Ripol 10 mg/ml Emulsie voor injectie of infusie

Illustratie van Ripol 10 mg/ml Emulsie voor injectie of infusie
Stof(fen) Propofol
Toelating Nederland
Producent Yes Pharmaceutical Development Services
Verdovend Nee
ATC-Code N01AX10
Farmacologische groep Anesthetica, algemeen

Vergunninghouder

Yes Pharmaceutical Development Services

Brochure

Waarvoor wordt dit middel gebruikt?

Ripol 10 mg/ml behoort tot een groep geneesmiddelen die 'algemene anaesthetica' worden genoemd. Algemene anaesthetica worden gebruikt om bewusteloosheid (slaap) te veroorzaken, zodat chirurgische operaties en andere ingrepen uitgevoerd kunnen worden. Ze kunnen ook gebruikt worden voor sedatie (zodat u slaperig bent maar niet volledig in slaap).

Ripol wordt als injectie aan u toegediend door een arts.

Ripol 10 mg/ml Emulsie voor injectie of infusie

Ripol 10 mg/ml wordt gebruikt om:

  • een algemene anesthesie in te leiden of in stand te houden bij volwassenen en kinderen ouder dan 1 maand
  • patiënten ouder dan 16 jaar te sederen die op de intensive care worden beademd
  • volwassenen en kinderen ouder dan 1 maand te sederen tijdens diagnostische of chirurgische procedures, alleen of in combinatie met lokale of regionale anesthesie.

Ripol 20 mg/ml Emulsie voor injectie of infusie

Ripol 20 mg/mlwordt gebruikt om:

  • een algemene anesthesie in te leiden of in stand te houden bij volwassenen en kinderen ouder dan 3 jaar
  • patiënten ouder dan 16 jaar te sederen die op de intensive care worden beademd
  • volwassenen en kinderen ouder dan 3 jaar te sederen tijdens diagnostische of chirurgische procedures, alleen of in combinatie met lokale of regionale anesthesie.

Advertentie

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?

    • U bent allergisch (overgevoelig) voor propofol of voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder rubriek 6.
  • U bent allergisch voor pinda's of soja. De reden is dat Ripol sojaboonolie bevat.
  • Voor sedatie op de intensive care bij patiënten van 16 jaar of jonger.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?

  • Als u andere gezondheidsproblemen heeft, zoals problemen met uw hart, ademhaling, nieren of lever.
  • Als uw lichaam veel water heeft verloren (als u hypovolemie heeft).
  • Als u ooit convulsies (toevallen) heeft gehad.
  • Als u ooit verteld is dat u een zeer hoog vetgehalte in uw bloed heeft. In dit geval kan het nodig zijn dat de arts het vetgehalte in uw bloed bepaalt.
  • Als u ooit is verteld dat uw lichaam problemen heeft met het gebruik van vet. In dit geval kan het nodig zijn dat de arts het vetgehalte in uw bloed bepaalt.
  • Als u hoofdletsel heeft gehad samen met een hoge bloeddruk in uw hoofd.
  • Als u een erfelijke aanleg voor acute porfyrie heeft.
  • Als u ouder of verzwakt bent of ernstig overgewicht heeft.

Ripol 10 mg/ml Emulsie voor injectie of infusie

Het gebruik van Ripol 10 mg/ml wordt niet aanbevolen bij pasgeborenen.

Ripol 20 mg/ml Emulsie voor injectie of infusie

Ripol 20 mg/ml wordt niet aanbevolen voor kinderen jonger dan 3 jaar.

Als u kort na de injectie met propofol in staat bent om naar huis te gaan, moet er iemand met u mee gaan.

Als u niet zeker weet of een van bovenstaande omstandigheden op u van toepassing is, praat dan met uw arts of verpleegkundige voordat Ripol wordt toegediend.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?

Gebruikt u naast propofol nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor kruidengeneesmiddelen, gezondheidsvoeding of voedingssupplementen die u zelf heeft gekocht.

