Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
- U bent allergisch voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder punt 6.
Als het bovenstaande op u van toepassing is of als u hier niet zeker van bent, raadpleeg dan uw arts of verpleegkundige.
Zorg dat uw arts of verpleegkundige voordat u Steripet krijgt toegediend weet:
- of u een aandoening zoals suikerziekte hebt, waarbij u mogelijk een verhoogde suikerspiegel in uw bloed hebt.
- of u zwanger bent of denkt dat u zwanger bent.
- of u op een natriumbeperkt dieet staat.
- of u nu of ooit een behandeling met radiotherapie of chemotherapie heeft ondergaan, omdat deze de resultaten van uw test met Steripet kunnen beïnvloeden.
Gebruikt u naast Steripet nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan? Vertel dat dan uw arts of verpleegkundige. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft. Dit is nodig omdat sommige geneesmiddelen invloed kunnen hebben op de manier waarop Steripet werkt.
Vertel uw arts of verpleegkundige voor uw scan of u één van onderstaande soorten geneesmiddelen gebruikt. Dit is nodig omdat ze de resultaten van uw scan kunnen beïnvloeden:
- Bijnierschorshormonen (corticosterioïden), zoals prednisolon, dexamethason of hydrocortison.
- Middelen met een stimulerende werking op een bepaald deel van het zenuwstelsel zoals adrenaline, noradrenaline of dopamine.
- Middelen die gebruikt worden bij de behandeling van epilepsie, zoals valproaat, carbamazepine, fenytoïne of fenobarbital.
- Glucose en insuline.
- Middelen die het beenmerg stimuleren tot aanmaak van witte bloedlichaampjes (Colony Stimulating Factors).
Als u niet zeker weet of één van bovenstaande op u van toepassing is, praat dan met uw arts of verpleegkundige voordat u de behandeling met Steripet ondergaat.
In de tijd voorafgaand aan uw scan:
- Dient u het drinken van vloeistoffen die glucose (suiker) bevatten te vermijden.
- Mag u onbeperkte hoeveelheid water of ander vloeistoffen die geen glucose bevatten drinken.
- Dient u niet te eten gedurende een tijdsperiode (minimaal 4 uur) voordat u uw injectie krijgt.
Raadpleeg uw arts of verpleegkundige als u vragen heeft.
| Module 1.3.3.1, PIL Steripet NL, 15 Mrt 11 replaces 30 Mrt 09 | Page 2 of 5 |
Zwangerschap en borstvoeding
Vertel uw arts als u zwanger bent of als u denkt dat u zwanger bent. Uw arts zal dit product alleen gebruiken als hij/zij ervan overtuigd is dat het belang van het onderzoek opweegt tegen de risico’s.
Geef geen borstvoeding als u Steripet krijgt toegediend omdat kleine hoeveelheden radioactiviteit in de moedermelk kunnen komen. Als u borstvoeding geeft, kan uw arts wachten met de behandeling met Steripet totdat u de borstvoeding heeft beëindigd. Als het niet mogelijk is om te wachten dan kan uw arts u vragen om:
- te stoppen met borstvoeding gedurende 12 uur, en
- flesvoeding te gebruiken voor uw kind, en
- melk af te kolven en deze weg te gooien.
Uw arts zal u laten weten wanneer u weer met de borstvoeding mag beginnen.
Rijvaardigheid en het gebruiken van machines
Vraag uw arts of u mag rijden of machines mag gebruiken nadat u dit middel toegediend hebt gekregen.
Test die nodig is voordat u dit middel krijgt toegediend
- de hoeveelheid glucose in uw bloed kan worden gecontroleerd voordat u Steripet krijgt toegediend.
Raadpleeg uw arts als u vragen heeft.
Belangrijke informatie over Steripet
Bij het gebruik van Steripet wordt u blootgesteld aan radioactiviteit.
- Uw arts zal altijd de mogelijke risico’s en voordelen tegen elkaar afwegen voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend.
- U wordt aangeraden om veel te plassen nadat u Steripet hebt toegediend gekregen omdat dit radioactiviteit uit uw lichaam verwijderd.
- Uw arts zal u vragen om contact met jonge kinderen te vermijden gedurende de eerste 12 uur na het gebruik van Steripet.
Raadpleeg uw arts als u vragen heeft.
Advertentie
