VOORZICHTIG MEE ZIJN?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- U bent allergisch voor itraconazol of voor één van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder rubriek 6.
- U bent zwanger of kunt zwanger worden. Gebruik Itraconazol STADA alleen als uw arts u dit nadrukkelijk heeft gezegd (zie rubriek “Zwangerschap en borstvoeding).
- U lijdt aan hartfalen of heeft hier aan geleden.
- U gebruikt een van de volgende geneesmiddelen:
- bepaalde geneesmiddelen die invloed kunnen hebben op het hartritme, zoals:
- terfenadine, astemizol of mizolastine (antihistaminica voor de behandeling van hooikoorts)
- cisapride (voor de behandeling van zure oprispingen, indigestie of verminderde beweeglijkheid van de maag)
- kinidine of dofetilide (gebruikt tegen stoornissen in het ritme van het hart) of bepridil (voor de behandeling van bepaalde hartziekten)
- pimozide of sertindol (voor de behandeling van psychische stoornissen)
- levacetylmethadol (voor de behandeling van geneesmiddelenmisbruik [afhankelijkheid van opioïden])
- bepaalde geneesmiddelen voor het verlagen van de cholesterolspiegel, zoals simvastatine, atorvastatine en lovastatine
- zogeheten ergotalkaloïden, zoals:
- dihydro-ergotamine en ergotamine (tegen migrainehoofdpijn)
- ergometrine (ergonovine) en methylergometrine (methylergonovine) die worden gebruikt na een bevalling
- triazolam of oraal midazolam (gebruikt tegen angsten of om beter te kunnen slapen)
- eletriptan (tegen migrainehoofdpijn)
- nisoldipine (voor de behandeling van hoge bloeddruk).
Uw arts weet of de geneesmiddelen die u inneemt tot een van deze groepen behoren.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Antischimmelmiddelen
U moet uw arts vertellen als u in het verleden een overgevoeligheids- of allergische reactie heeft gehad bij gebruik van andere middelen tegen schimmel- en gistinfecties (‘(tri)azolen’, bijvoorbeeld fluconazol). Het zou kunnen zijn dat u dan ook overgevoelig bent voor Itraconazol STADA.
Maagzuur
Uw geneesmiddel wordt beter opgenomen als uw maagsap zuur bevat. Als u de volgende geneesmiddelen gebruikt:
- geneesmiddelen om het aanwezige maagzuur te binden of te neutraliseren (bijv.
aluminiumhydroxide)
neem dan eerst Itraconazol STADA in en wacht ten minste twee uur voordat u het middel tegen maagzuur inneemt.
Het is mogelijk dat uw maag onvoldoende zuur bevat doordat u niet de normale hoeveelheid maagzuur produceert (achloorhydrie). Dit kan het geval zijn als u hiv (aids) heeft of als u geneesmiddelen inneemt voor de behandeling van maagzweren, bijvoorbeeld:
- H2-antagonisten
- protonpompremmers.
Als dit het geval is, kunt u uw Itraconazol STADA-capsules het beste innemen met een zuurhoudende drank. Zo bevatten koolzuurhoudende frisdranken (bijvoorbeeld cola) of vruchtensappen doorgaans zuren. Hierdoor wordt Itraconazol STADA goed opgenomen.
Leverproblemen
Als u Itraconazol STADA langer dan een maand moet gebruiken, zal uw arts regelmatig de werking van uw lever controleren. Als er verschijnselen van leverontsteking (hepatitis) optreden, moet u
stoppen met het innemen van Itraconazol STADA en onmiddellijk uw arts raadplegen. Deze verschijnselen zijn onder meer:
- verlies van eetlust (anorexie)
- misselijkheid
- braken
- vermoeidheid
- buikpijn
- donkere urine.
U mag Itraconazol STADA niet gebruiken als:
- u een leveraandoening heeft
- uit bloedonderzoek blijkt dat uw leverenzymen verhoogd zijn
- u in het verleden na het gebruik van een geneesmiddel problemen met uw lever heeft gehad.
Langdurig gebruik (langer dan 6 maanden of alles bij elkaar 6 maanden)
U mag Itraconazol STADA niet gedurende lange tijd gebruiken, tenzij uw arts dat nodig vindt.
Nieraandoening
Als u een nieraandoening heeft, is het mogelijk dat uw arts uw dosis aanpast.
Leveraandoening
Als u een door alcohol veroorzaakte leveraandoening (cirrose) heeft, is het mogelijk dat uw arts uw dosis aanpast.
Andere aandoeningen
Zeg het tegen uw arts als u lijdt aan AIDS, kanker of als uw immuunsysteem niet naar behoren functioneert.
Het is mogelijk dat uw arts de itraconazol-spiegels in uw bloed controleert en indien nodig uw dosis verhoogt.