Wees extra voorzichtig als u de volgende geneesmiddelen gebruikt:

  • bepaalde premedicatie (uw anesthesist weet welke geneesmiddelen door propofol beïnvloed kunnen worden)
  • andere anaesthetica (waaronder algemene, lokale of inhalatie-anaesthetica)
  • pijnstillers (analgetica)
  • sterke pijnstillers (fentanyl of opioïden)
  • parasympatholytica (middelen voor de behandeling van bv. pijnlijke krampen in organen, astma of de ziekte van Parkinson)
  • benzodiazepines (geneesmiddelen voor de behandeling van angst)
  • suxamethonium (spierverslapper)
  • neostigmine (geneesmiddel voor de behandeling van een ziekte die myasthenia gravis wordt genoemd)
  • ciclosporine (een geneesmiddel dat afstoting van een transplantaat moet voorkomen).

Waarop moet u letten met eten en drinken?

Als u propofol krijgt, mag u gedurende minimaal 8 uur voor en 8 uur na toediening van Ripol geen alcohol drinken.

Zwangerschap en borstvoeding

Als u zwanger bent, mag u Ripol alleen krijgen als dit absoluut noodzakelijk is. Wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u dit geneesmiddel krijgt.

Tijdens de behandeling met propofol dient het geven van borstvoeding gestaakt te worden, en de moedermelk moet gedurende 24 uur na toediening van propofol te worden weggegooid.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Nadat Ripol is toegediend, kunt u zich nog enige tijd slaperig voelen. U mag pas weer autorijden of gereedschappen of machines gebruiken als u zeker weet dat de effecten van het middel zijn verdwenen.

Als u kort na de injectie met propofol in staat bent om naar huis te gaan, mag u niet zelf autorijden.

Vraag uw arts wanneer u weer mag autorijden en wanneer u weer aan het werk kunt.

Ripol bevat sojaboonolie

Als u allergisch bent voor pinda's of soja, mag u dit middel niet gebruiken (zie hierboven 'Wanneer mag u dit middel niet gebruiken')

Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per 100 ml, en is dus in feite ‘natriumvrij’.

Advertentie

Hoe gebruikt u dit middel?

U krijgt Ripol toegediend door of onder directe supervisie van uw anesthesist of intensive- care-arts. Het geneesmiddel wordt toegediend als injectie of infusie (druppelinfuus) in een ader, meestal op de rug van uw hand of in uw onderarm.

  • Uw arts dient de injectie toe via een naald of een dun plastic buisje ('canule').
  • Voor de instandhouding van de anesthesie of sedatie kan het middel worden toegediend als intraveneuze infusie (druppelinfuus) met gebruikmaking van een elektrische pomp die automatisch de snelheid regelt waarmee de infusie wordt toegediend. Dit kan gebeuren als u een lange operatie ondergaat of op de intensive care ligt.

De dosering van Ripol kan variëren, afhankelijk van andere geneesmiddelen die u gebruikt, waaronder geneesmiddelen die u voor de operatie heeft gekregen, en van uw leeftijd, lichaamsgewicht en lichamelijke conditie. De arts geeft u de juiste dosering voor het inleiden en in stand houden van de anesthesie, of om het noodzakelijke niveau van sedatie (slaperigheid) te verkrijgen, door nauwkeurig uw reactie en de vitale functies (polsslag, bloeddruk, ademhaling enzovoorts) te observeren.

Mogelijk heeft u een paar verschillende geneesmiddelen nodig om u in slaap of slaperig te houden, vrij van pijn en met een gezonde ademhaling en een constante bloeddruk. De arts bepaalt welke geneesmiddelen u nodig heeft en wanneer.

Algemene anesthesie

Volwassenen

  • Voor het inleiden van de anesthesie hebben volwassen patiënten jonger dan 55 jaar waarschijnlijk 1,5-2,5 mg propofol/kg lichaamsgewicht nodig.
  • Voor de instandhouding van de anesthesie worden meestal doseringen van 4-12 mg propofol/kg lichaamsgewicht/uur gegeven, of herhaalde bolusinjecties (met Ripol 10 mg/ml) in doseringen van 25-50 mg.

Oudere patiënten kunnen lagere doseringen nodig hebben.

