Rocuroniumbromide ratiopharm 10 mg/ml

Rocuroniumbromide ratiopharm 10 mg/ml
Werkzame stof(fen)Rocuroniumbromide
Toelatingslandnl
Vergunninghouderratiopharm
ATC-codeM03AC09
Farmacologische groepenSpierverslappers, perifeer werkende middelen

Patiëntenbijsluiter

Wat is het en waarvoor wordt het gebruikt?

Rocuroniumbromide ratiopharm behoort tot de groep van geneesmiddelen die spierverslappers worden genoemd. De zenuwen sturen normaal gesproken signalen naar de spieren door middel van impulsen. Rocuroniumbromide ratiopharm blokkeert deze impulsen, zodat de spieren zich ontspannen.

Als u een operatie ondergaat, moeten uw spieren volledig ontspannen zijn. Dat maakt het makkelijker voor de chirurg om de operatie uit te voeren.

Rocuroniumbromide ratiopharm kan ook gebruikt worden wanneer u anesthesie (narcose) moet ondergaan om het inbrengen van een slang in uw luchtpijp voor kunstmatige beademing te vergemakkelijken.

Gebruik Rocuroniumbromide ratiopharm niet

  • als u allergisch (overgevoelig) bent voor rocuroniumbromide, het bromide-ion of voor één van de andere bestanddelen van Rocuroniumbromide ratiopharm.

Wees extra voorzichtig met Rocuroniumbromide ratiopharm

  • als u allergisch bent voor spierverslappers
  • als u een nier, of lever- of galaandoening heeft
  • als u een hartkwaal heeft of een ziekte die uw bloedcirculatie beïnvloedt
  • als u oedeem (vochtophoping) heeft (bijvoorbeeld bij de enkels)
  • als u een ziekte heeft die de spieren of zenuwen aantast (neuromusculaire aandoeningen, bijv. polio (poliomyelitis), myasthenia gravis, Eaton-Lambert syndroom)
  • als u ooit een te lage lichaamstemperatuur heeft gekregen tijdens een narcose (hypothermie)
  • als u eerder ernstige koorts (maligne hyperthermie) heeft gekregen tijdens een narcose
  • als u koorts heeft
  • als u een laag calciumgehalte in het bloed heeft (hypocaliëmie), (veroorzaakt door bijvoorbeeld grote hoeveelheden bloedtransfusie)
  • als u een laag kaliumgehalte in het bloed heeft (hypokaliëmie), (veroorzaakt door bijvoorbeeld ernstig overgeven, diarree of diuretische behandeling)
  • als u een hoog magnesiumgehalte in het bloed heeft (hypermagnesiëmie)
  • als u een laag eiwitgehalte heeft in het bloed (hypoproteïnemie)
  • als u lijdt aan dehydratie
  • als u een verhoogde hoeveelheid zuren in uw bloed heeft (acidose)
  • als u een verhoogde hoeveelheid koolstofdioxide in het bloed heeft (hypercapnie)
  • als u neigt naar te veel ademhalen (hyperventilatie). Te veel ademhalen leidt tot te weinig koolstofdioxide in het bloed (alkalose).
  • als u lijdt aan overmatig gewichtsverlies (cachexie)
  • als u overgewicht heeft of tot de ouderen behoort
  • als u brandwonden heeft.

Gebruik met andere geneesmiddelen

Vertel uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.

  • antibiotica (geneesmiddel(en) ter voorkoming/bestrijding van bepaalde infecties)
  • antidepressiva: geneesmiddelen om depressies (neerslachtigheid) te behandelen (bijv. MAO remmers)
  • geneesmiddelen voor de behandeling van hartziekten of hoge bloeddruk (bijv. kinidine, calciumantagonisten, adrenergblokkerende middelen (bijv. bètablokkers))
  • diuretica of plaspillen (geneesmiddelen die de hoeveelheid urine verhogen)
  • magnesiumzouten (bijv. sommige laxantia (geneesmiddelen die de stoelgang bevorderen))
  • kinine (gebruikt bij pijn en infecties)
  • geneesmiddelen gebruikt voor de behandeling van epilepsie (vallende ziekte) (bijv. fenytoine, carbamazepine)
  • corticosteroïden (bijnierschorshormonen met onder andere een ontstekingsremmende werking)
  • geneesmiddelen voor de behandeling van myastenia gravis (bepaalde vorm van de spierzwakte) (neostigmine, edrofonium, pyridostigmine)
  • vitamine B1 (thiamine)
  • azathioprine (ter voorkoming van afstotingsreacties bij transplantaties en de behandeling van auto-immuunziekte)
  • theofylline (gebruikt voor de behandeling van astma (aanvalsgewijs optredende benauwdheid

door kramp van de spieren en zwelling van het slijmvlies van de luchtwegen vaak gepaard gaande met hoesten en het opgeven van slijm))

  • noradrenaline (een hormoon dat de bloeddruk en andere lichaamsfuncties beïnvloedt)
  • kaliumchloride
  • calciumchloride
  • geneesmiddelen ter preventie van een virusinfectie (proteaseremmers).

