
  • glucose 50 mg/ml (5 %), of
  • natriumchloride 9 mg/ml (0,9 %) en glucose 50 mg/ml (5 %) oplossing.

Vanuit microbiologisch oogpunt dient het verdunde product onmiddellijk te worden gebruikt. Indien het product niet onmiddellijk wordt gebruikt, zijn de bewaartijden en -omstandigheden voorafgaand aan gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker en zouden normaal gesproken niet langer dan 24 uur bij 2 tot 8°C.

Laatst bijgewerkt op 24.08.2022

Meer medicijnen met dezelfde werkzame stof

De volgende medicijnen bevatten ook de werkzame stof Mitoxantrone. Raadpleeg uw arts over een mogelijk alternatief voor Strimax 2 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie

Medicijn
Vergunninghouder
Accord Healthcare B.V. Winthontlaan 200 3526 KV UTRECHT

Logo

Uw persoonlijke medicatie-assistent

Medicijnen

Blader hier door onze uitgebreide database van A-Z medicijnen, met effecten, bijwerkingen en doseringen.

Stoffen

Alle actieve ingrediënten met hun werking, toepassing en bijwerkingen, evenals de medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Symptomen, oorzaken en behandeling van veelvoorkomende ziekten en verwondingen.

De weergegeven inhoud vervangt niet de originele bijsluiter van het medicijn, vooral niet met betrekking tot de dosering en werking van de afzonderlijke producten. We kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de nauwkeurigheid van de gegevens, omdat deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Raadpleeg altijd een arts voor diagnoses en andere gezondheidsvragen.

© medikamio