- Het werkzame bestanddeel van Depo-Provera 150 mg/ml is medroxyprogesteronacetaat.
- De andere bestanddelen zijn: polysorbaat 80 (E433), methylparahydroxybenzoaat (E218), propylparahydroxybenzoaat (E216), macrogol 3350, natriumchloride, natriumhydroxide (E524), zoutzuur (E507) en water voor injecties.
- Een verpakking Depo-Provera 150 mg/ml, suspensie voor injectie, bevat een voorgevulde glazen spuit met 150 mg medroxyprogesteronacetaat in 1 ml.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Registratiehouder/ompakker:
Euro Registratie Collectief b.v. Van der Giessenweg 5
2921 LP Krimpen a/d IJssel
Fabrikant:
Pfizer Manufacturing Belgium N.V.
Rijksweg 12
2870 Puurs
België
In het register ingeschreven onder
RVG 114012//06602 Depo-Provera 150 mg/ml, suspensie voor injectie (Ierland)
RVG 114013//06602 Depo-Provera 150 mg/ml, suspensie voor injectie (Noorwegen)
Naam van dit geneesmiddel in het land van herkomst:
Ierland: Depo-Provera 150 mg/ml, suspension for injection Nederland: Depo-Provera 150, suspensie voor injectie 150 mg/ml
Noorwegen: Depo-Provera 150 mg/ml, Injekt.endosspruta/kerta-annosruisku/engangssprøyte
Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in augustus 2013.
Euro Registratie Collectief b.v., 060711-0711
INFORMATIE VOOR DE MEDISCHE BEROEPSGROEP
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Depo-Provera 150 mg/ml, suspensie voor injectie.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Depo-Provera 150 mg/ml bevat 150 mg medroxyprogesteronacetaat in 1 milliliter (150 mg/ml). Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
FARMACEUTISCHE VORM
Suspensie voor injectie.
KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties
Depo-Provera 150 mg/ml is geïndiceerd voor anticonceptie, wanneer andere anticonceptie niet in aanmerking komt.
Omdat verlies van botmineraaldichtheid (BMD) kan optreden bij vrouwen van alle leeftijden die Depo- Provera 150 mg/ml langdurig gebruiken (zie rubriek 4.4 en 5.1), dient een inschatting van de risico’s/voordelen overwogen te worden, waarbij ook rekening wordt gehouden met de afname van BMD die optreedt tijdens zwangerschap en/of borstvoeding.
Gebruik bij adolescenten (12-18 jaar)
Het gebruik van Depo-Provera 150 mg/ml bij adolescenten is alleen geïndiceerd wanneer andere anticonceptiemethoden ongeschikt of onacceptabel worden geacht, vanwege de onbekende langetermijneffecten van botverlies dat geassocieerd wordt met het gebruik van Depo-Provera 150 mg/ml tijdens de kritieke periode voor botgroei (zie rubriek 4.4 en 5.1).
De voorgevulde spuit met Depo-Provera 150 mg/ml moet vlak voor gebruik krachtig worden geschud om er zeker van te zijn dat de dosis die wordt toegediend een uniforme suspensie is.
Hoe wordt Depo-Provera 150 mg/ml gebruikt?
De aanbevolen dosis is 150 mg Depo-Provera 150 mg/ml om de 12 weken, toegediend via diep intramusculaire injectie in de bilspier of eventueel de bovenarm.
De suspensie voor i.m. toediening is niet geschikt voor subcutane toediening.
Wanneer wordt Depo-Provera 150 mg/ml toegediend?
♦ Geen voorafgaand gebruik van hormonale anticonceptiva:
Eerste injectie:
De eerste Depo-Provera 150 mg/ml injectie (i.m.) dient toegediend te worden tijdens de eerste vijf dagen van een normale menstruatiecyclus. Als de injectie wordt uitgevoerd volgens deze instructies zijn er geen aanvullende anticonceptiemaatregelen nodig.