Let op

Er kunnen u andere geneesmiddelen tijdens de procedure toegediend worden, die het effect van rocuroniumbromide kunnen beïnvloeden. Dit zijn onder andere bepaalde anesthetica (bijv. lokale anesthetica (middelen voor de plaatselijke verdoving), inhalatie-anesthetica), andere spierverslappers, protamines die de anti-stollingswerking tegengaan (voorkomen van bloedklontering) van heparine. Uw arts zal dit in overweging nemen wanneer hij de juiste dosis rocuroniumbromide voor u bepaalt.

Zwangerschap en borstvoeding

Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel gebruikt.

Er zijn zeer weinig gegevens over het gebruik van Rocuroniumbromide ratiopharm tijdens de zwangerschap en er zijn geen gegevens over het geven van borstvoeding. Rocuroniumbromide ratiopharm mag alleen tijdens de zwangerschap of het geven van borstvoeding gebruikt worden, wanneer volgens de arts de voordelen zwaarder wegen dan de risico’s. Rocuroniumbromide ratiopharm mag tijdens een verlossing via de keizerssnede gegeven worden.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Rocuroniumbromide ratiopharm heeft een grote invloed op de rijvaardigheid en het gebruik van machines. Daarom wordt het niet aanbevolen om auto te rijden of om potentieel gevaarlijke machines te gebruiken tijdens de eerste 24 uur.

Uw arts zal u adviseren, wanneer u weer kunt gaan autorijden of machines gebruiken. Na uw behandeling dient u altijd door een verantwoordelijk volwassene naar huis begeleid te worden.

Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van Rocuroniumbromide ratiopharm

Dit geneesmiddel bevat 1,64 mg natrium per ml Rocuroniumbromide ratiopharm. Daarmee dient rekening te worden gehouden bij patiënten die een gecontroleerd natriumdieet volgen.

Hoe wordt het gebruikt?

Rocuroniumbromide ratiopharm wordt toegediend door uw anesthesist. U krijgt het intraveneus toegediend als een éénmalige injectie of als een continu infuus (over een langere tijdsperiode) in een ader.

De gebruikelijke dosis is 0,6 mg per kg lichaamsgewicht en de werking is 30 tot 40 minuten. Tijdens de operatie wordt de werking van Rocuroniumbromide ratiopharm continu gecontroleerd.

Indien nodig zullen er aanvullende doses toegediend worden. De dosis wordt naar uw behoefte door de anesthesist aangepast en zal afhangen van verschillende factoren, zoals wisselwerking met andere geneesmiddelen (kruiswerking), waarbij de geschatte duur van de operatie, uw

leeftijd en klinische toestand in overweging worden genomen. Dit geneesmiddel is voor éénmalig gebruik.

Wat u moet doen als u meer van Rocuroniumbromide ratiopharm heeft toegediend gekregen dan u zou mogen

Uw anesthesist zal u zorgvuldig controleren als u het geneesmiddel Rocuroniumbromide ratiopharm krijgt; daarom is het onwaarschijnlijk dat u te veel Rocuroniumbromide ratiopharm krijgt. Als dit toch gebeurt zal uw anesthesist er voor zorgen dat de narcose en de kunstmatige beademing doorgaat, totdat u zelf ademt.

Overige vragen

Als u nog vragen heeft over het gebruik van dit geneesmiddel, vraag dan uw arts of apotheker.

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zoals alle geneesmiddelen kan Rocuroniumbromide ratiopharm bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt.

De frequentie van bijwerking wordt geclassificeerd in de volgende categorieën:

Zeer vaak komt voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
Vaak komt voor bij 1 tot 10 op de 100 gebruikers
Soms komt voor bij 1 tot 10 op de 1000 gebruikers
Zelden komt voor bij 1 tot 10 op de 10.000 gebruikers
Zeer zelden komt voor bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers
Niet bekend kan niet worden ingeschat aan de hand van beschikbare gegevens

Overgevoeligheidsreacties (allergische reacties) zijn zeer zeldzaam, maar kunnen levensbedreigend zijn. Een overgevoeligheidsreactie kan zijn: huiduitslag, jeuk, moeilijk ademen of zwelling van het gezicht, lippen, keel of tong.

