Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof van Clindamycine Fannin 150 mg/ml oplossing voor injectie of infusie is clindamycinefosfaat.
Elke ml oplossing bevat clindamycinefosfaat equivalent met 150 mg clindamycine.
De andere stoffen in dit middel zijn dinatriumedetaat, natriumhydroxide (voor pH-bijstelling) en gesteriliseerd water voor injecties.
Hoe ziet Clindamycine Fannin eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Clindamycine Fannin 150 mg/ml oplossing voor injectie of infusie is een heldere, kleurloze oplossing in een doorzichtige ampul.
Type I, doorzichtige glazen ampullen
Verpakkingsgrootten
2 ml: kartonnen doos met 5 ampullen
4 ml: kartonnen doos met 5 ampullen
Niet alle verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Fannin UK Ltd.
42-46 Booth Drive
Park Farm South
Wellingborough
Northamptonshire NN8 6GT
Verenigd Koninkrijk
Hikma Farmacêutica (Portugal), S.A.
Estrada do Rio da Mó, nº 8, 8A – 8B Fervença
2705 – 906 Terrugem SNT Portugal
Tel: +351 21 960 84 10
Fax: +351 21 961 51 02 e-mail: geral@hikma.pt
In het register ingeschreven onder:
Clindamycine Fannin 150 mg/ml oplossing voor infusie: RVG:105606
Clindamycine Fannin 150 mg/ml oplossing voor infusie: RVG:105608
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:
Ierland: Clindamycine 150mg/ml Solution for injection or Infusion Verenigd Koninkrijk: Clindamycine 150mg/ml Solution for injection or Infusion Portugal: Clindamicina Fannin 150mg/ ml Solução Injectável ou para perfusão Nederland: Clindamycine Fannin 150 mg/ml oplossing voor injectie of infusie
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in mei 2012.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.
Clindamycine Fannin 150 mg/ml oplossing voor injectie of infusie
Clindamycinefosfaat
Onder bepaalde omstandigheden kan clindamycinetherapie een alternatieve behandelingsvorm zijn bij patiënten met penicillineallergie (overgevoeligheid voor penicilline). Er is geen melding gemaakt van kruisallergie tussen clindamycine en penicilline en, gebaseerd op de structurele verschillen tussen de twee stoffen, wordt die ook niet verwacht. Er bestaat echter geen informatie in individuele gevallen over anafylaxie (overgevoeligheid) voor clindamycine bij personen met een reeds bestaande penicillineallergie. Dit dient in overweging te worden genomen bij een clindamycinebehandelingskuur bij patiënten met een penicillineallergie.
Clindamycine mag niet worden gebruikt in het geval van acute infecties aan de luchtwegen indien deze door virussen worden veroorzaakt.
Clindamycine is niet geschikt voor de behandeling van meningitis, want de antibioticumconcentratie die in de liquor cerebrospinalis wordt bereikt, is te laag.
Instructies voor gebruik en hantering
Verdunning en infusie:
Clindamycine moet voorafgaand aan i.v. toediening worden verdund (mag niet 12 mg clindamycine per ml overschrijden) en dient over een periode van ten minste 10-40 minuten te worden geïnfundeerd (mag niet 30 mg/min overschrijden). Het mag absoluut nooit als een i.v. bolus worden geïnjecteerd.
Dosis | Verdunningsmiddel | Minimal infusietijd |
300 mg | 50 ml | 10 minuten |
600 mg | 50 ml | 20 minuten |
900 mg | 100 ml | 30 minuten |
1200 mg | 100 ml | 40 minuten |
Clindamycine kan worden verdund met 0,9% natriumchlorideoplossing, 5% glucoseoplossing of ringerlactaat. Intramusculaire toediening wordt geïndiceerd wanneer intraveneuze infusie om welke reden ook niet mogelijk is.
Dosering bij leverziekten
Bij patiënten die een matige tot ernstige leverziekte hebben, is de halfwaardetijd van clindamycine verlengd. Als clindamycine elke 8 uur wordt toegediend, is een verlaging van de dosering over het algemeen niet nodig. De plasmaconcentratie van clindamycine dient echter wel gemonitord te worden
bij patiënten met ernstige leverinsufficiëntie. Afhankelijk van de resultaten kan de meting een verlaging van de dosering of een vergroting van de dosisintervallen noodzakelijk maken.
Dosering bij nierziekten
Bij nierziekten is de halfwaardetijd verlengd; in het geval van milde tot matige beperking van de nierfunctie is een verlaging van de dosering echter niet noodzakelijk. Niettemin dient de plasmaconcentratie gemonitord te worden bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie of anurie. Afhankelijk van de resultaten kan de meting een verlaging van de dosering of een vergroting van het dosisinterval van 8 of zelfs 12 uur noodzakelijk maken.
Verenigbaarheid en stabiliteit:
Clindamycine mag niet gecombineerd worden met erytromycine, aangezien er met betrekking tot de antibacteriële werking in vitro een antagonistisch effect is waargenomen.
Er is kruisresistentie tussen clindamycine en lincomycine.
Door de neuromusculaireovergangblokkerende eigenschappen ervan kan clindamycine het effect van spierverslappers potentiëren.
De betrouwbaarheid van het anticonceptionele effect van orale anticonceptiva die tegelijkertijd met clindamycine worden toegepast, wordt betwijfeld. Daarom dienen tijdens clindamycinetherapie daarbij andere, niet-hormonale, anticonceptionele maatregelen te worden genomen.
De volgende geneesmiddelen zijn fysisch onverenigbaar met clindamycine: ampicilline, fenytoïne- natrium, barbituraten, aminofylline, calciumgluconaat, ciprofloxacine, magnesiumsulfaat, ceftriaxon- natrium, difenylhydantoïne, idarubicine-hydrochloride. Oplossingen van clindamycinezouten hebben een lage pH en met alkalische preparaten of met geneesmiddelen die instabiel zijn bij lage pH, kan redelijkerwijs onverenigbaarheid worden verwacht.
Na verdunning:
Chemische en fysische gebruiksstabiliteit met 0,9% natriumchlorideoplossing, 5% glucoseoplossing of ringerlactaatoplossingen is aangetoond gedurende 48 uur bij 25 ºC.