Volgende doses:
De tweede en volgende injecties dienen te worden toegediend met intervallen van 12 weken. Als het tijdsinterval tussen twee i.m. injecties groter is dan 13 weken, dient zwangerschap te worden uitgesloten voordat de volgende i.m. injectie wordt toegediend en dient tevens een barrièremiddel gebruikt te worden gedurende 14 dagen na injectie. De werkzaamheid van Depo-Provera 150 mg/ml is afhankelijk van de trouw aan het aanbevolen doseringsschema van de toediening.
♦ Na een oraal combinatie anticonceptivum (OAC):
Bij het overgaan van een andere anticonceptieve methode naar Depo-Provera 150 mg/ml (i.m.) dient Depo-Provera 150 mg/ml zodanig te worden toegediend dat contraceptie gewaarborgd blijft, gebaseerd op het werkingsmechanisme van beide methodes.
Depo-Provera 150 mg/ml dient bij voorkeur toegediend te worden op de dag na die waarop de laatste (actieve) tablet van het OAC is ingenomen, maar uiterlijk op de dag na het tabletvrije interval of laatste placebotablet (binnen 7 dagen na het innemen van de laatste pil).
♦ Na een ander anticonceptivum met alleen progestageen (OAC met alleen een progestageen, implantaat):
Depo-Provera 150 mg/ml kan bij overschakelen van een OAC met alleen een progestageen op iedere gewenste dag worden toegediend. Bij overschakelen van een implantaat kan Depo-Provera 150 mg/ml respectievelijk op de dag waarop het volgende implantaat ingebracht zou moeten worden, of op de dag van verwijdering van het implantaat toegediend worden.
♦ Na een abortus in het eerste trimester:
Depo-Provera 150 mg/ml dient onmiddellijk te worden toegediend. ♦ Na een bevalling of een abortus in het tweede trimester:
Voor vrouwen die borstvoeding geven: zie rubriek 4.6. Depo-Provera 150 mg/ml dient binnen 18 dagen na de partus of na een abortus in het tweede trimester te worden toegediend. Als Depo-Provera 150 mg/ml op een later tijdstip wordt toegediend dan moet de vrouw geadviseerd worden om tevens een barrièrecontraceptivum te gebruiken gedurende de eerste 14 dagen na toediening.
Als in deze situatie inmiddels geslachtsgemeenschap heeft plaatsgevonden dient eerst een zwangerschap te worden uitgesloten of moet worden gewacht tot de vrouw haar eerste gewone menstruatie heeft voordat de injectie wordt gegeven.
Er zijn aanwijzingen dat gebruik van Depo-Provera 150 mg/ml direct na de bevalling (puerperium) langdurige en hevige bloedingen kan veroorzaken.
Leverinsufficiëntie
Het effect van leveraandoeningen op de farmacokinetiek van Depo-Provera 150 mg/ml is onbekend. Aangezien Depo-Provera 150 mg/ml hoofdzakelijk in de lever geëlimineerd wordt, is het mogelijk dat het slecht gemetaboliseerd wordt bij patiënten met ernstige leverinsufficiëntie (zie rubriek 4.3).
Nierinsufficiëntie
Het effect van nieraandoeningen op de farmacokinetiek van Depo-Provera 150 mg/ml is onbekend. Aangezien Depo-Provera 150 mg/ml bijna uitsluitend wordt geëlimineerd via levermetabolisme, wordt een aanpassing van de dosering bij vrouwen met nierinsufficiëntie niet nodig geacht.
Bekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel medroxyprogesteronacetaat of voor één van de hulpstoffen.
Vaginale bloeding van onbekende oorsprong. Mammapathologie of het vermoeden daarvan. Actieve veneuze trombo-embolische aandoeningen. Ernstige leverfunctiestoornissen.
Een metabole botziekte in de anamnese (bijv. osteoporose). Bekende of vermoede zwangerschap.
