Wat bevat Folinezuur Sandoz 10 mg/ml
- Het werkzame bestanddeel is calciumfolinaat 10 mg/ml
- De andere bestanddelen is zijn: natriumchloride en water voor injectie
Hoe ziet Folinezuur Sandoz 10 mg/ml er uit en wat is de inhoud van de verpakking
Amberkleuringe flacons verpakt in een kartonnen omdoos. De flacons worden afgesloten door een rubbere stop met een aluminium cap.
1 flacon bevat 100 mg/10 ml calciumfolinaat
1 flacon bevat 200 mg/20 ml calciumfolinaat
1 flacon bevat 300 mg/30 ml calciumfolinaat
1 flacon bevat 350 mg/35 ml calciumfolinaat
1 flacon bevat 800 mg/80 ml calciumfolinaat
Ook amberkkleurige ampullen in een kartonnen doos: 5 ampullen met elk 30 mg/3 ml calciumfolinaat
5 ampullen met elk 50 mg/5 ml calciumfolinaat
5 ampullen met elk 100 mg/10 ml calciumfolinaat
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Registratiehouder:
Sandoz B.V., Veluwezoom 22, 1327 AH Almere, Nederland
Correspondentie: Postbus 10332, 1301 AH Almere
Fabrikant :
EBEWE Pharma Ges.m.b.H. Nfg. KG
A-4866 Unterach
Oostenrijk
In het register ingeschreven onder RVG 15827
Dit geneesmiddel is toegelaten in de lidstaten van de EEA onder de volgende namen:
NL: Folinezuur Sandoz 10 mg/ml, oplossing voor injectie
BE: Folinate de calcium “Ebewe” 10mg/ml, solution injectable Calciumfolinaat “Ebewe” 10 mg/ml oplossing voor injectie Calciumfolinat “Ebewe” 10 mg/ml Injektionslösung
DK: Calciumfolinat "Ebewe"
ES: Folinato cálcico Sandoz 10 mg/ml solución inyectable o para perfusión EFG IE: Folinic acid (as calcium folinate) 10mg/ml, Solution for Injection or infusion PT: Folinato de cálcio Generis
UK: Calcium Folinate 10mg/ml Injection BP
Deze bijsluiter is goedgekeurd in augustus 2013
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Instructies voor gebruik en verwerking
Voor eenmalig gebruik
Voor een intraveneus infuus mag calciumfolinaat vóór het gebruik verdund worden met een 0,9% natriumchloride oplossing of met een 5% glucose oplossing. (zie opslag en houdbaarheid)
Voorafgaand aan de toediening moet calciumfolinaat visueel geïnspecteerd worden. De oplossing voor injectie of infusie moet een heldere geelachtige oplossing zijn. Als de oplossing troebel is of partikels worden waargenomen moet de oplossing weggeworpen worden. Elk niet gebruikt gedeelte van de oplossing moet weggeworpen worden in overeenstemming met de lokale voorschriften.
Gevallen van onverenigbaarheid
Onverenigbaarheden werden gemeld tussen injecteerbare vormen van calciumfolinaat en injecteerbare vormen van droperidol, fluorouracil, foscarnet en methotrexaat.
Droperidol:
- Droperidol 1,25 mg/0,5 ml met calciumfolinaat 5 mg/ 0,5 ml; onmiddellijke neerslagvorming bij rechtstreeks mengen in de spuit gedurende 5 minuten bij 25 ºC gevolgd door 8 minuten centrifugeren.
- Droperidol 2,5 mg/ 0,5 ml met calciumfolinaat 10 mg/ 0,5 ml; onmiddellijke neerslagvorming als de middelen opeenvolgend geïnjecteerd werden in een Y-site zonder Y- site te spoelen tussen de injecties.
Fluorouracil:
Calciumfolinaat mag niet gemengd worden in hetzelfde infuus met 5-fluorouracil, omdat er neerslag kan ontstaan. 5-Fluorouracil 50 mg/ml met calciumfolinaat 20 mg/ml, met of zonder dextrose 5% in water, blijken onverenigbaar als ze gemengd worden in verschillende hoeveelheden en bij verschillende bewaartemperaturen (4 ºC, 23 ºC of 32 ºC) in polyvinylchloride containers.
