Wanneer mag u dit middel niet krijgen?
-
U of uw kind heeft een levensbedreigende allergische reactie gehad op cerliponase alfa of een van de andere stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. En deze reacties blijven optreden als cerliponase alfa opnieuw wordt gegeven.
-
U of uw kind heeft een geïmplanteerd toegangssysteem om extra vloeistof af te voeren uit de hersenen.
-
U of uw kind heeft momenteel verschijnselen van een infectie door het toegangssysteem of problemen met het toegangssysteem. Uw arts kan besluiten om de behandeling voort te zetten zodra de infectie door het toegangssysteem of de problemen zijn verdwenen.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u of uw kind dit middel krijgt.
-
U of uw kind kan problemen krijgen met het geïmplanteerde toegangssysteem dat wordt gebruikt tijdens de behandeling met Brineura (zie rubriek 4, Mogelijke bijwerkingen), met inbegrip van een infectie of een storing in het toegangssysteem. Tekenen dat u of uw kind mogelijk een infectie heeft, zijn onder andere koorts, hoofdpijn, stijfheid van de nek, lichtgevoeligheid, misselijkheid, braken en veranderingen in de psychische toestand. Tekenen van problemen met het systeem zijn onder andere zwelling, roodheid van de hoofdhuid, weglekken van vloeistof uit het systeem en uitstulping van de hoofdhuid. De behandeling kan worden onderbroken indien het toegangssysteem moet worden vervangen of totdat de infectie is verdwenen. Binnen 4 jaar na ingebruikname kan het nodig zijn het toegangssysteem te vervangen; hierover beslist uw arts. Neem contact op met uw arts als u vragen hebt over het toegangssysteem.
-
Levensbedreigende allergische reacties (anafylactische reacties) zijn mogelijk met dit geneesmiddel. Uw arts zal u of uw kind observeren op verschijnselen van levensbedreigende allergische reacties, zoals netelroos, jeuk of blozen, gezwollen lippen, tong en/of keel, koude rillingen, versneld hartritme, kortademigheid, heesheid, blauw worden rond vingertoppen of lippen, lage spierspanning, flauwvallen, diarree of incontinentie. Als deze verschijnselen optreden, moet u direct medische hulp inroepen.
-
Uw arts zal de hartslag, bloeddruk, ademhalingsfrequentie en temperatuur van u of uw kind vóór, tijdens en na de behandeling controleren. De arts kan besluiten tot extra controles als dat nodig is.
-
Uw arts zal om de 6 maanden controleren op abnormale elektrische activiteit van het hart (ecg). Als u of uw kind een voorgeschiedenis van hartproblemen heeft, zal de arts of verpleegkundige uw hartactiviteit tijdens elke infusie controleren.
-
Uw arts kan monsters hersenvloeistof opsturen om deze te laten controleren op tekenen van infectie.
-
Dit geneesmiddel is niet eerder gegeven aan patiënten met gevorderde ziekte bij de start van de behandeling of aan kinderen jonger dan 2 jaar. Uw arts zal bespreken of behandeling met Brineura juist is voor u of uw kind.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u of uw kind naast Brineura nog andere geneesmiddelen, heeft u of uw kind dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u of uw kind binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
U mag dit geneesmiddel niet krijgen tijdens de zwangerschap, tenzij dat duidelijk noodzakelijk is. Het is niet bekend of dit geneesmiddel schadelijk kan zijn voor uw ongeboren kind.
U mag dit geneesmiddel niet krijgen als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of dit geneesmiddel in de moedermelk terechtkomt.
Het is niet bekend of dit geneesmiddel invloed heeft op de vruchtbaarheid bij mensen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is niet bekend of dit geneesmiddel invloed heeft op de rijvaardigheid of op het vermogen om machines te bedienen. Vraag uw arts om meer informatie.
Brineura bevat natrium en kalium
Dit middel bevat 17,4 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout) per injectieflacon. Dit komt overeen met 0,87% van de aanbevolen maximale dagelijkse hoeveelheid natrium in de voeding voor een volwassene.
Dit middel bevat kalium, minder dan 1 mmol (39 mg) per injectieflacon, dat wil zeggen in wezen ‘kaliumvrij’.