Als er sprake is van één van de hierna vermelde aandoeningen/risicofactoren, dienen in elk individueel geval de voordelen en nadelen van gebruik van Depo-Provera 150 mg/ml tegen elkaar te worden afgewogen en met de vrouw besproken, voordat zij besluit Depo-Provera 150 mg/ml te gaan gebruiken. De vrouw moet worden aangeraden contact op te nemen met haar arts indien een aandoening verergert of voor het eerst optreedt. De arts dient dan te overwegen of het gebruik van Depo-Provera 150 mg/ml eventueel moet worden gestaakt.
Waarschuwingen
Verlies van botmineraaldichtheid :
Het gebruik van Depo-Provera 150 mg/ml vermindert de serumoestrogeenspiegels en wordt in verband gebracht met significant verlies van BMD, als gevolg van het bekende effect van oestrogeentekort op de
botaanmaak. Botverlies wordt groter bij een langere gebruiksduur, maar BMD lijkt toe te nemen nadat het gebruik van Depo-Provera 150 mg/ml wordt gestaakt en de ovariële oestrogeenproductie toeneemt.
Het verlies van BMD is in het bijzonder van belang gedurende de adolescentie en jongvolwassenheid, een kritische periode voor botgroei. Het is niet bekend of het gebruik van Depo-Provera 150 mg/ml bij jongere vrouwen piekbotmassa vermindert en de kans op breuken op latere leeftijd vergroot.
Een onderzoek naar het effect op BMD van intramusculair medroxyprogesteronacetaat bij adolescente vrouwen toonde aan dat het gebruik werd geassocieerd met een significante afname van BMD ten opzichte van de uitgangswaarde. In het kleine aantal vrouwen dat deelnam aan de follow-up, herstelde de gemiddelde BMD tot rond de uitgangswaarden binnen 1-3 jaar na het staken van de behandeling. Depo- Provera 150 mg/ml mag gebruikt worden bij adolescenten, echter alleen nadat andere anticonceptiemethoden met de patiënte zijn besproken en ongeschikt of onacceptabel worden geacht.
De risico’s en voordelen van de behandeling dienen zorgvuldig te worden geherevalueerd bij vrouwen van alle leeftijden, die het gebruik langer dan twee jaar willen voortzetten. Vooral bij vrouwen met een kenmerkende levensstijl- en/of medische risicofactoren voor osteoporose dienen andere anticonceptiemethoden worden overwogen, voorafgaand aan het gebruik van Depo-Provera 150 mg/ml.
Significante risicofactoren voor osteoporose zijn o.a.: Alcoholmisbruik en/of gebruik van tabak
Chronisch gebruik van geneesmiddelen die de botmassa kunnen verminderen, bijv. anticonvulsiva of corticosteroïden
Lage body mass index of eetstoornis, bijv. anorexia nervosa of boulimie Eerdere laagenergetische fractuur
Familiale voorgeschiedenis van osteoporose
Een retrospectieve cohortstudie met gegevens van de General Practice Research Database (GPRD) rapporteerde dat vrouwen die MPA-injecties (DMPA) gebruikten een hoger risico op fracturen hebben dan gebruiksters van contraceptiva zonder geregistreerd gebruik van DMPA (incidentie ratio 1,41, 95% CI 1,35-1,47 voor de follow-up periode van vijf jaar); het is niet bekend of dit te wijten is aan DMPA of aan andere gerelateerde leefstijlfactoren die invloed hebben op het aantal fracturen. Daarentegen was bij vrouwen die DMPA gebruikten het risico op fracturen voor en na het starten van de behandeling niet verhoogd (relatief risico 1,08, 95% CI 0,92-1,26). Belangrijk is dat in deze studie niet vastgesteld kon worden of DMPA een effect op het aantal fracturen op latere leeftijd heeft.
Voor verdere informatie over BMD veranderingen bij zowel volwassen en adolescente vrouwen zoals gemeld in recente klinische studies, zie rubriek 5.1 (Farmacodynamische eigenschappen).
Voldoende inname van calcium en vitamine D, hetzij uit het voedsel of uit voedingssupplementen, is belangrijk voor de botconditie bij vrouwen van alle leeftijden.