Hartaandoeningen
Zeg het tegen uw arts als u lijdt aan hartfalen (wanneer uw hart niet langer voldoende bloed kan rondpompen; verschijnselen hiervan zijn bijv. kortademigheid, dikke enkels en moeite met langdurige lichaamsbeweging). Als deze verschijnselen tijdens de behandeling optreden, moet u stoppen met het innemen van Itraconazol STADA en uw arts raadplegen.
Als u aan hartfalen lijdt of heeft geleden, mag u Itraconazol STADA niet gebruiken, tenzij de voordelen volgens uw arts tegen de risico’s opwegen. Om uw arts te helpen bij het nemen van deze beslissing moet u hem waarschuwen als u aan andere aandoeningen lijdt als:
- pijn op de borst door een verminderde bloedtoevoer (angina pectoris)
- hartklepaandoeningen (aortastenose, mitralisstenose)
- chronische obstructieve longziekte (COPD)
- nierfalen
- oedeemaandoeningen
- hoge bloeddruk behandeld met calciumkanaalblokkers (bijv. dihydropyridinen, verapamil). Het is mogelijk dat uw arts de dosis van uw bloeddrukmiddel aanpast.
Kinderen
Normaal gesproken worden itraconazol capsules niet aan kinderen of aan ouderen gegeven. NEEM Itraconazol STADA NIET IN tenzij uw arts dit zegt. Het kan zijn dat uw arts zegt dat u Itraconazol STADA moet gebruiken als hij of zij vindt dat de voordelen groter zijn dan de risico’s.
Neuropathie
Als u verschijnselen krijgt van beschadiging van de zenuwen (neuropathie), moet u stoppen met het innemen van Itraconazol STADA. Tekenen van neuropathie zijn onder meer:
- gevoelloosheid
- beven
- tintelingen
Gehoorverlies
Zeg het tegen uw arts als u gehoorverlies constateert. Het gehoorverlies herstelt doorgaans weer wanneer de behandeling wordt gestaakt, maar kan bij sommige patiënten aanwezig blijven.
Resistente infecties
Sommige infecties kunnen resistent zijn tegen geneesmiddelen van hetzelfde type als Itraconazol STADA en niet op behandeling hiermee reageren.
Zo kan spruw resistent zijn tegen behandeling met fluconazol.
Zeg het tegen uw arts als uw spruw eerder is behandeld met geneesmiddelen die fluconazol bevatten, maar niet op deze behandeling reageerde. Hij/zij kan overwegen u een ander geneesmiddel dan Itraconazol STADA voor te schrijven. Uw arts kan ook tests doen om erachter te komen of er een goede kans is dat Itraconazol STADA zal werken.
Patiënten met een acute, levensbedreigende, systemische (over het hele lichaam) schimmelinfectie Itraconazol capsules worden niet aanbevolen voor het beginnen van de behandeling bij patiënten met een acute, levensbedreigende, systemische schimmelinfectie.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Itraconazol STADA nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.
Geneesmiddelen die de werking van Itraconazol STADA beïnvloeden
De omzetting van Itraconazol STADA in de lever wordt beïnvloed door geneesmiddelen als
- rifampicine, rifabutine, isoniazide (antibiotica voor de behandeling van tuberculose, tb)
- fenobarbital, fenytoïne (voor de behandeling van epilepsie)
- carbamazepine (voor de behandeling van epilepsie en stemmingsstoornissen)
- sint-janskruid (een kruidenmiddel tegen depressie).
Deze geneesmiddelen kunnen Itraconazol STADA minder effectief maken. Na het stopzetten van de behandeling met een van deze middelen, moet u twee weken wachten voor u begint met de behandeling met Itraconazol STADA.
Als u de volgende geneesmiddelen gebruikt, kunnen de bloedspiegels van Itraconazol STADA verhoogd zijn:
- ritonavir, indinavir, saquinavir (geneesmiddelen tegen hiv)
- sildenafil, tadalafil (voor de behandeling van impotentie). Als u sildenafil gebruikt, wordt een dosisverlaging tot 25 mg aanbevolen.
- geneesmiddelen voor de behandeling van kanker (antineoplastische middelen)
- sirolimus (gebruikt om de afstoting van getransplanteerde organen te voorkomen)
- claritromycine en erytromycine (antibiotica).
Zeg het tegen uw arts als u andere geneesmiddelen gebruikt. Uw arts weet of de geneesmiddelen die u inneemt, invloed hebben op de werking van Itraconazol STADA.
Geneesmiddelen tegen maagzweren kunnen invloed hebben op de productie van maagzuur.
Zeg het tegen uw arts als u andere geneesmiddelen gebruikt. Itraconazol STADA kan de werking hiervan beïnvloeden.
