Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
Als het bovenstaande op u van toepassing is of als u twijfelt, gebruik Enspryng dan niet en neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u een allergische reactie krijgt (zie rubriek 4).
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt als een van de onderstaande situaties op u van toepassing is (of als u daarover twijfelt).
Infecties
U mag Enspryng niet gebruiken als u een infectie heeft. Vertel het uw arts of verpleegkundige onmiddellijk als u denkt dat u klachten van een infectie heeft voor, tijdens of na de behandeling met Enspryng, zoals:
-
koorts of koude rillingen
-
een hoest die niet weggaat
-
zere keel
-
koortsblaasjes of zweren op uw geslachtsorgaan (herpes simplex)
-
gordelroos (herpes zoster)
-
rode huid, zwelling, gevoeligheid of pijn
-
misselijkheid of overgeven, diarree of buikpijn.
Deze informatie kunt u ook vinden in de patiëntenwaarschuwingskaart die u van uw arts heeft gekregen. Het is belangrijk dat u de waarschuwingskaart altijd bij u draagt en deze laat zien aan alle artsen, verpleegkundigen en verzorgers.
Uw arts wacht met het geven van Enspryng of laat u weten dat u geen Enspryng mag injecteren tot de infectie onder controle is.
Vaccinaties
Vertel het uw arts als u onlangs een vaccinatie heeft gekregen of binnenkort een vaccinatie zou kunnen krijgen.
Uw arts controleert of u vaccinaties nodig heeft voordat u begint met Enspryng.
-
Laat u niet vaccineren met levende of levend verzwakte vaccins (bijvoorbeeld het BCG-vaccin tegen tuberculose of vaccins tegen gele koorts) wanneer u met Enspryng wordt behandeld.
Leverenzymen
Enspryng kan een effect hebben op uw lever en de hoeveelheid van bepaalde leverenzymen in uw bloed verhogen. Uw arts doet bloedonderzoek voordat u begint met Enspryng en tijdens uw behandeling om in de gaten te houden hoe goed uw lever werkt. Vertel het uw arts of verpleegkundige onmiddellijk als u een van deze klachten van leverschade heeft tijdens of na de behandeling met Enspryng:
-
gele verkleuring van de huid en het oogwit (geelzucht)
-
donkergekleurde urine
-
misselijkheid en overgeven
-
buikpijn
Aantal witte bloedcellen
Uw arts doet bloedonderzoek voordat u begint met Enspryng en tijdens uw behandeling om het aantal witte bloedcellen in de gaten te houden.
Kinderen en jongeren
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen jonger dan 12 jaar oud. Dit is omdat het middel nog niet is onderzocht in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Enspryng nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Gebruikt u geneesmiddelen zoals warfarine, carbamazepine, fenytoïne en theofylline? Vertel dat dan uw arts of apotheker, omdat de doseringen misschien moeten worden aangepast.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Uw arts kan u het advies geven te stoppen met borstvoeding als u Enspryng gaat gebruiken. Het is niet bekend of Enspryng in de moedermelk terechtkomt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Naar verwachting heeft Enspryng geen invloed op uw rijvaardigheid, vermogen om te fietsen of het vermogen om gereedschap te gebruiken of machines te bedienen.