Wanneer mag u dit medicijn niet krijgen?
U bent allergisch voor de werkzame stof (anti-humaan T-lymfocyten-immunoglobuline afkomstig van paarden) of voor een van de andere stoffen in dit medicijn. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6 van deze bijsluiter.
-
U bent allergisch voor andere gamma-globulinepreparaten afkomstig van paarden.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit medicijn?
Alleen een arts met ervaring in behandelingen die het afweersysteem minder hard laat werken (onderdrukken) mag u met Atgam behandelen. De plek waar u wordt behandeld moet opgeleid personeel met toegang tot ondersteunende medische hulpmiddelen hebben. Tijdens de behandeling met Atgam worden patiënten de hele tijd gecontroleerd.
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u dit medicijn krijgt
-
Als u denkt dat u een infectie heeft of als u klachten heeft die kunnen wijzen op een infectie zoals koorts, zweten, koude rillingen, spierpijn, hoesten, kortademigheid, een warme of rode of pijnlijke huid of pijnlijke plekken op uw lichaam, diarree of maagpijn (of andere klachten die u kunt vinden in rubriek 4).
-
Als u zich moet laten inenten. Vaccins kunnen minder goed werken als ze tegelijk met Atgam worden gegeven. De arts zal beslissen wanneer u het vaccin het best kunt krijgen.
Als medicijnen van bloed of plasma worden gemaakt, worden er maatregelen genomen om te voorkomen dat infecties worden overgedragen op patiënten. Deze maatregelen bestaan uit:
-
Strenge selectie van bloed- en plasmadonoren om ervoor te zorgen dat donoren die mogelijk een infectie met zich meedragen, geen bloed of plasma kunnen doneren.
-
Het testen van iedere donatie en plasmapool op tekenen van virussen/infecties.
-
Het opnemen van stappen bij de behandeling van het bloed of plasma om virussen te stoppen of te verwijderen.
Ondanks deze maatregelen kan de kans op overdracht van een infectie bij de toediening van medicijnen die worden bereid uit bloed of plasma niet volledig worden uitgesloten. Dit geldt ook voor onbekende of pas ontdekte virussen of andere soorten infecties.
Wees extra voorzichtig tijdens de behandeling met dit medicijn
Vertel het uw arts direct als u last krijgt van een van deze erge en misschien dodelijke bijwerkingen van Atgam (deze klachten waarvoor u direct contact met uw arts moet opnemen, worden herhaald in rubriek 4):
-
alle erge infecties: klachten kunnen zijn: koorts, zweten, koude rillingen, spierpijn, hoesten, kortademigheid, warme of rode of pijnlijke huid of pijnlijke plekken op uw lichaam, diarree of maagpijn;
-
allergische reacties: klachten kunnen zijn: huiduitslag over het hele lichaam, verhoogde hartslag, moeite met ademhalen, verlaagde bloeddruk en zwakte;
-
serumziekte: een allergische reactie die koorts, pijnlijke gewrichten, huiduitslag en gezwollen lymfeklieren veroorzaakt;
-
de bovenste laag van de huid kan zich overal op het lichaam van zijn normale plek terugtrekken;
-
koorts, zwelling, koude rillingen, verhoogde hartslag, verlaagde bloeddruk en moeite met ademhalen. Als u last heeft van deze klachten, heeft u misschien last van het cytokinenvrijgavesyndroom.
Extra tests
De arts zal een bloedtest uitvoeren voordat u met Atgam begint. Deze test herhaalt de arts tijdens en na de behandeling. Met deze tests bekijkt de arts of er een laag aantal witte bloedcellen, een laag aantal rode
bloedcellen of een daling in de bloedplaatjes is. Als er erge afwijkingen zijn in de bloedcellen, kan de behandeling met Atgam worden stopgezet.
Om te bepalen of u een hoger risico op erge allergische reacties heeft, kan er vóór de behandeling een huidtest worden uitgevoerd. Met die test wordt gecontroleerd op allergie voor een van de stoffen in Atgam. De resultaten van de test helpen de arts bij de beslissing of Atgam mag worden gegeven of niet.
Als patiënten met aplastische anemie worden behandeld met Atgam, dan kan de patiënt last krijgen van afwijkende waarden bij testen van de lever en de nieren.
Gebruikt u nog andere medicijnen?
Gebruikt u naast Atgam nog andere medicijnen, heeft u dat kort geleden gedaan of gaat u dit misschien binnenkort doen? Vertel dat dan uw arts.
Wordt de dosis van corticosteroïden en andere medicijnen die het afweersysteem minder hard laten werken (immunosuppressiva) verlaagd? Dan kunnen er enkele reacties op Atgam optreden die eerst verborgen waren. U wordt goed in de gaten gehouden tijdens de toediening van Atgam om hierop te controleren.
Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Vertel het uw arts als u denkt zwanger te zijn.
Het is niet bekend of Atgam een slechte invloed heeft op een ongeboren kind tijdens de zwangerschap. Het heeft daarom de voorkeur om Atgam niet tijdens de zwangerschap te gebruiken.
Als u zwanger wordt terwijl u dit medicijn krijgt, moet u dit direct aan uw arts laten weten.
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten goede voorbehoedsmiddelen gebruiken tijdens de behandeling met Atgam en tot 10 weken na de laatste dosis. Neem contact op met uw arts over voorbehoedsmiddelen die voor u geschikt zijn.
Borstvoeding
Vertel het uw arts als u borstvoeding geeft of borstvoeding wilt gaan geven.
Het is niet bekend of Atgam in de moedermelk komt. Een risico voor de baby kan niet worden uitgesloten. U en uw arts moeten besluiten of u borstvoeding geeft of dat u wordt behandeld met Atgam.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Atgam kan invloed hebben op hoe goed u kunt autorijden en hoe goed u machines kunt gebruiken. U moet voorzichtig zijn als u een voertuig bestuurt en als u machines gebruikt terwijl u dit medicijn krijgt.
Atgam bevat natrium
Dit medicijn bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per totale dosis, dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is. Maar dit medicijn kan bereid worden met een oplossing die natrium bevat. Vertel het uw arts als u een zoutarm (natriumarm) dieet volgt.