- De werkzame stof in dit middel is 50 mg 5-fluorouracil per ml.
- De andere stoffen in dit middel zijn natriumhydroxide (E524, voor pH stelling) en water voor injectie.
De oplossing voor injectie is helder, kleurloos tot nagenoeg kleurloos en vrij van zichtbare deeltjes.
Fluorouracil 50 mg/ml PCH is verpakt in glazen injectieflacons à 5 ml (250 mg fluorouracil), 10 ml (500 mg fluorouracil), 20 ml (1000 mg fluorouracil) en 100 ml (5 g fluorouracil) oplossing voor injectie.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Pharmachemie BV Swensweg 5
2031 GA Haarlem Nederland
Fabrikant
Pharmachemie BV
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
FLUOROURACIL 50 MG/ML PCH oplossing voor injectie
T eva Pharmaceutical Works Private Limited Company
T áncsics M. út 82
H-2100 Gödöllő
Hongarije
In het register ingeschreven onder
RVG 11900.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in mei 2013.
0413.4v.HW
FLUOROURACIL 50 MG/ML PCH oplossing voor injectie
<----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.
Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling
Fluorouracil 50 mg/ml PCH bevat 50 mg 5-fluorouracil per ml oplossing voor injectie.
Therapeutische indicaties
Fluorouracil 50 mg/ml PCH kan als monotherapie of in combinatie worden toegepast als palliatieve behandeling bij veelvoorkomende maligniteiten, met name darm - en borstkanker.
Dosering en wijze van toediening
De keuze van de juiste dosering en een geschikt behandelschema zal afhangen van de toestand van de patiënt, de tumorsoort die wordt behandeld en of fluorouracil als monotherapie of in combinatie met een andere therapie wordt toegediend. De initiële behandeling dient in het ziekenhuis te worden toegediend en de totale dagelijkse dosis mag niet meer dan 1 gram bedragen. De dosis wordt gewoonlijk berekend conform het werkelijke gewicht van de patiënt, behalve bij obesitas, oedee m of een andere vorm van abnormale vochtretentie zoals ascites. In dat geval dient het ideale gewicht als uitgangspunt te worden genomen voor de berekening.
Aangeraden wordt de dosis te verlagen bij patiënten met een van de volgende complicaties:
- Cachexie
- Grote operatie in de voorafgaande 30 dagen
- Verminderde beenmergfunctie
- Gestoorde lever- of nierfunctie
Fluorouracil 50 mg/ml PCH kan door middel van intraveneuze injectie, intraveneuze of intra-arteriële infusie worden toegediend.
Het volgende behandelingsregime wordt aanbevolen voor toepassing als monotherapie.
Initiële behandeling
Deze kan worden toegediend als infuus of injectie, waarbij meestal de voorkeur wordt gegeven aan een infuus, vanwege de lagere toxiciteit.
Intraveneus infuus
15 mg/kg lichaamsgewicht of 600 mg/m2, maar niet meer dan 1 g per infusie, verdund in 500 ml glucose 5% of NaCl 0,9% en als een 4 uur durend infuus toegediend met een snelheid van 40 druppels per minuut. Als alternatief kan deze dagelijkse dosis als 30-60 minuten durend infuus of als een continu 24- uurs infuus worden toegediend. Het infuus kan dagelijks worden herhaald tot toxiciteit ontstaat (stomatitis, diarree, leukopenie of trombocytopenie), of een totale dosis van 12-15 g is bereikt.
Intraveneuze injectie
Gedurende 3 dagen kan dagelijks 12 mg/kg lichaamsgewicht of 480 mg/m 2 worden toegediend. Daarna, als er geen aanwijzingen voor toxiciteit zijn (stomatitis, diarree, leukopenie of trombocytopenie), krijgt de patiënt om de andere dag (dag 5, 7 en 9) nog drie doses van 6 mg/kg of 240 mg/m2
FLUOROURACIL 50 MG/ML PCH oplossing voor injectie
toegediend. Een alternatieve behandeling is 15 mg/kg als eenmalige intraveneuze injectie eenmaal per week voor de duur van de chemokuur.