Irregulier bloedverlies:
De meeste vrouwen die Depo-Provera 150 mg/ml gebruiken zullen een verstoring van het gebruikelijke bloedingspatroon ervaren. De verandering in de menstruatie kan bestaan uit onregelmatige en onvoorspelbare bloedingen of spotting, en zelden, ernstige of ononderbroken bloeding. Bij voortdurend gebruik van Depo-Provera 150 mg/ml zal het optreden van onregelmatige bloedingen afnemen en zal in toenemende mate amenorroe optreden. Als de bloedingen zeer frequent en onregelmatig zijn, dient het gebruik van een andere methode van anticonceptie overwogen te worden. Als de symptomen hardnekkig zijn, dient een biologische oorzaak uitgesloten te worden.
Kans op kanker:
Langetermijn patiënt-controleonderzoek van Depo-Provera 150 mg/ml gebruikers toonde geen algemene toename van de kans op ovarium-, lever- of baarmoederhalskanker en een aanhoudend, beschermend effect van het verminderen van de kans op endometriumkanker in de gebruikerspopulatie.
Borstkanker komt zelden voor bij vrouwen onder de 40, of ze nu wel of niet hormonale anticonceptie gebruiken.
De resultaten van enkele epidemiologische studies suggereren een klein verschil in het risico op het krijgen van de ziekte bij huidige en recente gebruikers in vergelijking met niet-gebruikers. Elk
bovenmatig risico bij huidige en recente DMPA gebruikers is klein ten opzichte van het algehele risico op borstkanker, vooral bij jonge vrouwen (zie hieronder), en is niet meer duidelijk 10 jaar na het laatste gebruik. De duur van het gebruik lijkt niet van belang te zijn.
Mogelijk aantal additionele gevallen van borstkanker gediagnosticeerd tot 10 jaar na het stoppen met injecteerbare progestagenen*
Leeftijd tijdens laatste gebruik | Aantal | gevallen per | 10,000 | Mogelijke additionele gevallen |
van DMPA | vrouwen | die nooit | gebruikt | per 10,000 DMPA gebruikers |
| hebben | | | |
20 | Minder dan 1 | | Veel minder dan 1 |
30 | 44 | | | 2-3 |
40 | 160 | | | 10 |
* gebaseerd op gebruik gedurende vijf jaar
Veranderingen in lichaamsgewicht: Het gebruik van Depo-Provera 150 mg/ml kan gepaard gaan met enige toename van het lichaamsgewicht. Er zijn aanwijzingen dat dit het gevolg is van toename in vetweefsel en niet secundair aan een anabool effect of vochtretentie.
Terugkeer van de fertiliteit: Het anticonceptieve effect van Depo-Provera 150 mg/ml is niet onmiddellijk omkeerbaar. Na staken van het gebruik van Depo-Provera 150 mg/ml is de fertiliteit niet direct hersteld, maar zal het enige tijd duren voordat de normale ovulatoire cyclus is teruggekeerd. De mediane tijd tot conceptie is 10 maanden na de laatste injectie met een spreiding van 4 tot 31 maanden. Deze periode is onafhankelijk van de gebruiksduur.
Psychische aandoeningen: Patiënten met een depressieve stoornis in de anamnese dienen zorgvuldig te worden gecontroleerd. Het geneesmiddel dient niet opnieuw te worden toegediend wanneer opnieuw een depressieve stoornis optreedt.
Trombo-embolische aandoeningen: Depo-Provera 150 mg/ml moet met uiterste voorzichtigheid gebruikt worden bij patiënten met trombo-embolische aandoeningen in de anamnese. De arts dient bedacht te zijn op symptomen die wijzen op trombo-embolische aandoeningen (diep veneuze trombose, longembolie, cerebrovasculaire aandoeningen en retinale trombose). Depo-Provera 150 mg/ml wordt niet aangeraden voor gebruik bij deze patiënten. Het wordt aanbevolen om met Depo-Provera 150 mg/ml te stoppen als bij een patiënt diep veneuze trombose optreedt tijdens het gebruik van Depo-Provera 150 mg/ml.