Sedatie

Volwassenen en jongeren ouder dan 16 jaar

  • Voor sedatie van volwassenen en jongeren ouder dan 16 jaar op de intensive care moet de dosering worden aangepast aan de mate van sedatie die noodzakelijk is. Bij gebruik van een continue infusie worden doorgaans doseringen van 0,3-4,0 mg propofol/kg lichaamsgewicht/uur gegeven. Een infusiesnelheid van meer dan 4.0 mg propofol/kg lichaamsgewicht/uur wordt niet aanbevolen.
  • Voor sedatie voor diagnostische en chirurgische procedures bij volwassenen en jongeren ouder dan 16 jaar zijn meestal doseringen van 0,5-1 mg propofol/kg lichaamsgewicht gedurende 1-5 minuten nodig om de sedatie in te leiden. Voor instandhouding van de sedatie is 1,5-4,5 mg propofol/kg lichaamsgewicht/uur nodig. Als een snelle toename van het niveau van sedatie (slaperigheid) wordt vereist, kan bovendien eenmalig 10-20 mg propofol worden toegediend.

Algemene anesthesie

Ripol 10 mg/ml Emulsie voor injectie of infusie

Kinderen ouder dan 1 maand

  • Voor inleiding van de anesthesie is voor de meeste patiënten ouder dan 8 jaar ongeveer 2,5 mg propofol/kg lichaamsgewicht nodig. Bij kinderen jonger dan 8 jaar kan de dosering hoger zijn (2,5-4 mg propofol/kg lichaamsgewicht).
  • Bij gebruik van een continue infusie voor de instandhouding van de anesthesie moeten meestal doseringen van 9 tot 15 mg propofol/kg lichaamsgewicht/uur worden gegeven. Bij jongere kinderen, vooral die tussen 1 maand en 3 jaar oud, kunnen hogere doseringen nodig zijn.

Ripol 20 mg/ml Emulsie voor injectie of infusie

Kinderen jonger dan 3 jaar

  • Ripol 20 mg/ml wordt niet aanbevolen voor de inleiding en instandhouding van de anesthesie bij kinderen van 1 maand tot 3 jaar, omdat de sterkte van 20 mg/ml bij kinderen moeilijk te doseren is vanwege de zeer geringe volumes die nodig zijn.

Kinderen ouder dan 3 jaar

  • Voor inleiding van de anesthesie is voor de meeste kinderen ouder dan 8 jaar ongeveer 2,5 mg propofol/kg lichaamsgewicht nodig. Bij kinderen jonger dan 8 jaar kan de dosering hoger zijn (2,5-4 mg propofol/kg lichaamsgewicht).
  • Bij gebruik van een continue infusie voor de instandhouding van de anesthesie moeten meestal doseringen van 9 tot 15 mg propofol/kg lichaamsgewicht/uur worden gegeven. Jongere patiënten kunnen hogere doseringen nodig hebben.

Sedatie

Ripol 10 mg/ml Emulsie voor injectie of infusie

Kinderen ouder dan 1 maand

  • Voor sedatie van kinderen tijdens diagnostische en chirurgische ingrepen moet de dosering worden aangepast aan de mate van sedatie die noodzakelijk is. Voor het inleiden van de sedatie is bij de meeste kinderen 1-2 mg propofol/kg lichaamsgewicht nodig. Voor instandhouding van de sedatie is 1,5-9 mg propofol/kg lichaamsgewicht/uur nodig. Als een snelle toename van het niveau van sedatie (slaperigheid) wordt vereist, kan bovendien eenmalig 1 mg propofol/kg lichaamsgewicht worden toegediend.
  • Ripol 10 mg/ml mag niet worden gebruikt bij kinderen ≤16 jaar voor de indicatie sedatie op de intensive care.

Ripol 20 mg/ml Emulsie voor injectie of infusie

Kinderen ouder dan 3 jaar

  • Voor sedatie van kinderen tijdens diagnostische en chirurgische ingrepen moet de dosering worden aangepast aan de mate van sedatie die noodzakelijk is. Voor het inleiden van de sedatie is bij de meeste kinderen 1-2 mg propofol/kg lichaamsgewicht nodig. Voor instandhouding van de sedatie is 1,5-9 mg propofol/kg lichaamsgewicht/uur nodig.
  • Ripol 20 mg/ml mag niet worden gebruikt bij kinderen ≤16 jaar voor de indicatie sedatie op de intensive care.

Duur van de behandeling

Als Ripol wordt gebruikt voor sedatie, mag het middel maximaal 7 dagen worden toegediend.

Heeft u te veel van dit middel gekregen?

