Ruconest wordt voorgeschreven door een arts die is gespecialiseerd in de diagnose en behandeling van erfelijk angio-oedeem.
Ruconest moet worden toegediend door een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg tot u of uw verzorger voldoende zijn getraind en in staat zijn om Ruconest toe te dienen.
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals beschreven in deze bijsluiter of zoals uw arts of verpleegkundige u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Ruconest wordt gedurende ongeveer 5 minuten toegediend in een ader. Uw dosis wordt bepaald aan de hand van uw lichaamsgewicht.
Doorgaans is een enkelvoudige dosis voldoende. Indien uw symptomen na 120 minuten (volwassenen en jongeren tot 18 jaar) of na 60 minuten (kinderen) niet verbeteren, kan een tweede dosis nodig zijn. Er mogen niet meer dan twee doses, berekend volgens stap 7, binnen 24 uur worden toegediend.
U of uw verzorger mogen Ruconest alleen injecteren nadat u voldoende instructies en training heeft gekregen van uw arts of verpleegkundige.
Gebruiksinstructies
U mag Ruconest niet mengen of toedienen samen met andere geneesmiddelen of oplossingen. Hierna wordt beschreven hoe Ruconest-oplossing moet worden bereid en toegediend.
Voordat u begint
-
Controleer of het pakket compleet is en alle onderdelen bevat die staan genoemd in rubriek 6 van deze bijsluiter.
-
Naast het pakket heeft u het volgende nodig:
-
een stuwband
-
een pleister om de naald vast te zetten
-
Controleer injectieflacons en andere onderdelen:
-
alle injectieflacons moeten zijn verzegeld met een plastic kapje en een aluminium dop en mogen geen zichtbare schade hebben, zoals barsten in het glas;
-
controleer de vervaldatum. Gebruik nooit een onderdeel van het pakket na de vervaldatum vermeld op de grote kartonnen buitenverpakking.
In één enkel pakket kunnen verschillende onderdelen verschillende vervaldata hebben. De vervaldatum op de kartonnen buitenverpakking geeft de datum weer van het onderdeel met de kortste houdbaarheid.
Laat alle injectieflacons met poeder en oplosmiddel die u nodig heeft zoals beschreven in stap 1, op kamertemperatuur komen.
Bereiding van de oplossing
Stap 1: Reiniging en andere vereisten
-
Was uw handen zorgvuldig.
-
Plaats de benodigde injectieflacons met poeder en oplosmiddel op een vlak en schoon oppervlak.
-
lichaamsgewicht 42 kg of minder: 1 injectieflacon met poeder en 1 injectieflacon met oplosmiddel
-
lichaamsgewicht meer dan 42 kg: 2 injectieflacons met poeder en 2 injectieflacons met oplosmiddel
-
Leg de adapters op het werkblad. Haal de adapters niet uit de verpakking.
-
2 adapters als u 1 injectieflacon met poeder en 1 injectieflacon met oplosmiddel nodig heeft
-
4 adapters als u 2 injectieflacons met poeder en 2 injectieflacons met oplosmiddel nodig heeft
-
Leg de spuit(en) op het werkblad. Haal de spuit niet uit de verpakking.
-
1 spuit als u 1 injectieflacon met poeder en 1 injectieflacon met oplosmiddel nodig heeft
-
2 spuiten als u 2 injectieflacons met poeder en 2 injectieflacons met oplosmiddel nodig heeft
Stap 2: Ontsmetten van injectieflaconstoppen
-
Verwijder de plastic flip-off kapjes van de injectieflacons met poeder en oplosmiddel.
-
Gebruik een alcoholdoekje om alle injectieflaconstoppen te ontsmetten en wacht ten minste 30 seconden tot de stoppen droog zijn.
Raak na het ontsmetten de stoppen niet aan met uw vingers of iets anders.
Stap 3: Adapters op injectieflacons plaatsen
-
Neem een adapter in zijn verpakking in uw ene hand en verwijder het folie. De adapter moet in de plastic verpakking blijven.
-
Plaats de adapter op een injectieflacon met poeder, waarbij u door de stopper prikt, tot de adapter op de hals van de injectieflacon vastklikt.
-
Laat de verpakking om de adapter tot u de spuit bevestigt in stap 4 en 5.