Gebruik van Depo-Provera 150 mg/ml wordt niet aangeraden bij de behandeling van jeugdige vrouwen met een nog niet gestabiliseerde cyclus.
Oogaandoeningen: Het geneesmiddel mag niet opnieuw worden toegediend gedurende het onderzoek als er plotseling gedeeltelijk of geheel verlies van gezichtsvermogen optreedt, of bij het plotseling opkomen van proptosis, diplopie of migraine. Als onderzoek papiloedeem of retinale vasculaire laesies aantoont, moet het geneesmiddel niet opnieuw worden toegediend.
Voorzorgen
Aangezien progestagenen een zekere mate van vochtretentie kunnen veroorzaken, moeten patiënten met aandoeningen die hierdoor kunnen worden beïnvloed (bijvoorbeeld epilepsie, migraine, astma, hart- of nierfunctiestoornissen) nauwlettend worden gecontroleerd.
Bij sommige patiënten die met progestagenen werden behandeld, is een daling van de glucosetolerantie waargenomen. De oorzaak van die daling is nog niet opgehelderd. Diabetici die met progestagenen worden behandeld dienen daarom ook nauwlettend te worden gecontroleerd.
Wanneer endometrium- of endocervicaal weefsel histologisch onderzocht dient te worden moet de patholoog-anatoom van het gebruik van Depo-Provera 150 mg/ml op de hoogte zijn.
De volgende laboratoriumonderzoeken kunnen door progestagenen worden beïnvloed: steroïdenconcentraties, gonadotrofineconcentraties en geslachtshormoonbindende globulineconcentraties in plasma en urine kunnen verlaagd zijn; stollingstestwaarden op protrombine (factor II), factor VII, VIII, IX en X kunnen verhoogd zijn; leverenzymen kunnen verhoogd zijn.
Onverwachte vaginale bloeding gedurende behandeling met MPA dient onderzocht te worden.
Indien geelzucht optreedt, moet overwogen worden het middel niet opnieuw toe te dienen.
Medisch onderzoek en controle: Voordat met Depo-Provera 150 mg/ml wordt begonnen en ook wanneer het gebruik na een onderbreking wordt hervat, moet een volledige medische anamnese (inclusief familieanamnese) worden afgenomen en lichamelijk onderzoek worden uitgevoerd op geleide van de contra-indicaties (4.3) en waarschuwingen (4.4). Onderzoek naar menstruatiestoornissen zoals oligomenorroe en amenorroe dient vóór prescriptie plaats te vinden. De frequentie en aard van verdere periodieke controles worden individueel bepaald op geleide van het klinisch oordeel.
Patiënten dienen ervan op de hoogte te worden gebracht dat het gebruik van Depo-Provera 150 mg/ml niet beschermt tegen HIV en andere seksueel overdraagbare aandoeningen.
Zwangerschap dient te worden uitgesloten voordat met Depo-Provera 150 mg/ml begonnen wordt.
Lipidenmetabolisme: De effecten van medroxyprogesteronacetaat op lipidenmetabolisme zijn bestudeerd, maar er kon geen duidelijk effect aangetoond worden. In studies werden toenamen en afnamen in totaal cholesterol, triglyceriden en low-density lipoprotein (LDL) waargenomen. Het gebruik van Depo-Provera 150 mg/ml lijkt geassocieerd te zijn met een 15-20% afname in serumconcentraties van high density lipoprotein (HDL) cholesterol, die een beschermende werking hebben tegen hart- en vaatziekten. De klinische gevolgen van deze waarneming zijn onbekend.
Voorafgaand aan het gebruik moet een mogelijk toegenomen risico op coronaire ziekten in overweging worden genomen.
Wanneer tijdens het gebruik van hoge doses oraal MPA aminoglutethimide wordt toegediend kan dit leiden tot een significante daling in de serumconcentratie van medroxyprogesteronacetaat.