Uw arts zorgt ervoor dat u de juiste hoeveelheid propofol krijgt voor de ingreep die u ondergaat. Verschillende mensen hebben echter verschillende doseringen nodig, en als u te veel krijgt toegediend, kan de anesthesist maatregelen nemen om uw hart- en ademhalingsfunctie voldoende te ondersteunen. Dat is de reden waarom anaesthetica alleen worden toegediend door artsen die zijn opgeleid in de anesthesie of in de zorg voor patiënten op de intensive care.

Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw anesthesist of intensive-care-arts.

Advertentie

Mogelijke bijwerkingen?

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.

Zeer vaak: bij meer dan 1 op de 10 gebruikers Vaak: bij 1 tot 10 op de 100 gebruikers Soms: bij 1 tot 10 op de 1000 gebruikers Zelden: bij 1 tot 10 op de 10.000 gebruikers

Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers

Niet bekend: de frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald

Bijwerkingen die tijdens de anesthesie kunnen optreden

Tijdens de anesthesie (terwijl de injectie aan u wordt toegediend of als u slaperig of in slaap bent) kunnen de volgende bijwerkingen optreden. Uw arts is hierop bedacht. Als ze optreden, zal uw arts u hiervoor de juiste behandeling geven.

Zeer vaak

  • Pijn op de injectieplaats (terwijl de injectie wordt toegediend, voordat u in slaap valt)

Vaak

  • Trage hartslag
  • Licht tot matig verlaagde bloeddruk
  • Veranderde ademhaling
  • Hikken
  • Opvliegers

Soms

  • Uitgesproken lage bloeddruk
  • Hoesten (kan ook optreden als u wakker wordt)

Zelden

  • Spiertrekkingen en trillen van het lichaam, of toevallen (kunnen ook optreden als u wakker wordt)

Zeer zelden

  • Ernstige allergische reactie, die ademhalingsproblemen of duizeligheid veroorzaakt
  • Ophoping van vocht in de longen, waardoor u heel kortademig kunt worden (kan ook optreden als u wakker wordt)
  • Verkleuring van de urine (kan ook optreden als u wakker wordt)

Niet bekend

  • Onwillekeurige bewegingen en toevallen

Bijwerkingen die na de anesthesie kunnen optreden

Onderstaande bijwerkingen kunnen optreden na de anesthesie (als u wakker wordt of nadat u wakker bent geworden)

Vaak

  • Opwinding, hoofdpijn
  • Misselijkheid of braken

Soms

  • Zwelling en roodheid of bloedstolsels bij de ader rond de plaats van injectie

Zelden

  • Seksuele opwinding
  • Duizeligheid, koude rillingen en gevoel van koude
  • Hoesten

Zeer zelden

  • Bewusteloosheid na de operatie (als dit gebeurde, herstelden de patiënten zonder problemen)
  • Ontstoken alvleesklier (pancreatitis), wat ernstige buikpijn veroorzaakt (een causaal verband kon niet worden aangetoond)
  • Koorts na de operatie
  • Veranderingen in het ECG (Brugada-ECG)

Niet bekend

  • Euforie, misbruik van geneesmiddelen (voornamelijk door medisch personeel)
  • Onregelmatige hartslag
  • Vergrote lever
  • Nierfalen
  • Afbraak van spiercellen (rhabdomyolyse), verzuring van het bloed, hoog gehalte aan kalium en vet in het bloed, hartfalen met fatale afloop (dit is opgetreden als propofol op de intensive care werd gebruikt in hogere doseringen dan aanbevolen)
  • Ernstige huid- en weefselreactie na onbedoelde toediening naast de ader.

Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Advertentie

Hoe bewaart u dit middel?

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket na “Exp.:”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.

Bewaren beneden 30 C. Niet in de vriezer bewaren.

Bewaar de injectieflacon/ampul in de buitenverpakking ter bescherming tegen licht.

Houdbaarheid voor opening

Ampullen/injectieflacons: 2 jaar.

Houdbaarheid na openen van de verpakking/verdunning Ripol 10 mg/ml Emulsie voor injectie of infusie

Het mengsel dient vlak voor toediening steriel te worden bereid, en moet binnen 6 uur na bereiding worden toegediend.

