Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- u bent allergisch voor één van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder rubriek 6.
- wanneer samentrekkingen van de baarmoeder ongewoon sterk zijn.
- wanneer er een belemmering is die de bevalling kan tegenwerken of wanneer de bevalling of vaginale geboorte niet raadzaam is, zoals in de volgende gevallen:
- als het kind te groot is in verhouding tot uw bekken.
- wanneer het ongeboren kind niet in hoofdligging is.
- wanneer de placenta de baarmoederhals afsluit.
- bij voortijdige loslating van de placenta.
- wanneer van het ongeboren kind de bloedvaten in de placenta of navelstreng voor de geboorte- uitgang liggen.
- wanneer u zwanger bent van een meerling.
- wanneer er te veel vruchtwater in de baarmoeder aanwezig is.
- wanneer u meer dan 4 voldragen zwangerschappen heeft meegemaakt.
wanneer u vroeger een klassieke keizersnede of een operatie aan uw baarmoeder heeft ondergaan.
wanneer het ongeboren kind zuurstoftekort of gestoorde hartslagfrequentie heeft (“foetal distress”).
wanneer minder dan 6 uur geleden vaginale prostaglandines (bepaalde geneesmiddelen om de baring in te leiden) aan u zijn toegediend en wanneer minder dan 30 minuten geleden een vaginaal afleversysteem met prostaglandines bij u is verwijderd (zie “Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?”).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
- als de bevalling kan worden bemoeilijkt omdat het kind te groot is in verhouding tot uw bekken.
- wanneer u mild tot matige bloeddrukverhoging heeft.
- wanneer u een bepaalde hart- en vaatziekte heeft waardoor het risico bestaat dat de bloedtoevoer naar het hart kan worden verminderd.
- wanneer u een bepaalde hartafwijking heeft (lang-QT-syndroom) waarbij spontaan ernstige hartritmestoornissen kunnen optreden, of wanneer u geneesmiddelen gebruikt die ritmestoornissen kunnen veroorzaken.
- als u eerder een keizersnede heeft gehad.
- als u Syntocinon voor langere tijd nodig heeft. Syntocinon mag niet langdurig worden toegediend:
- wanneer u weeënzwakte heeft die niet reageert op Syntocinon.
- wanneer u pre-eclampsie heeft (gekenmerkt door hoge bloeddruk, eiwitten in de urine en zwellingen).
- wanneer u ernstige hart- en vaataandoeningen heeft.
- als u 35 jaar of ouder bent, complicaties heeft ervaren tijdens de zwangerschap, of als de zwangerschapsperiode meer dan 40 weken heeft geduurd. De kans op een bepaalde ernstige bloedstollingsstoornis (gedissemineerde intravasculaire stolling) is dan verhoogd.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Syntocinon nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Bepaalde hormonen (de zogenaamde prostaglandines) kunnen de stimulerende werking van oxytocine versterken en omgekeerd (zie rubriek 2, ‘Wanneer mag u dit geneesmiddel niet gebruiken’).
Bepaalde narcosemiddelen die via inhalatie worden toegediend (inhalatie-anesthetica, zoals cyclopropaan, halothaan, sevofluraan, desfluraan) kunnen het effect van Syntocinon op de baarmoeder verlagen. Syntocinon kan hartritmestoornissen veroorzaken en gelijktijdig gebruik met andere geneesmiddelen die ook hartritmestoornissen kunnen veroorzaken wordt daarom afgeraden.
Wanneer oxytocine wordt toegediend tijdens of na plaatselijke verdoving (ruggenprik), kan het de bloeddrukverhogende werking van het verdovingsmiddel versterken.
Bij gelijktijdige toediening kan oxytocine de bloeddrukverhogende werking van ergotalkaloïden (bepaalde groep geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van migraine) versterken.
Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Syntocinon kan voor de aangegeven indicaties gebruikt worden, maar zeer zorgvuldig en alleen in combinatie met controle van de baarmoederactiviteit en het hartritme van het kind.
Borstvoeding
Oxytocine kan in kleine hoeveelheden worden uitgescheiden in de moedermelk. Er zijn echter geen schadelijke effecten gevonden bij zuigelingen. U kunt daarom Syntocinon gebruiken als u borstvoeding geeft.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Syntocinon kan weeën opwekken. Daarom wordt het besturen van een voertuig of het bedienen van machines afgeraden.
Syntocinon bevat ethanol (alcohol)
Dit geneesmiddel bevat kleine hoeveelheden ethanol (alcohol), minder dan 100 mg per ml.