Zoals alle geneesmiddelen kan Cefazoline CF bijwerkingen veroorzaken.
De volgende bijwerkingen kunnen optreden bij het gebruik van Cefazoline CF. De frequentie van iedere bijwerking is tussen haakjes weergegeven, waarbij de volgende categorie-indeling is gebruikt:
zeer vaak | bij meer dan 10 op 100 patiënten |
vaak | bij meer dan 1 op 100 patiënten |
soms | bij minder dan | 1 op de 100 patiënten |
zelden | bij minder dan | 1 op de 1000 patiënten |
zeer zelden | doen zich voor bij minder dan 1 op de 10.000 patiënten |
Overgevoeligheidsreacties
Soms:
Huiduitslag (exantheem), roodheid van de huid (rrytheem), huiduitslag met rode vochtige onregelmatige vlekken (erythema exsudativum multiforme), huiduitslag met hevige jeuk en vorming van bultjes (galbulten of urticaria), reversibele lokale doorlaatbaarheid van de bloedvaten, slijmvliezen of gewrichten (angioneurotisch oedeem), geneesmiddel- geïnduceerde koorts, longaandoening (interstitiële pneumonie), goedaardige ontsteking van een deel van de long (pneumonitis).
Zelden:
Ernstige overgevoeligheidsreactie met (hoge) koorts, rode vlekken op de huid, gewrichtspijnen en/of oogontsteking (Stevens-Johnson syndroom), ernstige, acute (overgevoeligheids) reactie gepaard gaande met koorts en blaren op de huid (Lyell's syndroom).
Zeer zelden:
Anale jeuk (anale pruritus), genitale jeuk (genitale pruritus), vochtophoping (oedeem) in het gezicht, gezwollen tong, zwelling van het strottenhoofd (larynx) met vernauwing van de luchtwegen, verhoogde hartslag, kortademigheid, bloeddrukdaling, shock (sterke daling van de bloeddruk, bleekheid, onrust, zwakke snelle pols, klamme huid, verminderd bewustzijn) door een plotselinge sterke vaatverwijding ten gevolge van ernstige overgevoeligheid voorbepaalde stoffen (anafylactische shock).
Infecties en parasitaire aandoeningen
Soms:
Schimmelinfectie (candidiasis) van het mondslijmvlies (orale spruw) (bij langdurig gebruik).
Zelden:
Schimmelinfectie van de geslachtsorganen (monoliasis genitaal), ontsteking aan de vagina (vaginitis), schimmelinfectie aan de geslachtsorganen (genitale candidiasis).
Bloed- en het lymfestelselaandoeningen
Zelden:
Te veel aan witte bloedlichaampjes (leukocytose, granulocytose, monocytose, basofilie, eosinofilie), te kort aan witte bloedlichaampjes gepaard gaande met verhoogde gevoeligheid voor infecties (lymfocytopenie, neutropenie, granulocytopenie, leukopenie), te kort aan bloedplaatjes gepaard gaande met blauwe plekken en bloedingneiging (thrombocytopenie). Deze effecten zijn reversibel.
Leveraandoeningen
Zelden:
Voorbijgaande leverontsteking (hepatitis), voorbijgaande geelzucht (cholestatische icterus).
Zenuwstelselaandoeningen
Soms:
Toevallen/ stuipen (convulsies) zijn voorgekomen in het bijzonder bij patiënten met nierfunctiestoornissen, die met onaangepaste hoge doseringen werden behandeld.
Zelden:
Duizeligheid, gevoel van onwel zijn (malaise), vermoeidheid. Deze symptomen verdwijnen vaak tijdens of na de behandeling.
Maagdarmstelselaandoeningen
Zelden:
Diarree, misselijkheid, verminderde eetlust (anorexie), braken. Deze symptomen verdwijnen vaak tijdens of na de behandeling.
In geval van ernstige en aanhoudende diarree tijdens af na behandeling met cefazoline dient een arts te worden geraadpleegd; de diarree zou een symptoom kunnen zijn van een ernstige aandoening (pseudomembraneuze colitis) die onmiddellijk moet worden behandeld. De patiënt moet er van weerhouden worden zelfmedicatie te gebruiken die het samentrekken van de spieren van de maag en darm onderdrukt (peristaltiek).
Nier- en urinewegaandoeningen
Zelden:
Tijdelijke stijging van bepaalde waarde van de nierfunctie (bloed ureum stikstof (BUN)), eiwitverlies via de urine (proteinurie), ontsteking van de nieren gepaard gaande met bloed in de urine, koorts en pijn in de flanken (interstitiële nefritis), ongedefinieerde nierziektes (nefropathiën), vergiftiging van de nieren (nefrotoxiciteit), meestal bij patiënten die gelijktijdig met andere potentieel nefrotixische geneesmiddelen behandeld worden.
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatstoornissen
Vaak:
Pijn op de plaats van intramusculaire injectie, soms met gevoelige onderhuidse verharding van het weefsel (induratie).
Soms:
Bij intraveneuze toediening kan aderontsteking met de vorming van een bloedstolsel, vaak te voelen als een pijnlijke wat harde streng met erboven een rode huid (thromboflebitis), optreden.
Andere bijwerkingen
Andere ongewenste effecten die zijn gerapporteerd tijdens cefalosporine-therapie, zijn pijn op de borst, moeilijke ademhaling (pleura-effusie, dyspnoe), benauwdheid, hoesten, ontsteking van de neusslijmvlies (rhinitis), stijging of daling van de bloedglucoseconcentratie.
In geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld of die u als ernstig ervaart, informeer dan uw arts of apotheker.
In zeldzame gevallen zijn bij enkele cefalosporinen gerapporteerd:
Een afgenomen hemoglobinegehalte en/of hematocriet (bloedvolume), bloedarmoede (anemie), zeer ernstige bloedafwijking (tekort aan witte bloedlichaampjes) gepaard gaande met plotselinge hoge koorts, heftige keelpijn en zweertjes in de mond (agranulocytose), bloedarmoede door uitblijvende aanmaak van rode bloedcellen (aplastische anemie), vermindering van alle soorten cellen in het bloed (pancytopenie), bloedarmoede als gevolg van te grote afbraak van het bloed (hemolytische anemie).
De volgende gevallen zijn gerapporteerd tijdens behandeling met bepaalde cefalosporinen: Nachtmerries, duizeligheid (vertigo), hyperactiviteit, zenuwachtigheid (nervositeit) of angst, slapeloosheid, slaperigheid, zwakte, warmteopwellingen, gestoord kleurenzicht, verwardheid, activiteit van vallende ziekte (epileptogene activiteit).