Foscarnet:
Foscarnet 24 mg/ml met calciumfolinaat 20 mg/ml: vorming van een troebele gele oplossing is gemeld.
Toediening
Uitsluitend bestemd voor intraveneuze of intramusculaire toediening. In geval van intraveneuze toediening mag niet meer dan 160 mg calciumfolinaat per minuut geïnjecteerd worden wegens het calciumgehalte van de oplossing.
Calciumfolinaat-rescue bij behandeling met methotrexaat:
Er wordt verwezen naar het toegepaste protocol met intermediaire of hoge dosis methotrexaat voor het bepalen van de dosis en de wijze van toediening van calciumfolinaat. Aangezien het doseringschema van de rescue-behandeling met calciumfolinaat sterk afhankelijk is van de dosis en de wijze van toediening van methotrexaat in intermediaire of hoge dosis, zal het methotrexaatprotocol het doseringschema van de rescue-behandeling met calciumfolinaat bepalen.
De volgende richtlijnen kunnen als illustratie dienen voor behandelingen gebruikt bij volwassenen, ouderen en kinderen:
Calciumfolinaat-rescue is noodzakelijk indien methotrexaat toegediend wordt in doses van meer dan 500 mg/m2 lichaamsoppervlakte en moet overwogen worden bij doses van 100 mg - 500 mg/m2 lichaamsoppervlakte. Calciumfolinaat-rescue dient door parenterale toediening te gebeuren bij patiënten met malabsorptiesyndromen of andere gastro-intestinale stoornissen waarbij de darmresorptie niet gewaarborgd is. Doses hoger dan 25-50 mg moeten eveneens parenteraal worden toegediend wegens de verzadigbare darmresorptie van calciumfolinaat.
De dosis en de duur van de calciumfolinaat-rescue is hoofdzakelijk afhankelijk van de aard en de dosis van de behandeling met methotrexaat, het optreden van toxiciteitsymptomen en de individuele excretiecapaciteit voor methotrexaat. Doorgaans bedraagt de eerste dosis calciumfolinaat 15 mg (6-12 mg/m2) toe te dienen 12 tot 24 uur (ten laatste 24 uur) na het begin van het infuus met methotrexaat. Dezelfde dosis wordt toegediend om de 6 uur gedurende een periode van 72 uur. Na toediening van verschillende parenterale doses, kan overgegaan worden op de orale vorm.
Naast de toediening van calciumfolinaat, zijn maatregelen voor het verzekeren van de snelle excretie van methotrexaat (behoud van een hoog urinedebiet en alkalinisatie van de urine) een integraal onderdeel van de calciumfolinaat rescue-behandeling. De nierfunctie moet gevolgd worden door dagelijkse bepalingen van het serumcreatinine.
Achtenveertig uur na het starten van de methotrexaatinfusie dient de residuale concentratie van methotrexaat bepaald te worden. Indien de residuale concentratie van methotrexaat groter is dan 0,5
μmol/l moeten de doses calciumfolinaat aangepast worden in overeenstemming met de volgende tabel:
Residuale concentratie van methotrexaat in het | Bijkomend calciumfolinaat toe te dienen om |
bloed 48 uur na het begin van de toediening van | de 6 uur gedurende 48 uur of totdat de |
methotrexaat: | concentratie van methotrexaat lager is dan |
| 0,05 μmol/l: |
≥ 0,5 μmol/l | 15 mg/m2 |
≥ 1,0 μmol/l | 100 mg/m2 |
≥ 2,0 μmol/l | 200 mg/m2 |
In combinatie met 5- fluorouracil in chemotherapie:
Verschillende regimes en verschillende doseringen worden gebruikt, zonder dat een bepaalde dosering de optimale dosering bleek te zijn.
