Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.
Ernstige allergische reacties (anafylaxie) zijn zelden gerapporteerd (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers).
U dient onmiddellijk uw arts te raadplegen als u symptomen ervaart zoals
-
Opzwellen van het gezicht, de tong of de keel (angio-oedeem)
-
Overgevoeligheid (huiduitslag, jeuk en snel opzwellen van de weefsels van nek, gezicht, mond of keel)
-
Problemen met slikken
-
Galbulten en problemen met ademen
Gevallen van ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis) zijn soms gemeld (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers) bij patiënten die dit middel kregen. Pancreatitis kan een ernstige, mogelijk levensbedreigende aandoening zijn.
-
Informeer uw arts als u pancreatitis, galstenen, alcoholverslaving of zeer hoge triglyceridenwaarden heeft gehad. Deze aandoeningen kunnen het risico verhogen om pancreatitis te krijgen of opnieuw te krijgen, ongeacht of u dit middel gebruikt of niet.
-
Stop met het gebruik van dit middel en neem direct contact op met uw arts als u ernstige en aanhoudende pijn in de buik, met of zonder braken, heeft omdat u een ontstoken alvleesklier (pancreatitis) zou kunnen hebben.
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers):
misselijkheid (misselijkheid komt het meest voor bij het eerste gebruik van dit middel, maar bij de meeste patiënten vermindert dit na enige tijd)
126
-
diarree
-
hypoglykemie (lage bloedsuikerspiegel) wanneer het wordt gebruikt met een geneesmiddel dat
een sulfonylureumderivaat bevat.
Wanneer dit middel wordt gebruikt met een geneesmiddel dat een sulfonylureumderivaat bevat, kunnen episodes van lage bloedsuiker (hypoglykemie, in het algemeen mild tot matig) optreden. Het kan nodig zijn de dosis van uw sulfonylureumbevattende geneesmiddel te verlagen zolang u dit middel gebruikt. De klachten en verschijnselen van een lage bloedsuikerspiegel kunnen onder meer zijn: hoofdpijn, sufheid, zwakte, duizeligheid, verwardheid, prikkelbaarheid, honger, snelle hartslag, transpireren en schrikachtigheid. Uw arts moet u vertellen wat u moet doen bij een lage bloedsuikerconcentratie.
Vaak voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
-
hypoglykemie (lage bloedsuikerspiegel) wanneer het wordt gebruikt met een insuline
-
duizeligheid
-
hoofdpijn
-
braken
-
verlies van energie en kracht
-
vermoeidheid
-
obstipatie
-
pijn in de maagstreek
-
opzwellen
-
lichte spijsverteringsstoornissen (indigestie)
-
flatulentie (winderigheid)
-
zuurbranden
-
verminderde eetlust
Dit middel kan uw eetlust, de hoeveelheid voedsel die u eet en uw gewicht verminderen.
Als u te snel gewicht verliest (meer dan 1,5 kg per week) zeg het dan uw arts omdat dit problemen kan veroorzaken, zoals galstenen.
reacties op de injectieplaats
Als u een reactie op de injectieplaats krijgt (roodheid, uitslag of jeuk) kunt u uw arts om iets vragen dat de klachten en verschijnselen verlicht. U kunt na de injectie onder de huid een kleine bult zien of voelen; deze zou moeten verdwijnen na 4 tot 8 weken . U hoeft niet te stoppen met de behandeling.
Bijwerkingen die soms voorkomen:
-
afname in nierfunctie
-
uitdroging (dehydratie), soms samen met een verminderde nierfunctie
-
darmobstructie (blokkade in de darm)
-
boeren
-
ongebruikelijke smaak in de mond
-
meer zweten
-
haaruitval
-
slaperigheid
-
vertraging van het leegmaken van de maag
-
ontstoken galblaas
-
galstenen
Zelden voorkomende bijwerkingen
zich zenuwachtig voelen
Onbekend ( kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Daarnaast zijn sommige andere bijwerkingen gemeld:
-
bloedingen of blauwe plekken treden eerder op dan normaal door een laag aantal bloedplaatjes
127
-
veranderingen in INR (waarde met betrekking tot bloedverdunning) zijn gemeld bij gelijktijdig gebruik met warfarine)
-
huidreacties op de injectieplaats na het injecteren van exenatide, waaronder pusbevattende holtes (abcessen) en opgezwollen of rode huidoppervlaktes die warm en gevoelig aandoen (cellulitis).
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of diabetesverpleegkundige. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.