In overeenstemming met de vastgestelde richtlijnen voor andere lipidenemulsies mag een eenmalige infusie van Ripol 10 mg/ml niet langer duren dan 12 uur. Aan het eind van de procedure of, als dat eerder is, na 12 uur moeten zowel de flacon met Ripol 10 mg/ml als de infusielijn worden weggegooid en eventueel vervangen.

Ripol 20 mg/ml Emulsie voor injectie of infusie

Onmiddellijk gebruiken.

Niet verdunnen.

Ripol 10 mg/ml Emulsie voor injectie of infusie EN Ripol 20 mg/ml Emulsie voor injectie of infusie

De chemische en fysische stabiliteit van het geneesmiddel tijdens gebruik is aangetoond gedurende 24 uur bij 25oC.

Uit microbiologisch oogpunt dient het product direct te worden gebruikt. Als het product niet onmiddellijk wordt gebruikt, vallen de bewaartijden en -condities voorafgaand aan het gebruik onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker.

Gebruik dit middel niet als er deeltjes zichtbaar zijn.

Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Uw arts of ziekenhuisapotheker is er verantwoordelijk voor dat het middel op de juiste manier wordt bewaard, gebruikt en verwijderd.

Ripol 10 mg/ml Emulsion zur Injektion/Infusion Ripol 20 mg/ml Emulsion zur Injektion/Infusion Ripol 10 mg/ml emulsione per infusioneRipol 20 mg/ml emulsione per infusione Ripol 10 mg/ml Emulsie voor injectie / infusie Ripol 20 mg/ml Emulsie voor injectie / infusiePropofol 10 mg/ml (1%) Emulsion for injection/infusion Propofol 20 mg/ml (2%) Emulsion for injection/infusion

Advertentie

Anvullende Informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?

  • De werkzame stof in dit middel is propofol. 1 ml emulsie voor injectie of infusie bevat 10 mg 20 mg propofol.
  • De andere stoffen in dit middel zijn geraffineerde sojaboonolie; gezuiverde ei- fosfolipiden; glycerol; natriumhydroxide (voor aanpassing van de pH); water voor injectie.

Hoe ziet Ripol er uit en hoeveel zit er in een verpakking?

Ripol 10 en 20 mg/ml Emulsie voor injectie of infusie is een witte, waterige, isotone olie-in- water emulsie. Het is verkrijgbaar in type I glazen ampullen van 20 ml, of in type I glazen injectiespuiten van 20, 50 en 100 ml met een broombutylrubber stop.

Verpakkingsgrootten: 5 x 20 ml ampullen

5 x 20 ml injectieflacons

1 x 50 ml injectieflacon

1 x 100 ml injectieflacon

1 x 50 ml injectieflacon

Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen

YES Pharmaceutical Development Services GmbH Bahnstr. 42 – 46

61381 Friedrichsdorf Duitsland

Fabrikant

Corden Pharna S.p.A

Viale dellÍndustria 3 E

Reparto via galilei 17

Caponago, 20040

Italië

In het register ingeschreven onder:

RVG 110454

RVG 110455

Dit geneesmiddel is geregistreerd in de lidstaten van de EEA onder de volgende namen:

Duitsland:

Italië:

Nederland:

Verenigd Koninkrijk:

Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in oktober 2012.

De volgende informatie is alleen bestemd voor medisch personeel of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:

Wijze van toediening

Voor intraveneuze toediening.

Toediening van Ripol via een TCI (Target Controlled Infusion)-systeem voor sedatie op de intensive care wordt niet aanbevolen.

Uitsluitend voor eenmalig gebruik.

Voorafgaand aan de toediening moeten parenterale geneesmiddelen visueel worden geïnspecteerd op de aanwezigheid van deeltjes. Als er deeltjes zichtbaar zijn, mag de emulsie niet worden gebruikt.

Ripol 10 mg/ml Emulsie voor injectie of infusie:

Voorafgaande aan het gebruik de flacon goed schudden. Als na schudden twee lagen te zien zijn, mag de emulsie niet worden gebruikt.

Ripol 10 mg/ml kan onverdund geïnfundeerd worden of verdund met glucose 50 mg/ml (5%) intraveneuze oplossing voor infusie, natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) intraveneuze oplossing voor infusie, of met een combinatieoplossing van glucose 40 mg/ml (4%) en natriumchloride 1,8 mg/ml (0,18%).

Voorafgaand aan het gebruik dienen de hals van de ampul en de rubber stop gedesinfecteerd worden met medicinale alcohol (spray of in alcohol gedrenkt wattenstaafje). Eventueel resterende inhoud dient na gebruik te worden weggegooid.

Ripol 10 mg/ml bevat geen antimicrobiële conserveringsmiddelen, en er kan groei van micro- organismen plaatsvinden. De emulsie dient meteen na openen van de ampul of inprikken van de injectieflacon opgetrokken te worden in een steriele spuit of infusiesysteem.

De toediening dient onmiddellijk te beginnen. Tijdens de infusie dient de steriliteit van Ripol 10 mg/ml en het infuussysteem gehandhaafd te blijven.

Toevoeging van geneesmiddelen of vloeistoffen aan een lopende Ripol 10 mg/ml infusie dient dicht bij de canule plaats te vinden.

Ripol 10 mg/ml mag niet worden toegediend via infusiesystemen met een microbiologisch filter.

De inhoud van één injectieflacon Ripol 10 mg/ml en infusiemateriaal is bedoeld voor eenmalig gebruik bij één patiënt.

Restanten dienen meteen na gebruik te worden weggegooid.

Infusie van onverdund Ripol 10 mg/ml

Als Ripol 10 mg/ml als continue infusie wordt toegediend, wordt aanbevolen om altijd gereedschappen zoals buretten, druppeltellers, spuitpompjes en volumetrische infusiepompjes te gebruiken om de infusiesnelheid te regelen.

Net als bij parenterale toediening van andere vetemulsies mag de gebruiksduur via één infusiesysteem voor een continue infusie van Ripol 10 mg/ml niet langer zijn dan 12 uur. Het infusiesysteem en de flacon moeten na maximaal 12 uur weggegooid en vervangen worden.

Gelijktijdige toediening is mogelijk van Ripol 10 mg/ml met een oplossing voor infusie van glucose 50 mg/ml (5%), natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) intraveneuze oplossing voor infusie, of met een combinatieoplossing van glucose 40 mg/ml (4%) en natriumchloride 1,8 mg/ml (0,18%) dicht bij de Y-connector bij de plaats van injectie.

Restanten van Ripol 10 mg/ml aan het eind van de infusieperiode of na vervanging van het systeem dienen weggegooid te worden.

Infusie van verdund Ripol 10 mg/ml

Als Ripol 10 mg/ml als continue infusie verdund wordt toegediend, wordt aanbevolen om altijd gereedschappen zoals buretten, druppeltellers, spuitpompjes en volumetrische infusiepompjes te gebruiken om de infusiesnelheid te regelen en onbedoelde toediening van grote volumes verdund Ripol 10 mg/ml te voorkomen.

De maximale verdunning mag niet groter zijn dan 1 deel Ripol 10 mg/ml op 4 delen glucose 50 mg/ml (5%) (minimaal 2 mg propofol/ml) intraveneuze oplossing voor infusie, natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) intraveneuze oplossing voor infusie, of combinatieoplossing van glucose 40 mg/ml (4%) en natriumchloride 1,8 mg/ml (0,18%). Het mengsel dient onmiddellijk voor toediening steriel te worden bereid, en moet binnen 6 uur na bereiding worden toegediend.

Ripol 10 mg/ml mag niet worden gemengd met andere oplossingen voor injectie of infusie dan degene die hierboven worden genoemd.

Om pijn op de injectieplaats te verminderen kan meteen voor gebruik van Ripol 10 mg/ml lidocaïne worden geïnjecteerd, of Ripol 10 mg/ml kan meteen voor gebruik gemengd worden met een conserveringsmiddelvrije lidocaïne-injectie.

Het infusiesysteem dient doorgespoeld te worden voordat spierontspanners zoals atracurium en mivacurium worden toegediend als hetzelfde infusiesysteem voor Ripol 10 mg/ml wordt gebruikt.

Ripol 20 mg/ml Emulsie voor injectie of infusie

Voorafgaande aan het gebruik de flacon goed schudden. Als na schudden twee lagen te zien zijn, mag de emulsie niet worden gebruikt.