Intra-arterieel infuus
Een dagelijkse dosis van 5-7,5 mg/kg lichaamsgewicht of 200-300 mg/m2 kan worden toegediend door middel van een continu 24-uurs intra-arterieel infuus.
Onderhoudstherapie
De intensieve kuur die in eerste instantie wordt gegeven, kan worden gevolgd door een onderhoudsbehandeling op voorwaarde dat er geen significante toxische bijwerkingen zijn opgetreden. In alle gevallen moeten de toxische bijwerkingen zijn verdwenen voordat de onderhoudsbehandeling wordt gestart.
De behandeling kan worden voortgezet met intraveneuze injecties eenmaal per week van 5 -10 mg/kg lichaamsgewicht of 200-400 mg/m2.
In combinatie met radiotherapie
Radiotherapie in combinatie met 5-FU is nuttig gebleken in de behandeling van bepaalde typen gemetastaseerde laesies in de longen en voor de pijnbestrijding bij recidiverende, inoperabele tumoren. De standaarddosering voor 5-FU dient te worden gebruikt.
In combinatie met andere cytostatica
Fluorouracil kan samen met andere cytostatica worden toegepast. In dat geval wordt de standaarddosering gereduceerd.
Bijzondere populaties
Patiënten met verminderde nier- of leverwerking.
Bij patiënten met verminderde nier- of leverwerking dient voorzichtigheid te worden betracht en kan het nodig zijn om de dosis te verlagen.
Vanwege het gebrek aan gegevens over de veiligheid en de werking van fluorouracil wordt dit middel niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen.
Er is geen dosisaanpassing nodig.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor fluorouracil of voor één van de hulpstoffen.
- ernstige infecties (bijv. herpes zoster, waterpokken).
- ernstig verzwakte patiënten.
- beenmergdepressie na radiotherapie of behandeling met andere antineoplastische middelen.
- behandeling van non-maligne aandoeningen.
5-Fluorouracil (5-FU) mag niet worden toegediend in combinatie met brivudine, sorivudine en analogen daarvan. Brivudine, sorivudine en analogen daarvan zijn krachtige remmers van dihydropyrimidine dehydrogenase (DPD), het enzym waardoor 5-FU gemetaboliseerd wordt.
Fluorouracil is streng gecontra-indiceerd bij zwangere vrouwen of bij vrouwen die borstvoeding geven.
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Aanbevolen wordt dat fluorouracil alleen wordt toegediend door, of onder strikte supervisie van, een ervaren arts die bekend is met het gebruik van krachtige antimetabolieten en de faciliteiten h eeft voor
FLUOROURACIL 50 MG/ML PCH oplossing voor injectie
regelmatige controle van klinische, biochemische en hematologische effecten tijdens en na de toediening.
Alle patiënten dienen voor de initiële behandeling te worden opgenomen in het ziekenhuis. Adequate behandeling met fluorouracil wordt meestal gevolgd door leukopenie, waarbij het laagste
aantal witte bloedcellen gewoonlijk tussen dag 7 en 14 van de eerste kuur wordt waargenomen, maar soms pas na 20 dagen. Het aantal witte bloedcellen is gewoonlijk tegen dag 30 weer normaal. Dagelijkse controle van het aantal bloedplaatjes en witte bloedcellen wordt aanbevolen en de behandeling dient te worden onderbroken als het aantal bloedplaatjes beneden 100.000/mm3 daalt of het aantal witte bloedcellen beneden 3500/mm3. Als het totale aantal bloedcellen mind er dan 2000/mm3 bedraagt, en in het bijzonder in geval van granulocytopenie, wordt aanbevolen dat de patiënt in het ziekenhuis in beschermende isolatie wordt geplaatst en op de juiste wijze wordt behandeld om systemische infectie te voorkomen.
