Farmacologie en werkingsmechanisme
Indapamide werkt in op het nefron (de kleinste functionele eenheid van de nier), met name in het proximale segment van de distale tubulus. Daar remt het de Na+/Clcotransporter, waardoor de natriumreabsorptie afneemt. Daardoor worden natrium en water vastgehouden in het lumen van het nefron en uitgescheiden in de urine. De volgende effecten zijn verminderd plasmavolume, verminderde veneuze terugvoer, verminderde hartoutput en uiteindelijk lage bloeddruk.
Waarschijnlijk hebben thiazide-achtige diuretica zoals indapamide bijkomende bloeddrukverlagende mechanismen die geen verband houden met diurese. Het precieze mechanisme achter dit extra werkingsmechanisme is niet duidelijk. Sommige studies suggereren dat indapamide de reactie op vasopressoren (stoffen die de bloeddruk kunnen verhogen) vermindert. Andere studies suggereren dat indapamide de perifere weerstand kan verminderen via een onverklaard mechanisme.
Farmacokinetiek
De biologische beschikbaarheid van indapamide is vrijwel volledig na een orale dosis en wordt niet beïnvloed door voedsel of maagzuurremmers. Indapamide is zeer lipofiel door zijn indolinegedeelte. Deze eigenschap verklaart waarschijnlijk waarom de renale klaring van indapamide minder dan 10% van de totale systemische klaring bedraagt. De maximale plasmaconcentratie wordt bereikt na ongeveer 2 tot 3 uur. Ongeveer 75-80 % van indapamide is eiwitgebonden. Indapamide bindt voornamelijk aan zuur alfa-1-glycoproteïne en minder sterk aan serumalbumine. In het bloed is indapamide ook sterk gebonden aan erytrocyten. Als gevolg van het uitgebreide metabolisme in de lever wordt het grootste deel van de gegeven dosis gemetaboliseerd. Slechts ongeveer 7 % blijft ongewijzigd. Er zijn verschillende metabolische routes waarlangs indapamide kan worden gemetaboliseerd. Het belangrijkste enzym dat indapamide metaboliseert is het leverenzym CYP3A4. Indapamide wordt voor ongeveer 60-70% uitgescheiden in de urine en voor 16-23% in de feces. De eliminatiehalfwaardetijd ligt gewoonlijk tussen 14 en 18 uur.
Interacties tussen geneesmiddelen
Wanneer indapamide wordt gecombineerd met lithium en geneesmiddelen die een verlengd QT-interval of hartritmestoornissen kunnen veroorzaken.
Stoffen die een interactie met indapamide kunnen veroorzaken zijn onder andere:
- Amiodarone en andere antiaritmica.
- Lithium
- Digitalis-preparaten
- Terfenadine
- Ketoconazol
- Erytromycine en aanverwante stoffen