Raadpleeg direct uw arts of verpleegkundige, indien één of meerdere van deze reacties optreden.

Zeer vaak

- pijn op de injectieplaats / reactie op de injectieplaats (bijv. zwelling, roodheid, hard worden)

Zeer zelden

  • verhoogde histaminespiegels in het bloed
  • verhoogde hartslag (tachycardie)
  • piepende ademhaling (bronchospasme)
  • jeuk of huiduitslag
  • zeer uitgebreide, ernstige huiduitslag (exantheem)
  • verlengde werking van de spierverslapping (verlengde neuromusculaire blokkade)
  • verlaging van de bloeddruk (hypotensie)
  • striemen in de huid (angio-oedeem)
  • netelroos (urticaria)
  • verlamming
  • falen van de bloedcirculatie (circulatoire collaps en shock)
  • anafylactische reactie/shock (een levensbedreigende allergische reactie)

Niet bekend

  • falen van de ademhaling
  • stoppen van de ademhaling (apneu)
  • spierzwakte.

Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.

Hoe moet het worden bewaard?

Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.

Gebruik Rocuroniumbromide ratiopharm niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket en de doos achter “EXP”. De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van die maand.

Bewaren in de koelkast (2-8ºC).

Het product dient direct na opening gebruikt te worden.

Na verdunning: Chemische en fysische stabiliteit tijdens gebruik van een 5 mg/ml en 0,1 mg/ml oplossing (verdund met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) en glucose 50 mg/ml (5%) oplossing voor infusie) is aangetoond gedurende 24 uur bij kamertemperatuur. Vanuit microbiologisch oogpunt dient het product direct gebruikt te worden. Indien niet direct gebruikt, is de gebruiker vóór gebruik verantwoordelijk voor de in-use bewaartermijn en –condities die normaal gezien niet langer dan 24 uur bij 2°C tot 8°C bedragen, tenzij verdunning heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische condities.

Gebruik Rocuroniumbromide ratiopharm niet als u merkt dat de oplossing niet helder of niet vrij van deeltjes is.

Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu.

Verdere informatie

Wat bevat Rocuroniumbromide ratiopharm

  • Het werkzame bestanddeel is rocuroniumbromide. 1 ml bevat 10 mg rocuroniumbromide. Elke 2,5 ml injectieflacon bevat een totale hoeveelheid van 25 mg rocuroniumbromide. Elke 5 ml injectieflacon bevat een totale hoeveelheid van 50 mg rocuroniumbromide.

Elke 10 ml injectieflacon bevat een totale hoeveelheid van 100 mg rocuroniumbromide.

  • De andere bestanddelen zijn natriumacetaat trihydraat, natriumchloride, ijsazijn en water voor injectie.

Hoe ziet Rocuroniumbromide ratiopharm er uit en wat is de inhoud van de verpakking

Rocuroniumbromide ratiopharm is een heldere, kleurloze tot licht bruin-gele oplossing voor injectie/infusie.

Verpakkingsgrootte:

Rocuroniumbromide ratiopharm is verkrijgbaar in verpakkingen met 5 of 10 injectieflacons die 2,5 ml, 5 ml of 10 ml oplossing bevatten en ook in verpakkingen met 12 injectieflacons die 5 ml of 10 ml oplossing bevatten.

Niet alle verpakkingsgroottes worden op de markt gebracht.

In het register ingeschreven onder

RVG 103302

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant

Registratiehouder: ratiopharm Nederland bv Florapark 4

2012 HK Haarlem Nederland

Fabrikant:

Hameln pharmaceuticals GmbH Langes Feld 13

31789 Hameln Duitsland

Merckle GmbH

Graf-Arco-Str. 3

89079 Ulm

Duitsland.

Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:

Duitsland: Rocuroniumbromid-ratiopharm 10 mg/ml Injektionslösung / Infusionslösung Nederland: Rocuroniumbromide ratiopharm 10 mg/ml

Polen: Rocuronium-ratiopharm

Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in: 11/2009

De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:

RICHTLIJN VOOR HET BEREIDEN VAN:

Rocuroniumbromide ratiopharm 10 mg/ml oplossing, voor injectie/infusie

Het is belangrijk dat u de gehele inhoud van deze richtlijn leest voordat u begint met de bereiding.

KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Elke ml oplossing voor injectie/infusie bevat 10 mg rocuroniumbromide. Elke injectieflacon met 2,5 ml bevat 25 mg rocuroniumbromide.

Elke injectieflacon met 5 ml bevat 50 mg rocuroniumbromide. Elke injectieflacon met 10 ml bevat 100 mg rocuroniumbromide.

Hulpstoffen:

Water voor injecties

IJsazijn (voor pH-instelling)

Natriumchloride

Natriumacetaat trihydraat.

Therapeutische indicaties

Rocuroniumbromide ratiopharm dient als adjuvans bij algemene anesthesie ter vergemakkelijking van de tracheale intubatie gedurende routine -en spoedinductie en voor het verkrijgen van spierverslapping tijdens chirurgische ingrepen. Het dient tevens als adjuvans in de Intensive Care (bijvoorbeeld ter vergemakkelijking van tracheale intubatie) voor kortdurend gebruik. Zie ook rubriek 4.2 en 5.1.

Dosering en wijze van toediening

Evenals voor andere neuromusculair blokkerende stoffen dient de dosering van rocuroniumbromide voor elke patiënt afzonderlijk te worden bepaald. De gebruikte anesthesiemethode, de verwachte duur van de ingreep, de wijze van sedering, de verwachte duur van kunstmatige beademing, de mogelijke interactie met andere geneesmiddelen die tegelijkertijd worden toegediend en de toestand van de patiënt, moeten in acht genomen worden bij het bepalen van de dosering. Het gebruik van een geschikte neuromusculaire monitortechniek wordt aanbevolen om de neuromusculaire blokkade en het herstel van de spierfunctie vast te stellen.

Inhalatie-anesthetica versterken de neuromusculair blokkerende werking van rocuroniumbromide. Deze versterking wordt pas klinisch relevant in de loop van de anesthesie, wanneer de inhalatie-anesthetica de voor interactie benodigde weefselconcentraties hebben bereikt. Daarom dienen bij ingrepen onder inhalatie-anesthesie die langer duren dan 1 uur, lagere onderhoudsdoses rocuroniumbromide met minder frequente intervallen te worden toegediend of

moet de infusiesnelheid worden verlaagd.

Bij volwassen patiënten kan het volgende doseringsschema dienen als algemene richtlijn voor tracheale intubatie en voor spierverslapping bij kort tot lang durende chirurgische ingrepen en voor gebruik in de Intensive Care.

Dit geneesmiddel is voor éénmalig gebruik.

Chirurgische ingrepen

Tracheale intubatie

De standaard intubatiedosering tijdens routine-inductie van anesthesie is 0,6 mg rocuroniumbromide per kg lichaamsgewicht, waarna binnen 60 seconden adequate intubatiecondities bereikt worden in bijna alle patiënten. Ter vergemakkelijking van tracheale intubatie gedurende spoedinductie van de anesthesie wordt 1,0 mg rocuroniumbromide per kg lichaamsgewicht aanbevolen, waarna eveneens binnen 60 seconden adequate intubatiecondities bereikt worden in bijna alle patiënten. Wanneer een dosering van 0,6 mg rocuroniumbromide per kg lichaamsgewicht wordt toegepast gedurende spoedinductie van anesthesie, dan wordt geadviseerd om pas 90 seconden na toediening van rocuroniumbromide de patiënt te intuberen.

Onderhoudsdosering

De aanbevolen onderhoudsdosering is 0,15 mg rocuroniumbromide per kg lichaamsgewicht. Bij langdurige inhalatie-anesthesie dient deze te worden verlaagd tot 0,075-0,1 mg rocuroniumbromide per kg lichaamsgewicht.

De onderhoudsdoses kunnen het best worden toegediend, wanneer de spierrespons zich tot 25% van de controlewaarde heeft hersteld of wanneer 2 tot 3 responsen op train of four stimulatie (TOF) aanwezig zijn.

Continue infusiedosering

Wanneer rocuroniumbromide wordt toegediend door middel van continue infusie, wordt aanbevolen te beginnen met een initiële oplaaddosering van 0,6 mg rocuroniumbromide per kg lichaamsgewicht. Wanneer de neuromusculaire blokkade begint te herstellen, kan de toediening door middel van continue infusie worden begonnen. De infusiesnelheid dient zodanig te zijn, dat de spierrespons 10% van de controlewaarde blijft of dat 1 tot 2 responsen op TOF- stimulatie aanwezig blijven.

