De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg moeten alle bovenstaande rubrieken raadplegen voordat zij onderstaande aanvullende informatie lezen.
Door de instabiliteit van GlucaGen in oplossing moet het product onmiddellijk na reconstitutie worden toegediend en moet het niet als een intraveneus infuus worden gegeven.
Probeer niet het kapje terug te plaatsen op de naald van de gebruikte injectiespuit. Doe de gebruikte injectiespuit in het oranje doosje en gooi de gebruikte naald weg in een naaldencontainer bij de eerstvolgende gelegenheid.
Behandeling van ernstige hypoglykemie
Toedienen via subcutane of intramusculaire injectie. Indien de patiënt niet binnen 10 minuten reageert, moet intraveneus glucose worden gegeven. Indien de patiënt heeft gereageerd op de behandeling moeten orale koolhydraten worden toegediend om het leverglycogeen aan te vullen en een herhaling van hypoglykemie te voorkomen.
Diagnostische procedures
Wanneer het diagnostisch onderzoek is beëindigd, moeten orale koolhydraten worden toegediend, als dit verenigbaar is met de diagnostische procedure. Denk eraan dat GlucaGen het tegenovergestelde effect van insuline heeft. Wees extra voorzichtig met de toediening van
GlucaGen tijdens endoscopie of radiografie bij patiënten met diabetes of ouderen met hartproblemen. Mogelijk kan een injectiespuit met een dunnere naald en een nauwkeurigere schaalverdeling beter geschikt zijn bij diagnostische procedures.
Onderzoek van het maagdarmkanaal:
Doseringen variëren van 0,2 – 2 mg, afhankelijk van de gebruikte onderzoekstechniek en de toedieningsweg. De diagnostische dosis voor het ontspannen van de maag, begin van de twaalfvingerige darm, twaalfvingerige darm en dunne darm is 0,2 – 0,5 mg intraveneus of
1 mg intramusculair toegediend. De dosis voor het ontspannen van de dikke darm is 0,5 – 0,75 mg intraveneus of 1 – 2 mg intramusculair. Na toedienen van 0,2 – 0,5 mg via intraveneuze injectie begint de werking binnen één minuut en de werkingsduur ligt tussen 5 – 20 minuten. Na een intramusculaire injectie van 1 – 2 mg begint de werking na 5 - 15 minuten en
duurt tussen ongeveer 10 en 40 minuten.
Andere bijwerkingen na het gebruik bij diagnostische procedures
Veranderingen in de bloeddruk, snelle hartslag, hypoglykemie en hypoglykemisch coma.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in oktober 2022
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het
CBG (www.cbg-meb.nl).