Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts, of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Akineton wordt per injectie toegediend.
In acute crises kan men Akineton in de aderen toedienen. Deze injectie moet wel langzaam gebeuren, omdat de gevoeligheid per patiënt kan verschillen.
De aanbevolen dosering is Volg de aanwijzingen op van uw arts. De dosering is afhankelijk van de ernst van uw aandoening.
Ziekte van Parkinson:
Als start van de therapie in ernstige gevallen, of wanneer u geen tabletten kunt slikken krijgt u 2 (tot 4) ampullen over de dag verdeeld, in de spier of langzaam in de aderen toegediend.
Parkinsonachtige verschijnselen veroorzaakt door geneesmiddelen (neuroleptica):
Volwassenen:
½ tot 1 ampul in de spier of langzaam in de aderen. Indien nodig kan deze dosis na 30 minuten worden herhaald.
Gebruik bij kinderen
Kinderen vanaf 3 jaar:
½ tot 1 ampul langzaam in de aderen. De ampul kan verdund worden met 5% glucose-oplossing. De ervaring met Akineton bij jonge kinderen is beperkt.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Gebruik van te veel Akineton kan leiden tot een verergering van het optreden van bijwerkingen tot zelfs coma of ademhalingsstilstand. Als u denkt te veel Akineton te hebben gekregen:
neem onmiddellijk contact op met uw arts
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Wanneer u denkt dat er een dosis is overgeslagen moet u uw arts raadplegen. Men zal zo snel mogelijk proberen u over te zetten op Akineton-tabletten.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Wanneer plotseling met Akineton gestopt wordt, zullen de klachten weer toenemen.
Stop niet eigenhandig met de behandeling. Heeft u problemen die tot stoppen van de therapie zouden kunnen leiden, neem dan contact op met uw behandelend arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Pagina 3 / 5
AKIN2018_inj-v1
4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.
De volgende frequentie-aanduidingen worden als basis gebruikt bij het beoordelen van de bijwerkingen:
Zeer vaak
|
komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
|
Vaak
|
komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
|
Soms
|
komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
|
Zelden
|
komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers
|
Zeer zelden
|
komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers
|
Niet bekend
|
kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
|
Bijwerkingen komen met name in het begin van de behandeling voor en wanneer de dosering te snel wordt verhoogd.
Infecties en parasitaire aandoeningen
Onbekend: de bof
Immuunsysteemaandoeningen
Zeer zelden: overgevoeligheid
Psychische stoornissen
Zelden: bij hogere doseringen prikkelbaarheid, opwinding (agitatie), angst, verwarring, bewustzijnsstoornissen (delirium), waarnemen van dingen die er niet zijn (hallucinaties), slapeloosheid. Bij patiënten met een verminderde hersenfunctie komt stimulatie van het centrale zenuwstelsel vaak voor. Uw arts kan dan besluiten de dosis te verlagen. Er zijn meldingen van tijdelijk verminderde REM-slaap (een slaapfase met snelle oogbewegingen). Hierbij duurt het langer om deze slaapfase te bereiken en het aandeel van de REM-slaap in de totale slaap wordt kleiner.
Zeer zelden: zenuwachtigheid, overdreven goede stemming (euforie)
Zenuwstelselaandoeningen
Zelden: moeheid, duizeligheid en geheugenstoornissen
Zeer zelden: hoofdpijn, bewegingsstoornissen (dyskinesie), coördinatiestoornissen (ataxie) en spraakstoornissen, toevallen en stuipen
Oogaandoeningen
Zeer zelden: stoornis van de ooglens om scherp te kunnen stellen (accommodatiestoornis), verwijding van oogpupillen (mydriasis) en overgevoeligheid voor licht (fotosensitiviteit). Er kan gesloten kamerhoek glaucoom (vorm van staar waarbij de druk in het oog opeens hoog wordt) optreden.
Hartaandoeningen
Zelden: verhoogde hartslag (tachycardie)
Zeer zelden: vertraagde hartslag (bradycardie). Er kan bloeddrukdaling optreden als toediening niet via de mond plaatsvindt (bij de injectievorm van dit middel).
Maagdarmstelselaandoeningen
Zelden: droge mond, misselijkheid, maag-darmstoornissen
Zeer zelden: obstipatie (verstopping)
Huid- en onderhuidaandoeningen
Zeer zelden : verminderde transpiratie, allergische huiduitslag
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Zeer zelden: spiertrekkingen
Nier- en urinewegaandoeningen
Zeer zelden: lozingsstoornissen, met name bij patiënten met prostaatkanker (prostaatadenoom); meer zeldzaam: niet goed de blaas leeg kunnen plassen (urineretentie)
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Zelden: slaperigheid
Pagina 4 / 5
AKIN2018_inj-v1
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, website: www.lareb.nl
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.