De volgende behandelingschema's werden gebruikt bij volwassenen en ouderen voor de behandeling van gevorderde of gemetastaseerde colorectale kanker en worden gegeven als voorbeelden. Er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik van deze combinaties bij kinderen:
Tweewekelijks schema: Calciumfolinaat 200 mg/m2 als intraveneuze infusie gedurende 2 uur, gevolgd door een bolus van 400 mg/m2 5-FU en een infuus van 5-FU (600 mg/m2) gedurende 22 uur, op twee opeenvolgende dagen, om de 2 weken op dag 1 en 2.
Wekelijks schema: Calciumfolinaat 20 mg/m2 als een intraveneuze bolusinjectie of 200 tot 500 mg/m2 als een i.v. infuus gedurende een periode van 2 uur plus 500 mg/m2 5-FU in een intraveneuze bolusinjectie in het midden of aan het eind van het Calciumfolinaat infusie.
Maandelijks schema: Calciumfolinaat 20mg/m2 als een intraveneuze bolusinjectie of 200 tot 500 mg/m2 als een i.v. infuus gedurende 2 uur onmiddellijk gevolgd door 425 of 370 mg/m2 5-FU als een i.v. bolusinjectie gedurende 5 aaneengesloten dagen.
Bij combinatie therapie met 5-Fluorouracil, kan een gewijzigde dosering van 5-FU of een wijziging van de behandelingsintervallen noodzakelijk zijn, afhankelijk van de toestand van de patiënt, de klinische respons en de dosisbeperkende toxiciteit, zoals beschreven in de productinformatie van 5- Fluorouracil. Een vermindering van de calciumfolinaat dosis is niet vereist.
Het aantal herhaalcycli moet door de arts worden bepaald.
Antidotum voor de foliumzuurantagonisten trimetrexaat, trimethoprim en pyrimethamine.
Toxiciteit van Trimetrexaat:
- Preventie: Gedurende de therapie met trimetrexaat moet calciumfolinaat elke dag worden toegediend en gedurende 72 uur na de laatste toediening van trimetrexaat. Calciumfolinaat kan worden toegediend zowel als intraveneuze toediening met een dosering van 20 mg/m2 gedurende 5 tot 10 minuten elke 6 uur met een totale dosis van 80 mg/m2, of oraal toegediend met 4 doseringen van 20 mg/m2 op gelijke tijdsintervallen. Dagelijkse dosering van calciumfolinaat moet worden aangepast op basis van de hematologische toxiciteit van trimetrexaat.
- Overdosering (mogelijk optredend met trimetrexaat dosering boven 90 mg/m2 zonder gelijktijdige toediening van calciumfolinaat): na beeindiging van de trimetrexaat toediening, calciumfolinaat i.v. 40 mg/m2 om de 6 uur gedurende 3 dagen.
Toxiciteit van Trimethoprim:
- Na beëindiging van de trimethoprim toediening, 3-10 mg/dag calciumfolinaat tot herstel van een normaal bloedbeeld.
Toxiciteit van Pyrimethamine:
In geval van een te hoge dosering pyrimethamine of een langdurige behandeling met lage dosering, moet calciumfolinaat 5 tot 50 mg/dag gelijktijdig worden toegediend gebaseerd op de resultaten van het bloedbeeld.
Opslag en houdbaarheid
Ongeopend : 24 maanden.
De chemische en fysische stabiliteit van een oplossing voor intraveneuze infusie met 0,9% natriumchloride of met 5% glucose werd gedurende 24 uur aangetoond bij een temperatuur niet hoger dan 25 °C. Vanuit microbiologisch oogpunt dient de oplossing onmiddellijk gebruikt te worden. Indien de oplossing niet onmiddellijk wordt gebruikt, dan valt de houdbaarheidstermijn en de bewaarcondities van de gebruiksklare oplossing onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Deze mag niet langer zijn dan 24 uur bij 2-8 °C tenzij verdunning plaats vindt onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische condities.
Speciale voorzorgmaatregelen bij opslag
Bewaren bij 2° - 8 °C (in de koelkast).
Bewaar in de originele buitenverpakking beschermd tegen licht.
Een kopie van de volledige SPC kan opgevraagd worden bij de registratiehouder.