U mag de volgende geneesmiddelen NIET gelijktijdig met Itraconazol STADA gebruiken:
- terfenadine, astemizol, mizolastine (antihistaminica voor de behandeling van hooikoorts)
- cisapride (voor de behandeling van zure oprispingen, indigestie of verminderde beweeglijkheid van de maag)
- kinidine of dofetilide (gebruikt tegen stoornissen in het ritme van het hart) of bepridil (voor de behandeling van bepaalde hartziekten)
- pimozide of sertindol (voor de behandeling van psychische stoornissen)
- levacetylmethadol (voor de behandeling van verslaving aan drugs [afhankelijkheid van opioïden]).
Inname van deze geneesmiddelen tegelijk met Itraconazol STADA kan leiden tot verhoogde spiegels van deze geneesmiddelen in uw bloed. Dit kan problemen met uw hartslag tot gevolg hebben.
- geneesmiddelen als simvastatine, atorvastatine en lovastatine (om de cholesterolspiegels in uw bloed te helpen verlagen)
- triazolam of oraal midazolam (gebruikt tegen angsten of om beter te kunnen slapen)
- eletriptan (tegen migrainehoofdpijn)
- nisoldipine (voor de behandeling van hoge bloeddruk).
- zogeheten ergotalkaloïden, zoals:
- hydro-ergotamine en ergotamine (tegen migrainehoofdpijn)
- ergometrine (ergonovine) en methylergometrine (methylergonovine) die worden gebruikt
na een bevalling
Gelijktijdig gebruik van ergotamine en STADAItraconazol STADA kan leiden tot hoge ergotaminespiegels. Dit kan een aandoening veroorzaken die ergotisme wordt genoemd. Verschijnselen van ergotisme zijn:
- epileptische aanvallen (toevallen),
- hoofdpijn,
- misselijkheid,
- braken,
- hallucinaties,
- huidvervelling of
- gevoelsverlies in voeten of handen.
Als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt, is het mogelijk dat uw arts uw dosis moet aanpassen:
- calciumkanaalblokkers (bloeddrukmiddelen, bijv. dihydropyridinen, verapamil)
- warfarine (een bloedverdunnend geneesmiddel)
- ritonavir, indinavir, saquinavir (geneesmiddelen tegen hiv)
- sildenafil en tadalafil (voor de behandeling van impotentie)
- geneesmiddelen tegen kanker (bijv. vinca-alkaloïden, busulfan, docetaxel en trimetrexaat)
- ciclosporine, tacrolimus, rapamycine (ook bekend als sirolimus) (geneesmiddelen gebruikt om de afstoting van getransplanteerde organen te voorkomen). Uw arts zal de spiegels van deze geneesmiddelen controleren.
- digoxine (een hartmedicijn). Uw arts zal de digoxinespiegels controleren om te voorkomen dat ze te hoog worden.
- intraveneus dexamethason (een steroïd dat via een ader wordt toegediend)
- methylprednisolon, fluticason en budesonide (een steroïd)
- alprazolam (een kalmerend middel)
- buspiron (voor de behandeling van angstgevoelens).
Ook bij de onderstaande geneesmiddelen kan een dosisaanpassing noodzakelijk zijn:
- alfentanil, brotizolam, carbamazepine, cilostazol, disopyramide, ebastine, fentanyl, halofantrine, intraveneus (in de ader toegediend) midazolam, reboxetine, repaglinide, rifabutine.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
U moet Itraconazol STADA meteen na een maaltijd innemen. Slik uw capsules in hun geheel door. Als u geneesmiddelen inneemt die invloed kunnen hebben op uw maagzuur, moet u ook een koolzuurhoudende frisdrank drinken. Dit zorgt ervoor dat uw geneesmiddel goed wordt opgenomen (zie ook STADA“Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
Zwangerschap en borstvoeding
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
Zwangerschap
Dit geneesmiddel kan schade toebrengen aan uw ongeboren kind. NEEM GEEN itraconazol capsules als u plannen heeft om zwanger te worden of als u al zwanger bent, tenzij uw arts dat nadrukkelijk nodig vindt. Uw arts besluit of u Itraconazol STADA-capsules moet innemen na zorgvuldige afweging van:
- de mogelijke voordelen van de behandeling
- de mogelijke risico’s van de behandeling.
U moet een goede anticonceptie gebruiken:
- gedurende de behandeling en
- tot de eerstvolgende menstruatiebloeding
Borstvoeding
Itraconazol STADA wordt uitgescheiden in de moedermelk en zo doorgegeven aan uw baby. U mag daarom geen borstvoeding geven tijdens het gebruik van Itraconazol STADA. Uw arts zal beslissen of u itraconazol capsules moet innemen na een zorgvuldige afweging van:
- de mogelijke voordelen van de behandeling
- de mogelijke risico’s voor de baby gedurende de borstvoeding
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
In zeer zeldzame gevallen kan Itraconazol STADA duizeligheid, wazig/dubbel zien of gehoorverlies veroorzaken. Als u last heeft van (één van) deze verschijnselen, mag u geen voertuigen besturen of machines gebruiken.
Itraconazol STADA bevat saccharose (sucrose)
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.