De capsules kunnen het beste tijdens of vlak na de maaltijd met een ruime hoeveelheid water (half glas), of met melk of yoghurt worden ingenomen.
Houdt u goed aan de opgegeven duur van de behandeling om zo goed mogelijk te voorkomen dat een ontsteking terugkomt.
Gebruik dit middel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Uw arts heeft een dosering vastgesteld. In het algemeen geven de onderstaande doseringen voldoende resultaat:
Bij een acute blaasontsteking :
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar: 50 mg 4 x per dag.
Lengte van de kuur: 5-7 dagen of tenminste 3 dagen nadat geen infectie meer aantoonbaar is in de urine.
Bij meisjes van 5 tot 12 jaar:
3-6 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 4 doses, gedurende 7 dagen.
Bij een terugkerende blaasontsteking:
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar: 50-100 mg 1x per dag gewoonlijk ’s avonds voor het slapen gaan.
Kortdurende profylaxe bij ingrepen aan de urinewegen:
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar:
50 mg 4x per dag op de dag van de ingreep en gedurende 3 dagen daarna.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als er teveel is ingenomen kan als symptoom braken optreden.
Als u een overdosering vermoedt, moet u onmiddellijk een arts waarschuwen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u vergeten bent een dosis in te nemen, moet u dit zo snel mogelijk alsnog doen. Als het bijna tijd is voor de volgende dosis, komt deze volgende dosis te vervallen en moet het gewone schema voor de rest worden gevolgd. Wanneer u meerdere doses achter elkaar vergeten bent in te nemen, heeft de kuur geen zin meer. U moet dan uw arts waarschuwen. Hij/zij zal u waarschijnlijk opnieuw een kuur voorschrijven.
Ook als u zich weer beter voelt is het belangrijk de door uw arts voorgeschreven hoeveelheid capsules geheel op te maken gedurende het aantal dagen dat de arts heeft voorgeschreven.
Wijzig nooit zelf de dosering en stop nooit zelf de behandeling ook niet als u klachten heeft. Overleg eerst met uw arts. Hij/zij kan u vertellen of u kunt stoppen en hoe u dat het beste kunt doen.