-
Herhaal bovenstaande stappen voor het plaatsen van een adapter op de injectieflacon met oplosmiddel. Alle adapters die in de kit meegeleverd worden, zijn hetzelfde.
-
Als u een tweede injectieflacon met poeder en oplosmiddel moet gebruiken, herhaalt u bovenstaande stappen.
Stap 4: Oplosmiddel optrekken
-
Neem een steriele spuit uit de verpakking.
-
Verwijder de verpakking van de adapter op de injectieflacon met oplosmiddel.
Houd de adapter in één hand. Met de andere hand bevestigt u de spuit: draai hem met de klok mee vast tot de aanslag.
-
Keer het geheel (injectieflacon met oplosmiddel met de adapter en spuit) ondersteboven. Terwijl u het geheel verticaal houdt, trekt u langzaam 14 ml oplosmiddel op.
Verwijder eventuele luchtbellen zo veel mogelijk door zachtjes tegen de spuit te tikken en voorzichtig de zuiger een beetje in te drukken. Ga door tot de spuit is gevuld met 14 ml oplosmiddel.
Maak de spuit los van de adapter door tegen de klok in te draaien.
-
Laat de rest van het oplosmiddel in de injectieflacon en gooi de injectieflacon weg.
-
Leg de spuit op het werkblad; hierbij opletten dat u het werkblad of een ander voorwerp niet met de punt van de naald aanraakt.
Stap 5: Oplosmiddel aan poeder toevoegen en oplossen
-
Verwijder de verpakking van de adapter op de injectieflacon met poeder.
-
Pak de spuit met oplosmiddel die u in stap 4 heeft klaargemaakt.
-
Neem de adapter in uw andere hand en bevestig de spuit: draai hem met de klok mee vast tot de aanslag.
-
Spuit het oplosmiddel langzaam en in één enkele beweging in de injectieflacon met poeder om schuimvorming te beperken.
Laat de spuit op de adapter zitten en zwenk de injectieflacon rustig gedurende ongeveer een halve minuut. Niet schudden.
Laat hierna de injectieflacon enige minuten op het werkblad staan tot de oplossing helder is geworden. Als er nog onopgelost poeder aanwezig is, herhaalt u de procedure.
-
Herhaal stap 4 en 5 als u een tweede oplossing moet bereiden.
Stap 6: Controleer de bereide oplossingen
-
Controleer of het poeder in de injectieflacon(s) volledig is opgelost en de zuiger helemaal naar beneden in de spuit is gedrukt.
-
Nadat het poeder is opgelost, moet de oplossing helder en kleurloos zijn.
-
Gebruik de bereide oplossing niet als die troebel is, deeltjes bevat of verkleurd is. Informeer uw professionele zorgverlener als dit het geval is. Een klein beetje schuimvorming is aanvaardbaar.
Stap 7: Bereide oplossing optrekken
•
|
Bereken hoeveel milliliter bereide oplossing u moet injecteren.
|
|
Lichaamsgewicht
|
Te injecteren aantal milliliters van bereide oplossing
|
|
|
onder 84 kg
|
Lichaamsgewicht in kg gedeeld door drie
|
|
|
84 kg en meer
|
28 ml
|
|
•
|
Trek de vereiste hoeveelheid van de bereide oplossing op terwijl u de spuit in de verticale
|
|
positie houdt. Als u:
|
|
|
|
- één injectieflacon met oplossing heeft klaargemaakt, trek dan de berekende hoeveelheid op
|
|
- twee injectieflacons heeft klaargemaakt en uw lichaamsgewicht is minder dan 84 kg, trek
|
dan op dezelfde manier het volgende op: a) 14 ml uit de eerste injectieflacon
b) uit de tweede injectieflacon de door u berekende hoeveelheid min de 14 ml uit de eerste injectieflacon die u al heeft opgetrokken
- twee injectieflacons heeft bereid en uw lichaamsgewicht is 84 kg of meer, trek dan 14 ml uit elke injectieflacon op in elke spuit.
Verwijder eventuele luchtbellen zo veel mogelijk door zachtjes tegen de spuit te tikken en voorzichtig de zuiger een beetje in te drukken. Ga door tot de spuit is gevuld met de benodigde hoeveelheid oplossing.
-
Nooit meer dan 14 ml per spuit optrekken.
-
Maak de spuit(en) los door tegen de klok in te draaien en gooi de injectieflacon(s) met adapter weg.
