Zoals alle geneesmiddelen kan ook ofloxacine bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt.
Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.
Bijwerkingen zijn gemeld door ongeveer 7% van de patiënten die ofloxacine gebruiken. De meest voorkomende bijwerkingen hebben betrekking op het maag/darmkanaal (ongeveer 5%) en het centrale zenuwstelsel (ongeveer 2%).
‘Vaak’ betekent een frequentie van >1/100 en <1/10. ‘Soms’ betekent een frequentie van >1/1000 en <1/100. ‘Zelden’ betekent een frequentie van >1/10000 en <1/1000.
‘Zeer zelden’ betekent een frequentie van <1/10000 inclusief incidentele meldingen. ‘Onbekend’ betekent dat de frequentie met de beschikbare gegevens niet kan worden bepaald.
De volgende bijwerkingen kunnen optreden:
Infecties en parasitaire aandoeningen
Soms: schimmelinfecties, pathogeen resistentie.
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Zeer zelden: bloedarmoede (anemie), bloedarmoede als gevolg van te grote afbraak van het bloed (hemolytische anemie), bloedafwijking (tekort aan witte bloedlichaampjes) gepaard gaande met verhoogde gevoeligheid voor infecties (leukopenie), het meer dan normaal voorkomen van een bepaald soort witte bloedcellen (eosinofilie), bloedafwijking (tekort aan bloedplaatjes) gepaarde gaande met blauwe plekken en bloedingsneiging (trombocytopenie), een tekort aan bloedcellen in het algemeen (pancytopenie). In sommige gevallen kan dit het gevolg zijn van verminderde werking van het beenmerg (beenmergdepressie).
Onbekend: zeer ernstige bloedafwijking (tekort aan witte bloedlichaampjes) gepaard gaande met plotselinge hoge koorts, heftige keelpijn en zweertjes in de mond (agranulocytose), beenmergdepressie.
Immuunsysteemaandoeningen
Zelden: anafylactische reactie, anafylactoïde reactie, plotselinge vochtophoping in de huid en slijmvliezen (bijvoorbeeld keel of tong), ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitslag, vaak als allergische reactie (angio oedeem). In dergelijke gevallen dient de behandeling met ofloxacine onmiddellijk te worden gestaakt.
Zeer zelden: shock (sterke daling van de bloeddruk, bleekheid, onrust, zwakke snelle pols, klamme huid, verminderd bewustzijn) door een plotselinge sterke vaatverwijding ten gevolge van ernstige overgevoeligheid voor bepaalde stoffen (anafylactische shock of anafylactoïde shock). In dergelijke gevallen dient de behandeling met ofloxacine onmiddellijk te worden gestaakt.
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Onbekend: te hoog suikergehalte in het bloed (hyperglycemie) of te laag suikergehalte in het bloed gepaard gaande met hongergevoel, zweten, duizeligheid, hartkloppingen (hypoglycemie) in diabeten behandeld met bloedsuikerverlagende middelen.
Psychische stoornissen
Soms: opwinding (agitatie), slaapstoornissen, slapeloosheid.
Zelden: reacties waarbij de controle over het eigen gedrag en handelen gestoord is (psychotische stoornis), waanvoorstellingen (hallucinaties)), angst, verwardheid, depressie. Onbekend: psychotische stoornis en depressie met gevaar voor zichzelf, inclusief suïcidale gedachten en zelfmoordpoging.
Zenuwstelselaandoeningen
Soms: duizeligheid, hoofdpijn, rusteloosheid, slaapstoornissen.
Zelden: slaperigheid, gevoelens van jeuk en kriebelen (paresthesie) of gevoelloosheid (hypoestesie), smaak- en reukstoornissen, waaronder, in uitzonderingsgevallen, verlies van smaak- en reukzin (dysgeusie en parosmie).
Zeer zelden: zenuwaandoeningen (perifere sensorische neuropathie en perifere sensomotorische neuropathie), convulsies, extrapyramidale symptomen of andere aandoeningen van musculaire coördinatie, onvaste tred en trillingen (tremor), intense dromen (inclusief nachtmerries).
Deze bijwerkingen traden bij sommige patiënten al na de eerste dosis ofloxacine op. De behandeling dient in deze gevallen onmiddellijk gestaakt te worden.
Oogaandoeningen
Soms: oogirritatie.
Zelden: gezichtsstoornissen, bijvoorbeeld onduidelijk zien, dubbel zien en het onjuist zien van kleuren.
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Soms: evenwichtsstoornissen.
Zeer zelden: oorsuizen (tinnitus), gehoorstoornissen (waaronder, in uitzonderingsgevallen, gehoorverlies).
Hartaandoeningen
Zelden: versnelde hartslag (tachycardie).
Onbekend: abnormaal snelle hartslag, levensbedreigende onregelmatige hartslag, verandering van het hartritme (dit heet ‘verlenging van het QT-interval’ en wordt vastgesteld met een ECG, een hartfilmpje).
Bloedvataandoeningen
Zelden: tijdelijke daling van de bloeddruk (hypotensie).
Zeer zelden: circulatoire collaps (als gevolg van een sterke bloeddrukdaling).
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Soms: hoest, nasofaryngitis.
Zelden: dyspnoe, bronchospasmen.
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak: maagklachten, verminderde eetlust. Soms: buikpijn, diarree, misselijkheid, braken. Zelden: enterocolitis, soms met bloed.
Zeer zelden: terugkerende, ernstige ontsteking van de dikke darm gepaard gaande met koorts en het afscheiden van slijm soms met bijmenging van etter en bloed pseudomembraneuze colitis.
Lever- en galaandoeningen
Zelden: storing van de leverfunctie met verhoogde leverenzymen (ALAT, ASAT, LDH, γ-GT en/of alkalische fosfatase) en verhoogd bloedbilirubine.
Zeer zelden: cholestatische geelzucht, ernstige leverbeschadiging. Onbekend: ontsteking van de lever (hepatitis), die ernstig kan zijn.
Huid- en onderhuidaandoeningen
Soms: jeuk (pruritis), huiduitslag (rash).
Zelden: netelroos (urticaria), blozen, hyperhydrosis, pustulaire rash.
Zeer zelden: blaren, zweren, blozen, rode huiduitslag in milde tot zeer ernstige vormen die gepaard gaan met (hoge) koorts en afsterven van de opperhuid (erythema multiforme, toxische epidermale necrolyse), overgevoeligheid voor licht (fotosensitiviteitsreactie), zich uitend als huidreacties vergelijkbaar met zonnebrand, verkleuring, afschilferen of loslaten van nagels, fixed drug eruption, vasculaire purpura, ontstekingen van de bloedvaatjes in de huid (vasculitis) die in exceptionele gevallen kan leiden tot puntvormige huidbloedingen (petechiae), bloedblaren, kleine knobbeltjes met korstvorming en in uitzonderlijke gevallen huidlesies waaronder afsterven van de huid huidnecrose. Vasculitis kan ook inwendige organen aantasten.
Onbekend: blaren, zweren, blozen, rode huiduitslag in milde tot zeer ernstige vormen die gepaard gaan met (hoge) koorts en afsterven van de opperhuid (Stevens’ Johnson syndroom), acute gegeneraliseerde pustulaire exantheem, drug rash.
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Zelden: ontsteking van pezen (tendinitis), bijvoorbeeld de achillespees.
Zeer zelden: gewrichtspijn (artralgie), spierpijn (myalgie), peesscheuring (bijvoorbeeld achillespees) die kan optreden binnen 48 uur na start van de behandeling en bilateraal kan zijn.
Onbekend: afbraak van spierweefsel (rhabdomyolyse) en/of myopathie, spierzwakte, spierscheuring.
Peesaandoeningen komen vooral bij patiënten voor die gelijktijdig met bijnierschorshormonen (corticosteroïden) worden behandeld. Deze bijwerking kan binnen 48
uur na de eerste dosis aan één of beide zijden optreden (zie ook rubriek 2 'Wees extra voorzichtig met ofloxacine'). Indien zich symptomen van peesontsteking voordoen, moet de behandeling met ofloxacine onmiddellijk gestaakt worden en een geschikte therapie gestart worden voor de aangedane pees.
Nier- en urinewegaandoeningen
Zelden: verhoogd serum creatinine (een mate voor nierfunctie). Zeer zelden: acuut nierfalen, verstoorde nierfunctie.
Onbekend: ontsteking van de nieren gepaard gaande met bloed in de urine, koorts en pijn in de flanken (acute interstitiële nefritis).
Congenitale, familiale en genetische aandoeningen
Onbekend: aanvallen van een ziekte die berust op een stoornis in de aanmaak van de rode bloedkleurstof (porfyrie) in patiënten met stoornissen in de profyrinestofwisseling.
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Zelden: malaise.