Ripol 20 mg/ml wordt onverdund intraveneus toegediend als injectie of continue infusie.

Voorafgaand aan het gebruik dienen de hals van de ampul en de rubber stop gedesinfecteerd worden met medicinale alcohol (spray of in alcohol gedrenkt wattenstaafje). Eventueel resterende inhoud dient na gebruik te worden weggegooid.

Ripol 20 mg/ml bevat geen antimicrobiële conserveringsmiddelen, en er kan groei van micro- organismen plaatsvinden. De emulsie dient meteen na openen van de ampul of inprikken van de injectieflacon opgetrokken te worden in een steriele spuit of infuussysteem.

De toediening dient onmiddellijk te beginnen. Tijdens de infusie dient de steriliteit van Ripol 20 mg/ml en het infuussysteem gehandhaafd te blijven.

Toevoeging van geneesmiddelen of vloeistoffen aan een lopende Ripol 20 mg/ml infusie dient dicht bij de canule plaats te vinden.

Ripol 20 mg/ml mag niet worden toegediend via infusiesystemen met een microbiologisch filter.

De inhoud van één injectieflacon Ripol 20 mg/ml en infusiemateriaal is bedoeld voor eenmalig gebruik bij één patiënt.

Restanten dienen meteen na gebruik te worden weggegooid.

Ripol 20 mg/ml mag niet worden verdund.

Infusie van Ripol 20 mg/ml

Als Ripol 20 mg/ml als continue infusie wordt toegediend, wordt aanbevolen om altijd gereedschappen zoals buretten, druppeltellers, spuitpompjes en volumetrische infusiepompjes te gebruiken om de infusiesnelheid te regelen.

Net als bij parenterale toediening van andere vetemulsies mag de gebruiksduur van één infusiesysteem voor een continue infusie van Ripol 20 mg/ml niet langer zijn dan 12 uur. Het infusiesysteem en de flacon moeten na maximaal 12 uur weggegooid en vervangen worden.

Gelijktijdige toediening is mogelijk van Ripol 20 mg/ml met een oplossing voor infusie van glucose 50 mg/ml (5%), natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) intraveneuze oplossing voor infusie, of met een combinatieoplossing van glucose 40 mg/ml (4%) en natriumchloride 1,8 mg/ml (0,18%) dicht bij de Y-connector bij de plaats van injectie.

Restanten van Ripol 20 mg/ml aan het eind van de infusieperiode of na vervanging van het systeem dienen weggegooid te worden.

Om pijn op de injectieplaats te verminderen kan onmiddellijk voor gebruik van Ripol 20 mg/ml lidocaïne worden geïnjecteerd.

Het infusiesysteem dient doorgespoeld te worden voordat spierontspanners zoals atracurium en mivacurium worden toegediend als hetzelfde infusiesysteem voor Ripol 20 mg/ml wordt gebruikt.

Verwijdering

Eventueel resterende inhoud dient na gebruik te worden weggegooid.

Alle ongebruikte producten en afvalstoffen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.

Advertentie

Stof(fen) Propofol
Toelating Nederland
Producent Yes Pharmaceutical Development Services
Verdovend Nee
ATC-Code N01AX10
Farmacologische groep Anesthetica, algemeen

Delen

Advertentie

Uw persoonlijke medicijn-assistent

afgis-Qualitätslogo mit Ablauf Jahr/Monat: Mit einem Klick auf das Logo öffnet sich ein neues Bildschirmfenster mit Informationen über medikamio GmbH & Co KG und sein/ihr Internet-Angebot: medikamio.com/ This website is certified by Health On the Net Foundation. Click to verify.
Medicijnen

Zoek hier onze uitgebreide database van medicijnen van A-Z, met effecten en ingrediënten.

Stoffen

Alle werkzame stoffen met hun toepassing, chemische samenstelling en medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Oorzaken, symptomen en behandelingsmogelijkheden voor veel voorkomende ziekten en verwondingen.

De getoonde inhoud komt niet in de plaats van de oorspronkelijke bijsluiter van het geneesmiddel, met name wat betreft de dosering en de werking van de afzonderlijke producten. Wij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid van de gegevens, aangezien deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Voor diagnoses en andere gezondheidskwesties moet altijd een arts worden geraadpleegd. Meer informatie over dit onderwerp vindt u hier.