-
Leg de spuit(en) op het werkblad; hierbij opletten u het werkblad of een ander voorwerp niet met de punt van de naald aanraakt.
Stap 8: Controleer de klaargemaakte spuiten
Controleer nogmaals of de spuit(en) die u in stap 7 heeft klaargemaakt, de juiste hoeveelheid bevatten.
Toediening in een ader
Het is zeer belangrijk dat de bereide oplossing rechtstreeks in een ader wordt geïnjecteerd en niet in een slagader of omliggend weefsel.
Injecteer de Ruconest-oplossing onmiddellijk na bereiding, bij voorkeur terwijl u zit.
Stap 9: Benodigde onderdelen
-
Controleer of alle benodigde onderdelen op het werkblad aanwezig zijn.
-
1 of 2 spuiten met bereide oplossing
-
1 infusieset met 25G-naald
-
1 alcoholdoekje
-
1 steriel niet-geweven gaasje
-
1 zelfklevende pleister
-
1 stuwband
-
1 pleister om de naald vast te zetten
Stap 10: De infusieset gereed maken
-
Verwijder de schroefdop aan het uiteinde van de infusieset. Dit is het uiteinde zonder naald.
-
Houd dit uiteinde met uw ene hand vast, bevestig de spuitpunt en draai hem met de klok mee vast tot de aanslag.
-
Houd de spuit met de punt naar boven gericht. Druk de zuiger voorzichtig een stukje in om de infusieset te vullen met de bereide oplossing.
Controleer of er geen lucht aanwezig is in de spuit, infusieslang of naald.
Stap 11: De injectieplek voorbereiden
-
Plaats de stuwband boven de injectieplek – bij voorkeur het middengedeelte van de bovenarm. Trek hem aan om de ader te laten zwellen. Dit kan worden versterkt door een vuist te maken.
-
Voel met uw andere hand om een geschikte ader te vinden.
-
Desinfecteer de injectieplek grondig met een alcoholdoekje en laat de huid drogen.
Stap 12: Toediening van de bereide oplossing
-
Verwijder het kapje van de naald.
-
Breng de naald van de infusieset voorzichtig in de ader en houd de naald hierbij zoveel mogelijk horizontaal.
-
Bevestig de naald op zijn plaats door een pleister, ongeveer 7 cm lang, over de vleugels van de naald te plakken.
-
Trek voorzichtig de zuiger in de spuit iets terug tot u ziet dat er bloed in de slang komt, om er zeker van te zijn dat de naald in de ader zit.
-
Maak de stuwband los.
-
Als er geen bloed in de slang komt, verwijdert u de naald, herhaalt u alle stappen vanaf het begin van stap 11 en brengt u de naald opnieuw in.
-
Als er wel bloed in de slang komt, injecteert u de oplossing rustig in de ader, zoals te zien is op de afbeelding. Injecteer de oplossing in ongeveer 5 minuten.
-
Als u twee spuiten heeft bereid:
-
Knijp de slang dubbel bij het verbindingsstuk van de infusieset om te voorkomen dat er vloeistof terugstroomt.
-
Draai de lege spuit los van de infusieset en bevestig onmiddellijk de tweede spuit.
- Vouw de slang weer open en injecteer rustig deze oplossing, net als bij de eerste spuit.
Stap 13: Na toediening
-
Verwijder voorzichtig de pleister die de naald op zijn plek hield en trek de naald uit de ader.
-
Onmiddellijk nadat u de naald heeft verwijderd, drukt u het steriele gaasje gedurende een paar minuten op de injectieplek om het bloeden te verminderen.
-
Vervolgens plakt u de zelfklevende pleister op de injectieplek.
-
Klik het gele beschermkapje over de naald.
-
Deponeer de gebruikte infusieset met naald, ongebruikte oplossing, de spuit(en) en de lege injectieflacons veilig in een container bestemd voor medisch afval omdat deze materialen gevaarlijk kunnen zijn voor anderen als ze niet goed worden verwijderd. De materialen niet opnieuw gebruiken.
Stap 14: De toediening documenteren
Vul in (bijv. in uw dagboek):
-
datum en tijdstip van de toediening
-
partijnummer vermeld op het etiket van de injectieflacon met poeder.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Neem contact op met uw arts of het dichtstbijzijnde ziekenhuis als dit gebeurt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts.