In het algemeen zult u dit geneesmiddel niet zelf ter beschikking krijgen, maar wordt het bewaard in de apotheek van het ziekenhuis. De toediening van dit geneesmiddel gebeurt volgens bepaalde regels en onder streng toezicht van het medisch personeel.
De dosis van dit medicijn wordt door uw anesthesist individueel bepaald. Propofol kan u worden toegediend als een injectie voor korte duur (alleen bij Propofol Genthon 10 mg/ml) of als infuus gedurende een kortere of langere periode. U zult binnen 1 tot 5 minuten na toediening in slaap vallen. Onderhoud van de algehele anesthesie kan ook plaats vinden door gebruik van een infuus. Kalmering op de intensive care afdeling en kalmering tijdens lokale verdoving gebeurt met behulp van een Propofol infuus.
De dosering en de duur van de behandeling zijn per patiënt verschillend.
Bij een onopzettelijke overdosering kan er verminderde ademhaling, verlaagde bloeddruk of vertraagde hartslag optreden. Ademhalingsmoeilijkheden moeten worden behandeld door kunstmatige beademing met zuurstof. Bij verlaagde bloeddruk en/of vertraagde hartslag wordt het hoofd omlaag gebracht (Trendelenburgligging) en, indien nodig, plasma-vervangingsmiddelen en bloeddrukverhogende middelen toegediend.
Uw anesthesist of arts is erop getraind om op u te letten tijden de anesthesie en/of operatie. Zij zullen de bovenstaande tekenen in de gaten houden Mocht u echter
issue date: 30-10-09 | version: M131-03.PRL.emu20.020.06 |
Common Technical Document Propofol 10 and 20 mg/ml emulsion for injection
Module 1 - Section 3.1 SPC, Labelling | |
and Package Leaflet Working Document | page 5/8 |
vermoeden, na ontwaken, dat u teveel propofol hebt toegediend gekregen, neem dan contact op met uw anesthesist of arts/specialist.
4 Mogelijke bijwerkingen
Zoals andere geneesmiddelen kan propofol bijwerkingen veroorzaken.
Het optreden van bijwerkingen hangt af van de dosering en het gebruik van andere geneesmiddelen voor en tijdens de narcose. Uw arts houdt hiermee rekening. Bovendien wordt u tijdens de narcose nauwkeurig in de gaten gehouden (hartfunctie, ademhaling).
De meest voorkomende bijwerkingen van propofol zijn verlaagde bloeddruk (hypotensie) en het tijdelijk ophouden van de ademhaling (ademhalingsdepressie).
Bijwerkingen die zeer vaak voorkomen (meer dan 1 op de 10 mensen die propofol gebruikt):
- Plaatselijke pijn tijdens de eerste injectie.
Bijwerkingen die vaak voorkomen (meer dan 1 op de 100, maar minder dan 1 op de 10 mensen die propofol gebruikt):
- Tijdens de start van de narcose kunnen spontane bewegingen en plotselinge samentrekkingen van de spieren (myocloni), te snel en te diep ademen (hyperventilatie), tijdelijk ophouden van de ademhaling (apnoe), hoesten, hikken en een warme blos worden waargenomen.
- Mild of matig verlaagde bloeddruk (hypotensie).
- Opvliegers (bij kinderen)
- Ontrekkingsverschijnselen (bij kinderen)
Bijwerkingen die soms voorkomen (meer dan 1 op de 1.000, maar minder dan 1 op de 100 mensen die propofol gebruikt):
- Duidelijk verlaagde bloeddruk (hypotensie).
- Hoesten tijdens de onderhoudsfase.
Bijwerkingen die zelden voorkomen (meer dan 1 op de 10.000, maar minder dan 1 op de 1.000 mensen die propofol gebruikt):
- Ernstige overgevoeligheidsreacties. De verschijnselen hiervan kunnen zijn roodheid van de huid (erytheem), plotseling opzwellen van de huid en van de slijmvliezen van onder andere de luchtwegen waardoor de ademhaling bemoeilijkt kan worden, benauwdheid door kramp van de ademhalingswegen (bronchospasmen) en een verlaagde bloeddruk (hypotensie).
- Hartritmestoornissen tijdens de herstelperiode.
– Versnelde harstlag (tachycardie)
issue date: 30-10-09 | version: M131-03.PRL.emu20.020.06 |
Common Technical Document Propofol 10 and 20 mg/ml emulsion for injection
Module 1 - Section 3.1 SPC, Labelling | |
and Package Leaflet Working Document | page 6/8 |
- Tijdens de narcose kan een vertraagde hartslag (bradycardie) voorkomen, incidenteel kan dit leiden tot onvoldoende of geheel ontbrekende samentrekking van de hartspier (asystole).
- Zoals bij alle narcosemiddelen kan tijdens het ontwaken een overdreven opgewekte stemming (euforie) en seksuele ontremming optreden. Ook kan tijdens het ontwaken hoofdpijn, duizeligheid, rillingen en een koudegevoel optreden, naast epileptische bewegingen zoals krampen.
- Koorts na de operatie
- Hoesten, misselijkheid en overgeven tijdens het herstel.
- Verkleuring van de urine na langdurige toediening (meestal groen).
- Bloedstolsel die een bloedvat gedeeltelijk of volledig afsluit (trombose) en bloedvatontsteking (flebitis).
Bijwerkingen die zeer zelden voorkomen (minder dan 1 op de 10.000 mensen die propofol gebruikt):
- Vertraagde epileptische aanvallen (met vertragingen die kunnen variëren van een paar uur tot meerdere dagen) en stuipen.
- Bewusteloosheid na de operatie (zie ook “Wees extra voorzichtig met Propofol
Genthon 10 of 20 mg/ml”).
- Hartfalen
- Afbraak van spierweefsel gepaard gaande met spierkrampen, koorts en roodbruine verkleuring van de urine (rhabdomyolyse)
- Verzuring van het bloed (metabole acidose)
- Teveel kalium in het bloed soms zich uitend in spierkrampen, diarree, misselijkheid,
duizeligheid, hoofdpijn (hyperkaliëmie)
- Geïsoleerde gevallen van ophoping van vocht in de longen (pulmonair oedeem).
- Incidentele gevallen van ernstige weefselreacties nadat per ongeluk naast het bloedvat (extravasculair) was toegediend.
Om zoveel mogelijk plaatselijke pijn tijdens de eerste injectie te voorkomen kan de anesthesist propofol in een grote ader toedienen. Verder kan een middel dat plaatselijk verdoofd (lidocaïne) worden gebruikt om de pijn te verminderen. Na gelijktijdige toediening van lidocaïne kunnen duizeligheid, braken, sufheid, stuipen (convulsies), een vertraagde hartslag (bradycardie), hartritmestoornissen en shock optreden.
In geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld of die u als ernstig ervaart, informeer dan uw arts of anesthesist.