Interacties met andere geneesmiddelen zijn incidenteel gerapporteerd, een causaal verband is echter niet aangetoond. Bij gelijktijdig gebruik met andere geneesmiddelen dient met de mogelijkheid van een interactie rekening te worden gehouden.
Zwangerschap
Depo-Provera 150 mg/ml is gecontraïndiceerd bij vrouwen die zwanger zijn. Een aantal meldingen duidt op een verband tussen intra-uteriene blootstelling aan progestatieve geneesmiddelen in het eerste trimester van de zwangerschap en genitale afwijkingen bij de mannelijke en vrouwelijke foetus.
Wanneer Depo-Provera 150 mg/ml tijdens de zwangerschap wordt gebruikt, of wanneer de patiënte zwanger raakt tijdens het gebruik van Depo-Provera 150 mg/ml, moet de patiënte worden gewaarschuwd over het mogelijke gevaar voor de foetus.
Eén studie liet zien dat zuigelingen van onbedoelde zwangerschappen die 1 of 2 maanden na injectie met Depo-Provera 150 mg/ml optraden, een verhoogde kans op een laag geboortegewicht hadden; dit wordt op zijn beurt in verband gebracht met een verhoogd risico op neonatale sterfte. Het totale risico hierop is echter zeer laag omdat zwangerschappen tijdens behandeling met Depo-Provera 150 mg/ml zelden voorkomen.
Bij kinderen die zijn blootgesteld aan MPA tijdens de zwangerschap en die zijn gevolgd tot aan adolescentie, zijn er geen aanwijzingen gevonden voor een negatieve invloed op hun lichamelijke, intellectuele, seksuele of sociale ontwikkeling.
Borstvoeding
Er zijn lage waarneembare hoeveelheden van het geneesmiddel aangetroffen in de melk van moeders die MPA krijgen. Bij vrouwen die borstvoeding geven en worden behandeld met Depo-Provera 150 mg/ml, is er geen negatieve invloed op de samenstelling, kwaliteit en hoeveelheid melk.
Neonaten en zuigelingen die door moedermelk zijn blootgesteld aan MPA, zijn onderzocht op ontwikkelings- en gedragseffecten tijdens de puberteit. Er zijn geen negatieve effecten waargenomen. Echter, vanwege de beperkingen van de gegevens met betrekking tot de effecten van MPA in zuigelingen jonger dan zes weken, dient Depo-Provera 150 mg/ml niet eerder dan zes weken na de bevalling gegeven te worden wanneer het enzymsysteem van het kind meer ontwikkeld is.
Er zijn geen gegevens bekend over effecten van dit product op de rijvaardigheid. Indien bijwerkingen op het centraal zenuwstelsel optreden, kunnen die invloed hebben op het vermogen voertuigen te besturen of machines te bedienen.
De bijwerkingen in onderstaande tabel zijn gemeld voor Depo-Provera 150 mg/ml; de frequenties van voorkomen zijn tevens aangegeven.
