Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- als u overgevoelig (allergisch) bent voor repaglinide of voor één van de andere bestanddelen van dit geneesmiddel.
- als u type 1 diabetes (insuline-afhankelijke diabetes) heeft;
- als het zuurgehalte in uw lichaam is verhoogd (ketoacidose ten gevolge van diabetes);
- als u een ernstige leveraandoening heeft;
• als u gemfibrozil inneemt (een geneesmiddel om verhoogd bloedvetgehalte te verlagen). Als één van deze voor u van toepassing is, vertel het uw arts en neem Repaglinide Actavis niet in.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
- als u een leveraandoening heeft. Repaglinide Actavis wordt niet aanbevolen voor patiënten met een matige leveraandoening. Repaglinide Actavis mag niet worden ingenomen bij een ernstige leveraandoening (zie “Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”).
- als u een nieraandoening heeft. Repaglinide Actavis moet voorzichtig worden gebruikt;
- als u binnenkort een grote operatie moet ondergaan of nog niet zo lang geleden ernstig ziek bent geweest of een flinke ontsteking heeft gehad. Op zulke ogenblikken kan de regulatie van uw diabetes ontregeld raken;
- als u jonger dan 18 jaar of ouder dan 75 jaar bent, wordt Repaglinide Actavis niet aangeraden. Er heeft geen onderzoek plaatsgevonden bij mensen van deze leeftijden.
Vertel uw arts als één van de bovenstaande situaties op u van toepassing is. Het kan zijn dat Repaglinide Actavis niet geschikt is voor u. Overleg met uw arts.
Als u een hypo krijgt
U kunt een hypoglykemie krijgen als uw bloedglucose te laag wordt. Dit kan gebeuren:
- als u te veel Repaglinide Actavis inneemt;
- als u zich meer lichamelijk inspant dan normaal;
- als u andere geneesmiddelen inneemt of als u lever- of nierproblemen heeft (zie andere secties in rubriek 2. “Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”).
De tekenen die wijzen op een verlaagd suikergehalte van het bloed (hypoglykemie) kunnen zich plotseling voordoen en zijn onder andere: koud zweet; een koude bleke huid; hoofdpijn; hartkloppingen; misselijkheid; overmatig hongergevoel; tijdelijke stoornissen in het gezichtsvermogen; sufheid; ongewone vermoeidheid en zwakte; zenuwachtigheid of beven; angstgevoelens; verwardheid; concentratiestoornissen.
Als uw bloedglucose laag is of u een hypoglykemie voelt opkomen: eet druivensuikertabletten of een tussendoortje of drankje met veel suiker, en ga daarna rusten.
Wanneer de symptomen van de hypoglykemie verdwenen zijn of wanneer uw bloedglucose stabiel wordt, ga verder met uw Repaglinide Actavis-behandeling. Vertel de mensen in uw omgeving dat u diabetes heeft en dat zij, wanner u flauwvalt (bewusteloos bent) wegens een hypoglykemie, u op uw zij moeten leggen en meteen medische hulp moeten inroepen. Ze mogen u niets te eten of te drinken geven. U zou kunnen stikken.
- Wanneer een ernstige hypoglykemie onbehandeld blijft, kan dat leiden tot hersenbeschadiging (tijdelijk of blijvend) of zelfs de dood tot gevolg hebben.
- Bespreek met uw arts wanneer u een hypoglykemie heeft gehad waardoor u bent flauwgevallen, of indien u vaak hypoglykemieën heeft. Misschien moet u de dosis van Repaglinide Actavis, de hoeveelheid voedsel die u eet of de mate van lichamelijke inspanning aanpassen.
Als uw bloedglucose te hoog wordt
Uw bloedglucose kan te hoog worden (hyperglykemie). Dit kan gebeuren:
- als u te weinig repaglinide gebruikt;
- als u een infectie of koorts heeft;
- als u meer dan normaal eet;
- als u zich minder lichamelijk inspant dan normaal.
De tekenen die daarop wijzen doen zich geleidelijk voor en zijn onder andere: vaak plassen; dorst; een droge huid en een droge mond. Overleg met uw arts. Misschien moet u de dosis van repaglinide, de hoeveelheid voedsel die u eet of de mate van lichamelijke inspanning aanpassen.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Repaglinide Actavis nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
U kunt repaglinide innemen met metformine, een ander geneesmiddel voor diabetes, als uw arts dit heeft voorgeschreven. Als u gemfibrozil (om het verhoogde bloedvetgehalte te verlagen) inneemt mag u repaglinide niet innemen.
Uw lichaamsreactie op repaglinide kan veranderen als u andere geneesmiddelen gebruikt, in het bijzonder:
- Monoamineoxidase-remmers (MAO-remmers) (bij behandeling van depressie)
- Bètablokkers (bij behandeling van hoge bloeddruk of hartklachten)
- ACE-remmers (bij behandeling van hartklachten)
- Salicylaten (bv. aspirine)
- Octreotide (bij behandeling van kanker)
- Niet-steroide anti-inflammatoire middelen (NSAID) (een soort pijnstiller)
- Steroïde (anabole steroïden en corticosteroïden – bij bloedarmoede of bij behandeling van ontsteking)
- Orale anticonceptiemiddelen (“de pil”)
- Thiaziden (diureticum of middel dat de uitscheiding van water door de nieren bevordert)
- Danazol (bij behandeling van borstcysten en endometriose)
- Schildklierproducten (bij behandeling van een te laag schildklierhormoongehalte)\
- Sympathicomimetica (bij behandeling van astma)
- Clarithromycine, trimethoprim, rifampicine (antibiotica)
- Itraconazol, ketoconazol (geneesmiddel ter bestrijding van schimmelinfecties)
- Gemfibrozil (bij behandeling van verhoogde bloedvetwaarden)
- Ciclosporine (gebruikt om het immuunsysteem te onderdrukken)
- Fenytoïne, carbamazepine, fenobarbital (ter behandeling van epilepsie)
- St Janskruid (kruidengeneesmiddel).
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Neem Repaglinide Actavis voor elke hoofdmaaltijd in. Alcohol kan de werking van Repaglinide Actavis om de bloedglucose te verlagen, veranderen. Wees alert op symptomen van een te laag bloedglucose (hypoglykemie).
Zwangerschap en borstvoeding
Wilt u zwanger worden, bent u zwanger of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u geneesmiddelen gebruikt.
U mag Repaglinide Actavis niet innemen wanneer u zwanger bent of probeert zwanger te worden.
U mag Repaglinide Actavis niet innemen als u borstvoeding geeft.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw rijvaardigheid of vermogen om machines te bedienen kan afnemen als uw bloedglucose te laag of te hoog is. Houd hiermee rekening dat u uzelf en anderen in gevaar kunt brengen. Vraag uw arts of u kunt rijden of machines kunt bedienen:
- als u vaak hypoglykemie heeft;
- als u weinig of geen waarschuwingssignalen van een hypoglykemie heeft.