De behandeling dient ook te worden onderbroken bij de eerste aanwijzingen voor orale ulceratie of bij gastro-intestinale bijwerkingen zoals stomatitis, diarree, gastro-intestinale bloeding of hemorragieën van verschillende lokalisatie. De ratio tussen werkzame en toxische dosis is klein en therapeutische respons is onwaarschijnlijk zonder enige mate van toxiciteit. Daarom moet bij de selectie van de patiënten en aanpassing van de dosis zorgvuldigheid worden betracht.
Voorzichtigheid dient te worden betracht bij toepassing van fluorouracil bij patiënten met verminderde nier- of leverfunctie of geelzucht. Er zijn geïsoleerde gevallen van angina, afwijkende ECG en zelden van myocardinfarct gemeld na toediening van fluorouracil. Derhalve is voorzichtigheid geboden bij de behandeling van patiënten die tijdens de behandelingskuren last hadden van pijn op de borst, of bij patiënten met een cardiaal belaste anamnese.
Dihydropyrimidine dehydrogenase (DPD) speelt een belangrijke rol in de metabolisering van fluorouracil. Er zijn meldingen geweest van verhoogde toxiciteit van fluorouracil bij patiënten met verminderde werking of deficiëntie van DPD. Indien van toepassing dient de enzymactiviteit van DPD te worden vastgesteld voorafgaand aan de behandeling met 5-fluoropyrimidines.
Nucleoside-analogen, bijv. brivudine en sorivudine, die de DPD-activiteit beïnvloeden, kunnen verhoogde plasmaconcentratie en verhoogde toxiciteit van fluoropyrimidines tot gevolg hebben. Derhalve dient er een tussentijd van minstens 4 weken te worden gehandhaafd tussen de toediening van fluorouracil en brivudine, sorivudine of analogen daarvan. Mochten er per ongeluk nucleoside- analogen worden toegediend aan patiënten die met fluorouracil worden behandeld, dan dienen effectieve maatregelen te worden getroffen om de toxiciteit van fluorouracil te verminderen.
In dat geval wordt onmiddellijke ziekenhuisopname aanbevolen. Er dienen maatregelen te worden getroffen om systemische infecties en dehydratie te voorkomen.
In verband met de kans op ernstige of fatale infecties dienen vaccins met levend virus te worden vermeden bij patiënten die 5-fluorouracil krijgen toegediend. Contact met mensen die onlangs zijn ingeënt met het poliovaccin dient te worden vermeden.
Langdurige blootstelling aan zonlicht wordt afgeraden vanwege het risico op fotosensitiviteit. Voorzichtigheid moet worden betracht bij gebruik bij patiënten die hooggedoseerde bestraling van het bekken hebben ondergaan.
Vrouwen in de vruchtbare leeftijd en mannen dienen tijdens en gedurende 6 maanden na de beëindiging van de behandeling effectieve anticonceptie te gebruiken.
FLUOROURACIL 50 MG/ML PCH oplossing voor injectie
Patiënten die gelijktijdig fenytoïne en fluorouracil gebruiken, moeten regelmatig tests ondergaan omdat de plasmaconcentratie van fenytoïne verhoogd kan zijn.
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Van verschillende middelen is gemeld dat ze biochemisch van invloed zijn op de anti -tumorwerking of toxiciteit van fluorouracil. De meest gebruikelijke middelen zijn onder andere methotrexaat, metronidazol, leucovorine, interferon alfa en allopurinol.
De combinatie van fluorouracil en clozapine dient te worden vermeden vanwege een verhoogd risico op agranulocytose.
Bij patiënten met orofarynxcarcinoom die worden behandeld met 5-fluorouracil en cisplatine is een verhoogde incidentie van cerebrale infarcten gemeld.
Bij enkele patiënten met een stabiel warfarine-regime is na instelling van de behandeling met fluorouracil een duidelijke verhoging van de protrombinetijd en de INR gemeld.