Bij volwassenen onder intraveneuze anesthesie ligt de infusiesnelheid die nodig is om de neuromusculaire blokkade op dit niveau te houden tussen 0,3 - 0,6 mg/kg/uur. Onder inhalatie- anesthesie ligt de infusiesnelheid tussen 0,3 - 0,4 mg/kg/uur.

Voortdurende monitoring van de neuromusculaire blokkade wordt aanbevolen, aangezien de vereiste infusiesnelheid van patiënt tot patiënt verschilt en afhankelijk is van de toegepaste anesthesiemethode.

Dosering bij zwangere patiënten

Bij patiënten, die een sectio caesarea ondergaan, wordt geadviseerd om alleen een dosering van 0,6 mg rocuroniumbromide per kg lichaamsgewicht te gebruiken, omdat bij deze patiëntengroep een dosering van 1,0 mg/kg niet is onderzocht.

Omkering van de neuromusculaire blokkade, die optreedt door neuromusculair blokkerende

stoffen, kan geremd zijn of onvolledig zijn bij patiënten die magnesiumzouten bij toxemie tijdens de zwangerschap krijgen, omdat magnesiumzouten de neuromusculaire blokkade versterken. De dosering rocuroniumbromide dient daarom bij deze patiënten lager te zijn en getitreerd te worden aan de hand van de spierrespons.

Dosering bij pediatrische patiënten

Voor baby’s (28 dagen tot 23 maanden oud), kinderen (2-11 jaar) en jonge volwassenen (12-17 jaar) is de aanbevolen intubatiedosering tijdens routine-anesthesie en de onderhoudsdosering gelijk aan die voor volwassenen. Voor continue infusie bij pediatrische patiënten, met uitzondering van kinderen, zijn de infusiesnelheden dezelfde als voor volwassenen. Voor kinderen kunnen hogere infusiesnelheden noodzakelijk zijn.

Voor kinderen wordt dezelfde initiele infusiesnelheid als voor volwassenen aanbevolen en deze dient aangepast te worden om een spierrespons van 10% van de controlewaarde te houden of om 1 tot 2 responsen op train-of-four stimulatie te houden tijdens de ingreep.

De ervaring met rocuroniumbromide bij spoedinductie in pediatrische patiënten is beperkt. Rocuroniumbromide wordt daarom niet aanbevolen voor vergemakkelijking van tracheale intubatie tijdens spoedinductie bij pediatrische patiënten.

Er zijn geen gegevens bekend die aanwijzingen kunnen geven over het gebruik van rocuroniumbromide bij neonaten (0-1 maand).

Dosering bij geriatrische patiënten en patiënten met lever- en/of galwegaandoeningen en/of nierinsufficiëntie

De standaard intubatiedosering bij geriatrische patiënten en patiënten met lever- en/of galwegaandoeningen en/of nierinsufficiëntie tijdens routine-inductie van anesthesie is 0,6 mg rocuroniumbromide per kg lichaamsgewicht. Bij patiënten waarin een verlengde werkingsduur verwacht wordt, dient voor spoedinductie van anesthesie een dosering van 0,6 mg/kg overwogen te worden, hoewel het mogelijk is dat geschikte condities voor intubatie niet binnen 90 seconden na toediening van rocuroniumbromide bereikt worden. Onafhankelijk van de toegepaste anesthesietechniek is de aanbevolen onderhoudsdosering voor deze patiënten 0,075-0,1 mg rocuroniumbromide per kg lichaamsgewicht en de aanbevolen infusiesnelheid 0,3-0,4 mg/kg/uur (zie ook continue infusie).

Dosering bij patiënten met overgewicht en obesitas

Bij patiënten met overgewicht en obesitas (gedefinieerd als patiënten met een lichaamsgewicht van 30% of meer boven het ideale lichaamsgewicht) dient de dosering te worden verlaagd. De dosering dient te worden berekend uitgaande van een vetvrij lichaamsgewicht.

Gebruik in de Intensive Care

Tracheale intubatie

Voor tracheale intubatie gelden dezelfde doseringsaanbevelingen als hierboven beschreven voor chirurgische ingrepen.

Toediening

Rocuroniumbromide wordt intraveneus (i.v.) als bolusinjectie of als continue infusie toegediend (voor verdere informatie zie ook rubriek 6.6).

Contra-indicaties

Rocuroniumbromide is gecontraïndiceerd bij patiënten met overgevoeligheid voor rocuroniumbromide of voor het bromide-ion of voor één van de hulpstoffen.

Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik

Rocuroniumbromide ratiopharm dient alleen toegediend te worden door ervaren medewerkers, die vertrouwd zijn met het gebruik van neuromusculair blokkerende middelen. Geschikte faciliteiten en medewerkers voor endotracheale intubatie en kunstmatige beademing dienen beschikbaar te zijn voor direct gebruik.

Aangezien rocuroniumbromide een verlamming van de ademhalingsspieren veroorzaakt, moeten patiënten die dit middel krijgen toegediend, kunstmatig worden beademd totdat de spontane ademhaling voldoende is hersteld. Zoals geldt voor alle neuromusculair blokkerende middelen, dient vooraf beoordeeld te worden of moeilijkheden bij intubatie verwacht kunnen worden, vooral als deze stoffen gebruikt worden bij een spoedinductie van anesthesie.

Zoals geldt voor andere neuromusculair blokkerende middelen is spierzwakte gemeld voor rocuroniumbromide. Om complicaties als gevolg van spierzwakte te voorkomen wordt aanbevolen om alleen te extuberen nadat de patiënt voldoende hersteld is van de neuromusculaire blokkade. Er dient ook rekening te worden gehouden met andere factoren, die mogelijk spierzwakte na extubatie in de post-operatieve fase (zoals geneesmiddelinteracties of de conditie van de patiënt) kunnen veroorzaken. Indien rocuroniumbromide niet wordt gebruikt als onderdeel van de standaardprocedure, dient het gebruik van een blokkade-opheffend middel overwogen te worden, vooral in die gevallen waar spierzwakte mogelijk zou kunnen optreden. Het is van essentieel belang om zich ervan te verzekeren dat de patiënt spontaan, diep en regelmatig ademt, voordat deze de operatiekamer na de anesthesie verlaat.

Anafylactische reacties kunnen optreden na toediening van neuromusculair blokkerende stoffen. Voorzorgsmaatregelen ter behandeling van dergelijke reacties dienen altijd te worden genomen. In het bijzonder bij eerdere anafylactische reacties op neuromusculair blokkerende stoffen dient men bijzondere voorzorgen te nemen, aangezien allergische kruisovergevoeligheid tussen neuromusculair blokkerende stoffen is gemeld.

Doseringen die hoger zijn dan 0,9 mg rocuroniumbromide per kg lichaamsgewicht kunnen de hartfrequentie verhogen. Dit effect zou de bradycardie, die wordt veroorzaakt door andere anesthetica of door vagale stimulatie, kunnen tegengaan.

In het algemeen is verlengde paralyse en/of spierzwakte na langdurig gebruik van spierverslappers op de Intensive Care gemeld. Om een mogelijke verlenging van neuromusculaire blokkade en/of overdosering te helpen voorkomen, wordt sterk aanbevolen neuromusculaire transmissie te monitoren gedurende het gebruik van spierverslappers. Daarnaast dienen patienten adequate analgesie en sedatie te krijgen. Bovendien dient de dosering aangepast te worden op basis van het effect in de individuele patiënt door of onder toezicht van een ervaren arts, die vertrouwd is met de werking van spierverslappers en met geschikte neuromusculaire monitortechnieken.

Daar rocuroniumbromide altijd wordt gebruikt met andere stoffen en aangezien het optreden van maligne hyperthermie tijdens anesthesie mogelijk is, zelfs in afwezigheid van bekende oorzakelijke agentia, dient de arts bekend te zijn met de vroege symptomen, de diagnose en de behandeling van maligne hyperthermie alvorens enige vorm van anesthesie te beginnen. In

dierstudies is aangetoond dat rocuroniumbromide geen oorzakelijke factor voor maligne hyperthermie is.

Er zijn meldingen van myopathie na langdurig gelijktijdig gebruik van niet-depolariserende neuromusculair blokkerende middelen en corticosteroïden. De gelijktijdige toedieningsperiode dient zo kort mogelijk te zijn (zie rubriek 4.5).

Rocuroniumbromide mag alleen toegediend worden na volledig herstel van de neuromusculaire blokkade veroorzaakt door suxamethonium.

De volgende condities kunnen de farmacokinetiek en/of farmacodynamiek van rocuroniumbromide beïnvloeden:

Lever- en/of galwegaandoeningen en nierinsufficiëntie

Rocuroniumbromide wordt uitgescheiden in de urine en de gal. Daarom dient het met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met klinisch relevante lever- en/of galaandoeningen en/of nierinsufficiëntie. In deze groepen patiënten is verlenging van de werkingsduur waargenomen bij doseringen van 0,6 mg rocuroniumbromide per kg lichaamsgewicht.

