Controleer altijd de verpakking en het etiket van de voorgevulde pen op de naam en het type insuline wanneer u het afhaalt bij de apotheek. Verzeker u ervan dat u de Insuline lispro Sanofi ontvangt die uw arts heeft voorgeschreven.
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts. Om de mogelijke overdracht van ziekte te voorkomen, dient elke pen alleen door u te worden gebruikt, zelfs als de naald op het toedieningssysteem is vervangen.
Dosis
Gewoonlijk injecteert u Insuline lispro Sanofi binnen de 15 minuten voor de maaltijd. Indien nodig kunt u kort na de maaltijd injecteren. Echter, uw arts zal u precies verteld hebben hoeveel insuline u per dag nodig heeft, wanneer en hoe vaak u per dag moet injecteren. Deze instructies zijn alleen voor u. Volg deze precies op en bezoek uw diabeteskliniek regelmatig.
-
Als u van type insuline verandert (bijvoorbeeld van een humane of dierlijke insuline naar een Insuline lispro Sanofi-product) kan het zo zijn dat u meer of minder nodig heeft dan voorheen. Dit kan zo zijn voor de eerste injectie, maar het kan ook een geleidelijke verandering zijn gedurende enkele weken of maanden.
-
Injecteer Insuline lispro Sanofi onderhuids (subcutaan gebruik of ‘SC’). U mag alleen in een spier injecteren als uw arts dat verteld heeft.
Voorbereiding van Insuline lispro Sanofi
Insuline lispro Sanofi is al opgelost in water, dus hoeft niet te worden gemengd. Het dient alleen gebruikt te worden wanneer het op water lijkt. Het moet helder zijn, kleurloos en geen vaste deeltjes bevatten. Controleer dit voor iedere injectie.
De SoloStar voorgevulde pen voorbereiden voor gebruik (zie de gebruiksaanwijzing van de pen)
-
Insuline lispro Sanofi in een voorgevulde pen is alleen geschikt voor injectie net onder de huid. Neem contact op met uw arts als u uw insuline op een andere manier moet injecteren.
-
Was eerst uw handen.
-
Lees de gebruiksaanwijzing om te zien hoe u uw voorgevulde insulinepen dient te gebruiken. Volg de instructies zorgvuldig. Hier zijn enkele punten van aandacht.
-
Gebruik een schone naald. (Naalden zijn niet bijgeleverd.)
-
Voer altijd een veiligheidstest uit vóór iedere injectie.
Injecteren van Insuline lispro Sanofi
-
Maak de huid waar u wilt injecteren goed schoon volgens de gekregen instructies. Injecteer onderhuids, zoals het u is aangeleerd. Injecteer niet direct in een ader. Laat na de injectie het naaldje 10 seconden in de huid om zeker te zijn dat de volledige dosis is ingespoten. Masseer de injectieplaats niet. Zorg ervoor dat er ten minste 1 cm afstand zit tussen opeenvolgende injectieplaatsen, en wissel deze injectieplaatsen steeds af, zoals u is geleerd. Het maakt niet uit welke injectieplaats u gebruikt, in de bovenarm, dij, bil of in de buik, uw Insuline lispro Sanofi- injectie zal nog steeds sneller werken dan oplosbare humane insuline.
-
U moet Insuline lispro Sanofi niet intraveneus (i.v.) toedienen. Injecteer Insuline lispro Sanofi zoals uw arts of verpleegkundige het aan u heeft uitgelegd. Alleen uw arts kan Insuline lispro Sanofi intraveneus toedienen. De arts zal dit alleen doen onder speciale omstandigheden, zoals operaties of als u ziek bent en uw glucosespiegel te hoog is.
Na de injectie
Draai het naaldje met behulp van het buitenste beschermkapje van de pen af zodra u heeft geïnjecteerd. Gebruik geen naalden samen met anderen! Gebruik uw pen niet samen met anderen. Plaats de dop op uw pen terug.
Verdere injecties
-
Gebruik een nieuwe naald iedere keer als u de voorgevulde pen gebruikt. Voer altijd een veiligheidstest uit vóór iedere injectie. U krijgt een inschatting van het aantal eenheden insuline dat nog over is als u kijkt waar de zuiger staat op de insulineaanduiding.
-
Meng geen andere insuline met de insuline in uw voorgevulde pen. Wanneer de voorgevulde pen leeg is, deze niet opnieuw gebruiken. Wees voorzichtig met het weggooien – uw apotheker of diabetesverpleegkundige kan u vertellen hoe u dit moet doen.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Indien u meer Insuline lispro Sanofi gebruikt dan noodzakelijk of als u niet zeker weet hoeveel u geïnjecteerd heeft, kan een lage bloedglucosespiegel ontstaan. Controleer uw bloedglucosespiegel. Als uw bloedglucosespiegel laag is (lichte hypoglykemie), eet dan druivensuikertabletten, een suikerklontje of drink een met suiker gezoet drankje. Eet dan fruit, biscuitjes, of een boterham zoals uw arts u heeft geadviseerd en rust dan uit. Meestal verhelpt dit lichte hypoglykemie of een geringe insulineoverdosis. Als u zich beroerder voelt en uw ademhaling oppervlakkig wordt en uw huid bleek wordt, waarschuw dan direct uw arts. Een injectie van glucagon kan een behoorlijk ernstige hypoglykemie behandelen. Eet druivensuiker of suikerklontjes na de glucagoninjectie. Als u niet
reageert op de glucagoninjectie, dan zult u naar een ziekenhuis moeten gaan. Vraag uw arts u te informeren over glucagon.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Indien u minder Insuline lispro Sanofi gebruikt dan noodzakelijk of als u niet zeker weet hoeveel u geïnjecteerd heeft, kan een hoge bloedglucosespiegel ontstaan. Controleer uw bloedglucosespiegel.
Als hypoglykemie (lage bloedglucosespiegel) of hyperglykemie (hoge bloedglucosespiegel) niet wordt behandeld, kunnen deze zeer ernstig zijn en hoofdpijn, misselijkheid, braken, uitdroging (dehydratie),
bewusteloosheid, coma of zelfs de dood veroorzaken (zie onder Hypoglykemie en Hyperglykemie en diabetisch ketoacidose (verzuring van het bloed) in rubriek 4 “Mogelijke bijwerkingen”).
Drie eenvoudige stappen om hypoglykemie of hyperglykemie te vermijden zijn:
-
Zorg altijd voor reservespuiten en een reserveflacon Insuline lispro Sanofi, of een reservepen en -patronen voor het geval u uw SoloStar voorgevulde pen verliest of deze beschadigd raakt
-
Draag altijd iets bij u om te laten zien dat u suikerpatiënt bent
-
Neem altijd suikerklontjes mee
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Indien u minder Insuline lispro Sanofi gebruikt dan noodzakelijk kan een hoge bloedglucosespiegel ontstaan. Wijzig uw insuline niet tenzij uw arts dit vertelt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit middel? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.