U mag niet met BCG vaccin AJV worden gevaccineerd:
Als u allergisch bent voor één van de stoffen in het vaccin. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. Als u lijdt aan een acute ernstige ziekte met koorts of gegeneraliseerde huidinfectie. In deze gevallen moet de vaccinatie worden uitgesteld. Eczeem is geen contra-indicatie, maar de vaccinatieplaats moet laesievrij zijn. Als u behandeld wordt met bijnierschorshormonen (corticosteroïden) (met o.a. een ontstekingsremmende werking) of met middelen toegepast bij kanker (cytostatica). Als u bent
blootgesteld aan een immunosuppressieve behandeling in de baarmoeder of via borstvoeding (bijv. behandeling met TNF-α-antagonisten) zolang een postnatale invloed op de immuunstatus van het kind mogelijk blijft (bijv. maternale behandeling met TNF-α-antagonist) en ten minste 6 maanden na de geboorte. Als u een plotselinge besmetting met ziektekiemen (bacteriën, virussen, enz.) (acute infectie) heeft. Als u een aangeboren of verworven afweerstoornis (congenitale of verworven immunodeficiëntie) heeft, bijvoorbeeld als u HIV-positief bent. Bij baby's van hiv-positieve moeders, waar de hiv-status van het kind is nog niet bekend is, wordt vaccinatie alleen geadviseerd als de voordelen opwegen tegen de mogelijke risico's op basis van de geëvalueerde immuunstatus. Als u bent lijden aan kwaadaardige aandoeningen (bijv. lymfoom, leukemie, ziekte van Hodgkin of andere tumoren van het reticulo-endotheliale systeem). Als u positief reageert op een methode voor tuberculose onderzoek door krasjes in de huid (Mantoux test). U kunt een positieve reactie op deze test krijgen, als u op dit moment tuberculose heeft of in het verleden tuberculose heeft gehad.
De dokter of verpleegkundige moet extra voorzichtig zijn wanneer hij/zij u met BCG vaccin AJV vaccineert:
Als uw immuunstatus twijfelachtig is, moet de BCG-vaccinatie worden uitgesteld totdat het immuunsysteem is geëvalueerd. Als u geneesmiddelen tegen tuberculose inneemt. BCG vaccin AJV bevat minder dan 1 mmol kalium (39 mg) in de vorm van dikaliumfosfaat en minder dan 1 mmol natrium (23 mg) in de vorm van natriumglutamaat per dosis, d.w.z. dat het in wezen kalium- en natriumvrij is. Het potentiële risico op apnoe en de behoefte om de respiratoire functies gedurende 48-
72 uur te monitoren dient in beschouwing te worden genomen in het geval van primaire immunisatie bij zeer premature kinderen (geboren ≤ 28 weken zwangerschap), in het bijzonder voor kinderen met
een nog niet volledig ontwikkeld ademhalingsstelsel in de anamnese. Aangezien het profijt van vaccineren in deze groep kinderen groot is, dient de vaccinatie niet onthouden of uitgesteld te worden.
Gebruikt u nog andere medicijnen?
Andere vaccins die gelijktijdig met BCG vaccin AJV worden toegediend, mogen niet in dezelfde arm worden geïnjecteerd.
Intradermale BCG-vaccinatie mag gelijktijdig worden gegeven met geïnactiveerde of levende vaccins, waaronder gecombineerde mazelen-, bof- en rubellavaccins. De vaccins kunnen elkaars werking versterken of verzwakken.
Indien ze niet gelijktijdig worden toegediend, moet een interval van minimaal vier weken worden aangehouden tussen de toediening van twee levende vaccins.
In de arm die wordt gebruikt voor BCG-vaccinatie mogen gedurende 3 maanden geen verdere vaccinaties worden gegeven vanwege het risico op regionale lymfadenitis.
Gebruikt u naast BCG vaccin AJV nog andere medicijnen, heeft u dat kort geleden gedaan of gaat u dit misschien binnenkort doen? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor medicijnen die u zonder recept kunt krijgen.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u zich met BCG vaccin AJV laat vaccineren.
Er bestaan onvoldoende gegevens over BCG-vaccinatie tijdens de zwangerschap om de mogelijke schadelijkheid te beoordelen. Omdat BCG vaccin AJV levend verzwakte bacteriën bevat moet BCG- vaccinatie gedurende zwangerschap vermeden worden, tenzij strikt noodzakelijk.
Een verhoging van de kans op ongewenste bijwerkingen wordt niet verwacht bij vaccinatie van vrouwen die borstvoeding geven. Er worden ook geen nadelige effecten op het zogende kind verwacht. Daarom kan BCG vaccin AJV gegeven worden aan vrouwen die borstvoeding geven.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er zijn geen gegevens bekend over de invloed van vaccinatie met BCG vaccin AJV op het rijvermogen of het vermogen om machines te bedienen. Een invloed hierop is niet waarschijnlijk.
BCG vaccin AJV bevat kalium en natrium
Dit vaccin bevat minder dan 1 mmol kalium (39 mg) in de vorm van dikaliumfosfaat en minder dan 1 mmol natrium (23 mg) in de vorm van natriumglutamaat per dosis, d.w.z. dat het in wezen kalium- en natriumvrij is.