Zoals alle geneesmiddelen kan flecaïnide bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen ze krijgt.
Net als andere anti-arrhythmica kan flecaïnide hartritmestoornissen veroorzaken. Bestaande hartritmestoornissen kunnen verergeren of nieuwe hartritmestoornissen kunnen ontstaan. Het risico op pro-aritmische effecten (het ontstaan of verergeren van hartritmestoornissen) is het grootst bij patiënten met een structurele hartaandoening en/of een significante verslechtering van de hartfunctie.
De meest voorkomende bijwerkingen die betrekking hebben op het hart zijn een afname of toename in de snelheid van het kloppen van het hart (bradycardie, tachycardie), palpitaties (hartkloppingen), hartfalen, pijn op de borst, hartaanval en verlaging van de bloeddruk (hypotensie).
Overige bijwerkingen die kunnen voorkomen:
zeer vaak (in meer dan 1 op de 10 patiënten):
kortademigheid, duizeligheid, licht gevoel in het hoofd, problemen met zien, zoals dubbelzien, wazig zien en problemen met focussen
vaak (in meer dan 1 op de 100 patiënten, maar in minder dan 1 op de 10):
misselijkheid, braken, verstopping (constipatie), buikpijn, anorexia, diarree, pijn in de bovenbuik, een vol gevoel (dyspepsie), tintelingen van de huid (“alsof er mieren overheen lopen”), coördinatiestoornissen, bewegingsstoornissen (tics), afname van gevoeligheid, toegenomen transpiratie, tijdelijk bewustzijnsverlies, oorsuizen, beven, draaiduizeligheid (vertigo), blozen, slaperigheid, ernstige depressie, angst, slapeloosheid, hoofdpijn, zwakheid, vermoeidheid, koorts, vochtophoping in het weefsel (oedeem) en gevoel van ongemak.
soms (in meer dan 1 op de 1000 patiënten, maar in minder dan 1 op de 100):
longontsteking (pneumonie), winderigheid (flatulentie), zenuwaandoeningen bijvoorbeeld in armen en benen, toevallen/stuipen (convulsies), afname in rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes, verwarring, waarnemingen van dingen die er niet zijn (hallucinaties), geheugenverlies (amnesie), allergische huidreacties zoals uitslag, kaalheid en bultjes, droge mond, smaak stoornissen
zelden (in meer dan 1 op de 10.000 patiënten, maar in minder dan 1 op de 1000): verhoogde concentratie leverenzymen, omkeerbaar na staken van de behandeling
zeer zelden (in minder dan 1 op de 10.000 patiënten):
verhoogde spiegels van bepaalde antistoffen, afzettingen op het hoornvlies
Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.