Zoals elk geneesmiddel kan Lorazepam ratiopharm bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te
LORAZEPAM RATIOPHARM 1-2,5 MG tabletten
maken.
Bijwerkingen treden meestal aan het begin van de behandeling op en verdwijnen geleidelijk tijdens de behandeling of als de dosering wordt verlaagd.
De frequenties waarmee bijwerking kunnen optreden, worden als volgt vermeld:
Zeer vaak: | bij meer dan 1 van de 10 patiënten |
Vaak: | bij 1 tot 10 van de 100 patiënten |
Soms: | bij 1 tot 10 van de 1000 patiënten |
Zelden: | bij 1 tot 10 van de 10.000 patiënten |
Zeer zelden: | bij minder dan 1 van de 10.000 patiënten |
Niet bekend: | kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald |
De volgende bijwerkingen kunnen voorkomen:
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Zelden: bloedafwijking (bloeddyscrasie)
Psychische stoornissen
Soms: verwardheid, neerslachtigheid (depressie), emotionele vervlakking, slaapstoornissen, veranderde zin in vrijen
Zelden: tijdelijk geheugenverlies, tegenstrijdige reacties
Overige psychische stoornissen: opwinding (agitatie), zenuwachtigheid, prikkelbaarheid, agressiviteit, waangedachten, woedeaanvallen, nachtmerries, waarnemingen van dingen die er niet zijn (hallucinaties), ernstige geestesziekte waarbij de controle over het eigen gedrag en handelen gestoord is (psychose) en onaangepast gedrag. Deze bijwerkingen komen eerder bij kinderen en bij bejaarden voor.
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak: slaperigheid overdag, sufheid, duizeligheid, coördinatieproblemen (ataxie) bijvoorbeeld dronkemansgang
Soms: hoofdpijn, verminderde oplettendheid.
Oogaandoeningen
Soms: gezichtsstoornissen, dubbelzien (diplopie)
Bloedvataandoeningen
Zelden: verlaagde bloeddruk (hypotensie), verhoogde bloeddruk (hypertensie)
Maagdarmstelselaandoeningen
Soms: misselijkheid, maag-darmproblemen
LORAZEPAM RATIOPHARM 1-2,5 MG tabletten
Lever- en galaandoeningen
Zelden: afwijkingen van de leverfunctie
Huid- en onderhuidaandoeningen
Soms: allergische huidreacties
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Vaak: spierzwakte.
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Zeer vaak: vermoeidheid.
Bij herhaald gebruik gedurende meerdere weken kan afhankelijkheid voor het werkzame bestanddeel optreden. Bij een zeer zware narcose kunnen ademhalingsmoeilijkheden optreden.
Bijwerkingen die optreden na het stoppen van de behandeling
Hoofdpijn, spierpijn, angst, spanning, neerslachtigheid (depressie), slapeloosheid, rusteloosheid, verwardheid, prikkelbaarheid, zweten en het opnieuw optreden van verschijnselen die de aanleiding waren om behandeling met Lorazepam ratiopharm te starten. Verlies van realiteitsgevoel, waarbij de (bekende) omgeving onwerkelijk lijkt. Vervreemding van zichzelf en van het eigen gevoel (depersonalisatie), versterkt gehoor, oorsuizen, gevoelloosheid en tintelingen in de ledematen, overgevoeligheid voor licht, geluid en lichamelijk contact, onwillekeurige bewegingen, braken, waarnemingen van dingen die er niet zijn (hallucinaties), toevallen/stuipen (convulsies). Toevallen kunnen vaker optreden bij personen die in het verleden toevallen hebben gehad of bij personen die geneesmiddelen gebruiken die toevallen kunnen veroorzaken, zoals andere middelen tegen neerslachtigheid
Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.