INTRALIPID wordt via een infuus direct in de bloedbaan gebracht en kan gelijktijdig toegediend worden met aminozuren of met koolhydraten.
De hoeveelheid INTRALIPID die u krijgt toegediend en de snelheid van het infuus worden door uw arts bepaald. Dit verschilt per persoon en is afhankelijk van uw klinische toestand, lichaamsgewicht en voedingsbehoefte.
Bij volwassenen is de gemiddelde dosering 1-2 g vet per kg lichaamsgewicht per dag, overeenkomend met 10- 20 ml Intralipid 10% per kg lichaamsgewicht per dag. De maximale dagelijkse hoeveelheid vet toegediend via een infuus direct in de bloedbaan is 3 g/kg lichaamsgewicht.
De duur van de toediening van het 500 ml infuus zal tenminste 5 uur bedragen.
Bij pasgeborenen en kinderen is de aanbevolen dosis 1 tot 2 g soja-olie per kg en per dag, hetgeen overeenkomt met een hoeveelheid van 10 tot 20 ml INTRALIPID 10 % per kg lichaamsgewicht. De infusiesnelheid mag niet sneller zijn dan 0.17 g vet per kg lichaamsgewicht per uur (4 g in 24 uur). Voor kinderen met een laag geboortegewicht en kinderen met een te laag gewicht naar leeftijd wordt een startdosis aanbevolen van 0,5-1,0 g vet per kg lichaamsgewicht per 24 uur. De dosering kan worden verhoogd in overeenstemming met het vermogen tot eliminatie van vet met 0,5-1,0 g per kg lichaamsgewicht per dag tot 2 g per kg lichaamsgewicht per dag.
De dosering mag alleen worden verhoogd tot 4 g per kg lichaamsgewicht per dag indien het vetgehalte in het bloed, de leverfunctietesten en zuurstofverzadiging nauwkeurig worden gecontroleerd. De dagelijkse dosis dient bij voorkeur continu te worden toegediend middels een infusiepomp. De genoemde doseringen zijn maximum doseringen, ze mogen niet worden overschreden om tekorten als gevolg van een gemiste dosis op te vangen.
Uw arts zal u vertellen hoe lang u INTRALIPID toegediend zult krijgen.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt ?
Wanneer u teveel INTRALIPID toegediend heeft gekregen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts of apotheker.
Om een overdosering te vermijden dienen de bepalingen onder de rubriek “HOE WORDT INTRALIPID GEBRUIKT?” strikt te worden nagevolgd en in het bijzonder de toedieningsnelheid.
Een overdosering kan zich uiten in het vetoverbelastingsyndroom “Fat Overload Syndroom”. Het vetoverbelastingsyndroom “Fat Overload Syndroom” wordt gekenmerkt door verhoogde concentraties vet in het bloed, koorts, doordringing van het weefsel met vet, stoornissen in verschillende organen en coma. Alle symptomen zijn doorgaans omkeerbaar indien de toediening van Intralipid wordt gestopt (zie rubriek 4, Bijwerkingen). De bepalingen van de paragraaf “Pas goed op met INTRALIPID” dienen eveneens in acht genomen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel:
Er zijn geen verschijnselen te verwachten wanneer de behandeling met Intralipid wordt gestopt.