Verlengde circulatietijd

Condities die gepaard gaan met een verlengde circulatietijd, zoals cardiovasculaire aandoeningen, gevorderde leeftijd en oedeemvorming met als gevolg een toename van het distributievolume, kunnen een vertraging van de aanvang van het effect veroorzaken.

Neuromusculaire aandoeningen

Evenals andere neuromusculair blokkerende stoffen dient rocuroniumbromide met uiterste voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met een neuromusculaire aandoening of na poliomyelitis, aangezien de respons op neuromusculair blokkerende stoffen in deze gevallen aanzienlijk gewijzigd kan zijn. De mate en de aard van de wijzigingen kunnen sterk variëren. Bij patiënten met myasthenia gravis of het myasthenie-(Eaton-Lambert-) syndroom, kunnen lage doses rocuroniumbromide uitgesproken effecten hebben. Bij deze aandoeningen dient rocuroniumbromide getitreerd te worden op basis van de respons.

Hypothermie

Bij ingrepen waarbij hypothermie wordt toegepast, is het neuromusculair blokkerende effect van rocuroniumbromide toegenomen en is de werkingsduur verlengd.

Obesitas

Evenals andere neuromusculair blokkerende stoffen kan rocuroniumbromide een verlengde werkingsduur vertonen en een verlengde spontane hersteltijd bij obese patiënten hebben, indien doseringen berekend worden uitgaande van het daadwerkelijke lichaamsgewicht.

Brandwonden

Het is bekend dat patiënten met brandwonden een resistentie tegen niet-depolariserende neuromusculair blokkerende stoffen ontwikkelen. Aanbevolen wordt doseringrocuroniumbromide te titreren op basis van het effect.

Condities die de effecten van rocuroniumbromide kunnen versterken

Hypokaliëmie (bijvoorbeeld na ernstige emesis, diarree of behandeling met diuretica), hypermagnesiëmie, hypocalciëmie (na uitgebreide transfusies), hypoproteïnemie, dehydratie, acidosering, hypercapnie en cachexie.

Ernstige verstoringen van het elektrolytengehalte, veranderingen in de pH van het bloed of dehydratie moeten daarom waar mogelijk, worden gecorrigeerd.

Dit geneesmiddel bevat 1,64 mg natrium per ml Rocuroniumbromide ratiopharm. Daarmee dient rekening te worden gehouden bij de patiënten die een gecontroleerd natriumdieet volgen.

Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

Van de volgende geneesmiddelen is aangetoond dat ze de intensiteit en/of de duur van de werking van niet- depolariserende neuromusculair blokkerende stoffen beïnvloeden:

Versterkt effect

  • gehalogeneerde vluchtige anesthetica
  • hoge doses van: thiopental, methohexital, ketamine, fentanyl, gamma- hydroxyboterzuur, etomidaat en propofol
  • andere niet-depolariserende neuromusculair blokkerende stoffen
  • voorafgaande toediening van suxamethonium. (zie rubriek 4.4)
  • langdurig gelijktijdig gebruik van corticosteroïden en rocuroniumbromide in de Intensive Care Unit kan leiden tot verlengde duur van de neuromusculaire blokkade of myopathie (zie rubriek 4.4 en 4.8)

Andere geneesmiddelen

  • antibiotica: aminoglycosiden, lincosamiden (bijvoorbeeld lincomycine en clindamycine), polypeptide-antibiotica, acylaminopenicilline- antibiotica, tetracycline, hoge doses metronidazol
  • diuretica, thiamine, MAO-remmers, kinidine en zijn isomeer kinine, protamine, adrenerge blokkerende middelen, magnesiumzouten, calciumantagonisten, lithiumzouten en lokale anesthetica (lidocaïne i.v., bupivacaïne epiduraal)

Verminderd effect

  • neostigmine, edrofonium, pyridostigmine, aminopyridinederivaten
  • voorafgaande chronische toediening van corticosteroïden, fenytoïne of carbamazepine
  • noradrenaline, azathioprine (slechts een tijdelijk en beperkt effect), theofylline, calciumchloride, kaliumchloride
  • protease remmers

Variabel effect

Toediening van andere niet-depolariserende neuromusculair blokkerende middelen in combinatie met rocuroniumbromide kunnen verzwakking of versterking van de neuromusculaire blokkade veroorzaken, afhankelijk van de volgorde van toediening en het gebruikte neuromusculair blokkerend middel.

Suxamethonium kan versterking of verzwakking geven van het neuromusculair blokkerend effect van rocuroniumbromide, indien het gegeven wordt na toediening van rocuroniumbromide.