Het enzym dihydropyrimidine dehydrogenase (DPD) speelt een belangrijke rol in de metabolisering van fluorouracil. Geneesmiddelen die invloed hebben op de DPD-activiteit, zoals de nucleosideanalogen brivudine, sorivudine en chemisch verwante analogen daarvan, kunnen een duidelijke verhoging van de plasmaconcentratie van fluorouracil veroorzaken en derhalve de toxiciteit verhogen. Derhalve dient er een tussentijd van minimaal 4 weken te worden gehandhaafd tussen de inname van fluorouracil en brivudine, sorivudine of analogen daarvan.
Van cimetidine is gemeld dat het de plasmaconcentraties van fluorouracil verhoogt, mogelijk door verminderde metabolisatie in de lever.
Bij patiënten die gelijktijdig fenytoïne en 5-fluorouracil kregen toegediend, is een verhoging van de plasmaconcentratie van fenytoïne gemeld met daaruit voortvloeiend symptomen van toxiciteit van fenytoïne.
Fluorouracil versterkt de werking van andere cytostatica en radiotherapie.
Vaccins met levend virus dienen te worden vermeden bij patiënten met een gecompromitteerd immuunsysteem.
Lijst van hulpstoffen
Natriumhydroxide (E524, voor pH stelling), water voor injectie.
Gevallen van onverenigbaarheid
Fluorouracil is onverenigbaar met calciumfolinaat, carboplatine, cisplatine, cytarabine, diazepam, doxorubicine, droperidol, filgrastim, galliumnitraat, methotrexaat, metoclopramide, morfine, ondansetron, parenterale voeding, vinorelbine, andere anthracyclinen.
Bereide oplossingen zijn basisch; aanbevolen wordt om vermenging met zure geneesmiddelen of preparaten te vermijden.
Vanwege het gebrek aan onderzoek met betrekking tot onverenigbaarheid mag dit geneesmiddel niet worden gemengd met andere geneesmiddelen.
Houdbaarheid
Ongeopende flacon: 2 jaar.
FLUOROURACIL 50 MG/ML PCH oplossing voor injectie
De flacon à 5 g/100 ml is na éénmalig aanprikken met een Chemo-Mini-Spike chemisch en fysisch stabiel gedurende 72 uur, bij kamertemperatuur (15-25°C) en buiten invloed van licht.
De oplossing is echter niet geconserveerd, zodat de microbiologische houdbaarheid afhangt van de aseptische werkwijze.
Verdunningen die 0,5 mg fluorouracil per ml in 0.9% NaCl of 5% glucose bevatten zijn 48 uur houdbaar bij een kamertemperatuur (15-25°C) mits bereid onder strikt aseptische condities.
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Fluorouracil PCH dient bewaard te worden beneden 25°C, beschermd tegen licht. Niet in de koelkast of vriezer bewaren. Wanneer door koel bewaren (< 15°C) een neerslag in de oplossing mocht ontstaan dan moet dit vóór het gebruik weer volledig in oplossing worden gebracht door de injectieflacons tot 60°C te verwarmen en te schudden. Vóór gebruik dient de oplossing te worden afgekoeld tot lichaamstemperatuur (zie USP XXIII, pag. 679).
Aard en inhoud van de verpakking
Glazen injectieflacons à 5 ml (= 250 mg 5-fluorouracil), 10 ml (= 500 mg 5-fluorouracil), 20 ml (= 1000 mg 5-fluorouracil) en 100 ml (= 5 g 5-fluorouracil).
Gebruiksaanwijzing/verwerkingsinstructies
Bij het gebruik van de 5 g/100 ml flacon dient een aseptische werkwijze (gebruik van LAF kast) strikt te worden gehanteerd.
N.B.: De 5 g/100 ml flacon is bestemd voor de ac htereenvolgende bereiding van meerdere fluorouracil toedieningen, doch niet voor conventionele multi-dose toedieningen waarbij meerdere keren kan worden aangeprikt.
Ook is deze presentatie niet bestemd voor hogere doseringen dan vermeld.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.