| | Zeer vaak | Vaak | | Soms | Zelden | Zeer zelden |
| | ≥1/10 | ≥1/100, <1/10 | ≥1/1000, | ≥10.000, | <1/10.000 |
| | | | | <1/100 | <1/1000 | |
Infecties | en | | | | urogenitale | | vaginitis |
parasitaire | | | | | infecties | | |
aandoeningen | | | | | | |
Neoplasmata, | | | | uterus | | |
benigne, | | | | | hyperplasie, | | |
maligne en niet | | | | vaginale cysten | | |
gespecificeerd | | | | | | |
(inclusief | | | | | | | |
cysten | en | | | | | | |
poliepen) | | | | | | | |
Bloed- | en | | | | anemie, | | |
lymfestelsel- | | | | | bloeddyscrasie, | | |
aandoeningen | | | | opgezwollen | | |
| | | | | oksel | | |
Immuun- | | | | | | | allergische |
systeem- | | | | | | | reactie |
aandoeningen | | | | | | (bijvoorbeeld |
| | | | | | | anafylaxie en |
| | | | | | | anafylactoïde |
| | | | | | | reacties) |
Endocriene | | | | | | | langdurige |
aandoeningen | | | | | | anovulatie |
Voedings- | en | vochtretentie, | | | veranderingen | | |
stofwisselings- | gewichts- | | | in eetlust | | |
stoornissen | | verandering | | | | | |
Psychische | | nervositeit | depressie, | | | | |
stoornissen | | | slapeloosheid, | | | |
| | | een verminderd | | | |
| | | libido | of | | | |
| | | anorgasmie | | | | |
Zenuwstelsel- | hoofdpijn | duizeligheid | | syncope, | | |
aandoeningen | | | | paresthesie, | | |
| | | | | convulsies, | | |
| | | | | | slaperigheid | | |
Hart- | | | | | | pijn op de borst | | |
aandoeningen | | | | | | | | | |
Bloedvat- | | | | opvliegers | | spataderen, | | | |
aandoeningen | | | | | diep | veneuze | | |
| | | | | | trombose, | | | |
| | | | | | tromboflebitis, | | |
| | | | | | trombo- | | | |
| | | | | | embolische | | | |
| | | | | | stoornissen | | | |
Ademhalings- | | | | | longembolie, | | |
stelsel-, | | | | | | dyspnoe | | | |
borstkas- | en | | | | | | | | | |
mediastinum- | | | | | | | | | |
aandoeningen | | | | | | | | | |
Maagdarm- | | buikpijn | | misselijkheid, | gastro- | | | |
stelsel- | | | | opgeblazen | intestinale | | | |
aandoeningen | | | gevoel | | stoornissen, | | | |
| | | | | | rectale | | | |
| | | | | | bloeding | | | |
Lever- en gal- | | | | | geelzucht | | | verstoorde |
aandoeningen | | | | | | | | | leverfunctie |
Huid- | en | | | acne, | geen | donkere huid- | | angio-oedeem |
onderhuid- | | | | haargroei | of | pigmentatie | en | | |
aandoeningen | | | alopecia, | | hyper- | | | |
| | | | uitslag | | pigmentatie, | | |
| | | | | | scleroderma, | | |
| | | | | | hirsutisme, | | | |
| | | | | | pruritus, | | | |
| | | | | | urticaria | | | |
Skeletspier- | | | | beenkrampen, | | | | osteoporose | artralgie |
stelsel- | en | | | rugpijn | | | | | gepaard gaande | |
bindweefsel- | | | | | | | | | met | |
aandoeningen | | | | | | | | osteoporotische | |
| | | | | | | | | fracturen | |
Voortplantings | onregelmatig | | gevoelige | | galactorroe, | | | bekkenpijn |
stelsel- | en | menstrueel | | borsten, | | dyspareunie, | | |
borst- | | bloedverlies | | leukorrhea, | veranderingen | | |
aandoeningen | (bloedingen | of | mastodynie | in | borst- | | |
| | amenorroe | of | | | omvang, | | | |
| | beide) | | | | borstknobbels | | |
| | | | | | of | tepel- | | |
| | | | | | bloeding, | | | |
| | | | | | preventie | van | | |
| | | | | | lactatie, | | | |
| | | | | | het | | niet | | |
| | | | | | terugkeren | van | | |
| | | | | | de | fertiliteit, | | |
| | | | | | dysmenorroe | | |
Algemene | | asthenie | | vermoeidheid, | dorst, heesheid, | pyrexie | reacties op de |
aandoeningen | | | oedeem | | pijn | op | de | | injectieplaats |
en toedienings- | | | | | injectieplaats, | | |
plaats- | | | | | | gevoel | van | | |
stoornissen | zwangerschap, | | | |
| paralyse, | | | |
| gezichts- | | | |
| paralyse | | | |
Onderzoeken | | verlies | van | verlaagde |
| | botmineraal- | glucose- |
| | dichtheid | | tolerantie |
Aanvullende bijwerkingen die gemeld zijn tijdens Post-Marketing ervaring: | | |
Post-marketing zijn zeldzame gevallen van osteoporose gemeld inclusief fracturen als gevolg van osteoporose bij patiënten die medroxyprogesteronacetaat i.m. krijgen toegediend.