Effect van rocuroniumbromide op andere geneesmiddelen

Gecombineerd gebruik met lidocaine kan resulteren in een meer direct effect van lidocaine. Recurarizatie is gemeld na post-operatieve toediening van: aminoglycoside, lincosamide, polypeptide en acylamino-penicilline antibiotica, kinidine, kinine en magnesiumzouten (zie rubriek 4.4).

FARMACEUTISCHE GEGEVENS

Hulpstoffen

Water voor injecties

IJsazijn (voor pH-instelling)

Natriumchloride

Natriumacetaat trihydraat.

Gevallen van onverenigbaarheid

Fysische onverenigbaarheid is vastgesteld wanneer rocuroniumbromide werd toegediend aan oplossingen met de volgende actieve bestanddelen: amfotericine, amoxicilline, azathioprine, cefazoline, cloxacilline, dexamethason, diazepam, enoximon, erytromycine, famotidine, furosemide, hydrocortison natriumsuccinaat, insuline, intralipid, methohexital, methylprednisolon, prednisolon natriumsuccinaat, thiopental, trimethoprim en vancomycine.

Dit geneesmiddel dient niet gemengd te worden met andere geneesmiddelen, behalve met die genoemd in rubriek 6.6.

Houdbaarheid

Ongeopende injectieflacon: 30 maanden

Geopende injectieflacon: Het product dient onmiddellijk na opening van de ampul gebruikt te worden.

Na verdunning:

Chemische en fysische stabiliteit tijdens gebruik van een 5,0 mg/ml en een 0,1 mg/ml oplossing (verdund met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) en glucose 50 mg/ml (5%) oplossing voor infusie) is vastgesteld gedurende 24 uur bij kamertemperatuur, blootgesteld aan kamerlicht in glas, PE en PVC.

Vanuit microbiologisch oogpunt dient het product echter direct na verdunnen te worden gebruikt. Indien niet direct gebruikt, zijn de bewaartijd en de condities voorafgaand aan gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker en dit zou niet langer dan 24 uur bij 2 tot 8ºC mogen zijn, tenzij verdunning heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische condities.

Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren

In de koelkast bewaren (2°C - 8°C)

Voor bewaarcondities van het verdunde product, zie rubriek 6.3.

Aard en inhoud van de verpakking

Kleurloze, glazen injectieflacon (type I) met chlorobutyl rubber stop en aluminium kap. Inhoud van de injectieflacons: 2,5 ml, 5 ml of 10 ml.

Verpakkingsgroottes:

Verpakking met 5 en 10 injectieflacons elk 2,5 ml bevattend.

Verpakking met 5, 10 en 12 injectieflacons elk 5 ml bevattend.

Verpakking met 5, 10 en 12 injectieflacons elk 10 ml bevattend.

Niet alle verpakkingsgroottes worden op de markt gebracht.

Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies

Alle ongebruikte oplossingen dienen te worden weggegooid.

De oplossing dient visueel geïnspecteerd te worden voor gebruik. Alleen heldere oplossingen, vrijwel vrij van deeltjes, dienen te worden gebruikt.

Rocuroniumbromide is verenigbaar met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) en glucose 50 mg/ml (5%) oplossing voor infusie.

Indien rocuroniumbromide wordt toegediend via dezelfde infuuslijn die ook voor andere geneesmiddelen wordt gebruikt, is het van belang dat deze infuuslijn voldoende wordt gespoeld (bijvoorbeeld met 9 mg/ml natriumchloride (0,9%) oplossing voor infusie) tussen toediening van rocuroniumbromide en geneesmiddelen waarvoor onverenigbaarheid met rocuroniumbromide is aangetoond of waarvoor verenigbaarheid met rocuroniumbromide niet

is vastgesteld.

Al het ongebruikte product of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig de lokale voorschriften.

Laatst bijgewerkt op 24.08.2023


Logo

Uw persoonlijke medicatie-assistent

Medicijnen

Blader hier door onze uitgebreide database van A-Z medicijnen, met effecten, bijwerkingen en doseringen.

Stoffen

Alle actieve ingrediënten met hun werking, toepassing en bijwerkingen, evenals de medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Symptomen, oorzaken en behandeling van veelvoorkomende ziekten en verwondingen.

De weergegeven inhoud vervangt niet de originele bijsluiter van het medicijn, vooral niet met betrekking tot de dosering en werking van de afzonderlijke producten. We kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de nauwkeurigheid van de gegevens, omdat deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Raadpleeg altijd een arts voor diagnoses en andere gezondheidsvragen.

© medikamio