Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw nucleair geneeskundige voordat u dit middel toegediend krijgt.
- Als u diabetes hebt of een verhoogd gehalte aan suiker in uw bloed, is het wellicht noodzakelijk om met uw arts bijzondere afspraken te maken over het instellen van uw bloedsuikerspiegel voorafgaand aan het onderzoek
- Raadpleeg uw nucleair geneeskundige als u lijdt aan een infectie of ontstekingsziekte
Raadpleeg uw nucleair geneeskundige als u een verminderde nierfunctie heeft, aangezien de stralingsblootstelling dan verhoogd kan zijn
Informeer uw nucleair geneeskundige in de volgende gevallen:
- wanneer u zwanger bent of denkt dat u zwanger zou kunnen zijn
- wanneer u borstvoeding geeft
Voorafgaand aan de toediening van Fludeoxyglucose (18F) MCA moet u:
- elke inspannende lichamelijke activiteit vermijden
- veel water drinken vóór het begin van het onderzoek, zodat u in de eerste uren na het onderzoek zo vaak mogelijk kunt plassen
- gedurende ten minste 4 uur niet eten
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Overleg met uw nucleair geneeskundige indien u jonger bent dan 18 jaar, omdat er maar weinig
gegevens beschikbaar zijn over de werkzaamheid en veiligheid voor patiënten in deze leeftijdscategorie. Uw arts moet echter altijd de mogelijke risico’s en baten tegen elkaar afwegen
voordat dit middel wordt gebruikt
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Fludeoxyglucose (18F) MCA nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of de nucleair geneeskundige die toezicht houdt op het onderzoek. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
Meld uw arts indien u een of meer van de volgende geneesmiddelen/stoffen gebruikt of toegediend hebt gekregen, omdat deze de interpretatie van de camera beelden door uw arts kunnen verstoren:
- geneesmiddelen die de bloedsuikerspiegel (hoeveelheid suiker in het bloed) veranderen, zoals glucose en insuline.
- bepaalde geneesmiddelen die een ontsteking onderdrukken (corticosteroïden).
- sommige geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van epilepsie, zoals valproaat, carbamazepine, fenytoïne of fenobarbital).
- sommige geneesmiddelen die het zenuwstelsel beïnvloeden (adrenaline, noradrenaline of dopamine)
- Stoffen die de aanmaak van bloedcellen in het beenmerg bevorderen, zoals kolonie- stimulerende factoren. Tot enkele dagen na toediening van kolonie-stimulerende factoren kan de fludeoxyglucose opname in het beenmerg en in de milt verhoogd zijn.
Als u twijfelt over de toepassing van andere geneesmiddelen tijdens het onderzoek, spreek erover met uw arts of de apotheker of de specialist die het onderzoek uitvoert voor aanvullende informatie.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Dit geneesmiddel kan alleen worden toegediend aan patiënten die gedurende minstens 4 uur geen voedsel hebben genuttigd. De reden hiervoor is dat een hoog suikergehalte in bloed de opname van fludeoxyglucose in de lichaamscellen belemmert.
Voor de beste beeldkwaliteit en om de blootstelling van de blaas aan straling zo laag mogelijk te houden is het echter aanbevolen dat u veel water drinkt vóór en na het onderzoek (suikerhoudende dranken dienen vermeden te worden) en uw blaas vaak leegt.
Zwangerschap en borstvoeding
Vraag uw arts om advies voordat het geneesmiddel wordt toegediend als er een kans bestaat dat u zwanger bent, als uw menstruatie is uitgebleven of als u borstvoeding geeft.
Wanneer u twijfelt, is het belangrijk dat u contact opneemt met uw arts of uw nucleair geneeskundige die de procedure begeleidt.
Bent u zwanger?
Als u zwanger bent zal uw arts dit middel alleen toepassen als hij van mening is dat het voordeel opweegt tegen het risico.
Geeft u borstvoeding?
Informeer uw arts of u borstvoeding geeft, want hij/zij kan dan besluiten om het onderzoek uit te stellen. Als toediening moet plaatsvinden tijdens de borstvoedingsperiode, krijgt u het advies om tevoren moedermelk af te kolven voor later gebruik. U kan de borstvoeding ook tijdelijk vervangen door flesvoeding. Na de injectie mag u gedurende 12 uur geen borstvoeding geven en de moedermelk die u in deze tijd produceert, moet worden afgekolfd en weggegooid. Het hervatten van de borstvoeding dient te geschieden in overleg met de nucleaire geneeskundige die het onderzoek begeleidt.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw nucleair geneeskundige voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Fludeoxyglucose (18F) MCA heeft voor zover bekend geen invloed op uw vermogen om auto te rijden en machines te gebruiken.
Fludeoxyglucose (18F) MCA bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat maximaal 40 mg natrium per injectie. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een gecontroleerd natriumdieet.