Absorptie
Na intramusculaire toediening wordt MPA langzaam afgegeven, resulterend in lage, maar aanhoudende waarden in de circulatie. Onmiddellijk na intramusculaire toediening van 150 mg/ml MPA waren de plasmaspiegels 1,7 ± 0,3 nmol/l. Twee weken later waren de waarden 6,8 ± 0,8 nmol/l. De gemiddelde tijd tot piekwaarden is ongeveer 4 tot 20 dagen na intramusculaire dosering.
Serum medroxyprogesteronacetaat spiegels nemen geleidelijk af en blijven relatief constant op ongeveer 1 ng/ml gedurende 2-3 maanden. Circulerende spiegels kunnen 7 tot 9 maanden na intramusculaire toediening gedetecteerd worden.
Distributie
MPA is voor ongeveer 90 tot 95% gebonden aan eiwitten. Het distributievolume is volgens rapportage 20
± 3 liter. Medroxyprogesteronacetaat passeert de bloedhersenbarrière en de placenta (zie rubriek 4.6). Lage medroxyprogesteronacetaatspiegels zijn gedetecteerd in de melk van zogende vrouwen (zie rubriek 4.6) die 150 mg medroxyprogesteronacetaat intramusculair toegediend kregen.
Metabolisme
MPA wordt gemetaboliseerd in de lever.
Ten minste 11 metabolieten werden geïdentificeerd, sommige ervan doch niet alle zijn geconjugeerd. De voornaamste aangetoonde metaboliet is 6α-methyl-6β, 17α, 21-trihydroxy-4-pregneen-3, 20 dion-17- acetaat.
Excretie
De plasmahalfwaardetijd na een enkelvoudige intramusculaire injectie bedraagt circa 6 weken. Medroxyprogesteronacetaat wordt voornamelijk via de feces uitgescheiden, via biliaire secretie. Ongeveer 30% van een intramusculaire dosis wordt na 4 dagen uitgescheiden in de urine.
Carcinogenese, mutagenese, verstoring van de fertiliteit
Langdurige intramusculaire toediening van medroxyprogesteronacetaat (DMPA) liet het ontstaan van borsttumoren in beagles zien. Er was geen bewijs van een carcinogeen effect geassocieerd met de orale toediening van MPA in ratten en muizen.
Medroxyprogesteronacetaat was niet mutageen in een serie in vitro en in vivo genetische toxiciteitassays. In hoge doseringen is medroxyprogesteronacetaat een antivruchtbaarheidsmiddel en van hoge doseringen is het te verwachten dat ze de fertiliteit schaden tot het stoppen van de behandeling.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Polysorbaat 80 (E433) Methylparahydroxybenzoaat (E218) Propylparahydroxybenzoaat (E216) Macrogol 3350
Natriumchloride
Natriumhydroxide (E524) en zoutzuur (E507) Water voor injecties
Geen bekend.
Gebruik dit middel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket op de verpakking na “houdbaar t/m:”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25ºC. Niet invriezen.
Gebruiksaanwijzing voor de voorgevulde spuit:
- Verwijder het beschermdopje.
- Bevestig de naald op de spuit.
- Verwijder de beschermhuls van de naald.
Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Registratiehouder/ompakker:
Euro Registratie Collectief b.v. Van der Giessenweg 5
2921 LP Krimpen a/d IJssel
RVG 114012//06602 | Depo-Provera 150 mg/ml mg/ml, suspensie voor injectie | (Ierland) |
RVG 114013//06602 | Depo-Provera 150 mg/ml mg/ml, suspensie voor injectie | (Noorwegen) |
Deze informatie voor de medische beroepsgroep is voor de laatste keer goedgekeurd in augustus 2013.
Euro Registratie Collectief b.v., 060711-0711