Betafact, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 50 IE/ml

Betafact, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 50 IE/ml
Werkzame stof(fen)Bloedstollingsfactor IX
Toelatingslandnl
VergunninghouderLFB-Biomedicaments
ATC-codeB02BD04
Farmacologische groepenVitamine k en andere hemostatica

Patiëntenbijsluiter

Wat is het en waarvoor wordt het gebruikt?

BETAFACT is een geneesmiddel dat behoort tot de groep van de hemostatica (bloedstollingbevorderende middelen). Het werkzame bestanddeel is humane stollingsfactor IX, een eiwit dat van nature in het lichaam voorkomt. Dit eiwit heeft als taak voor de normale stolling van het bloed te zorgen en te voorkomen dat een bloeding te lang duurt.

BETAFACT wordt gebruikt om het tekort aan stollingsfactor IX te compenseren en zo bloedingen te voorkomen en te behandelen bij patiënten met hemofilie-B.

Hemofilie-B is een erfelijke ziekte die wordt gekenmerkt door een tekort aan een eiwit dat stollingsfactor IX wordt genoemd. Dit tekort leidt tot stoornissen in de bloedstolling.

Gebruik BETAFACT niet

  • als u allergisch (overgevoelig) bent voor het werkzame bestanddeel (factor IX) of voor één van de andere bestanddelen van BETAFACT (zie rubriek 6. Aanvullende informatie voor de lijst met andere bestanddelen).
  • als u allergisch (overgevoelig) bent voor heparine of een daarvan afgeleide stof.
  • als u in het verleden een verlaagd aantal bloedplaatjes hebt gehad als gevolg van een geneesmiddel dat heparine bevatte.
  • als uw arts u heeft verteld dat u allergisch bent voor heparine, dient u contact op te nemen met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.

Wees extra voorzichtig met BETAFACT

Uw arts dient de mogelijke voordelen van behandeling met BETAFACT af te wegen tegen de risico’s op complicaties in bepaalde omstandigheden:

1- Vanwege beperkte klinische ervaring

  • bij kinderen jonger dan 6 jaar;
  • bij patiënten die niet eerder behandeld.

2- Vanwege het risico op het ontstaan van van stolsels in het bloed (trombo-embolische complicaties)

  • bij patiënten met aanwijzingen voor afbraak van bloedstolsels (fibrinolyse);
  • bij patiënten die zich presenteren met de vorming van meerdere stolsels in het circulerende bloed (diffuse intravasale stolling);
  • bij pasgeborenen;
  • als u pas bent geopereerd;
  • als uw bloedstolling abnormaal hoog is;
  • als u een leveraandoening heeft.

Uw arts zal u vragen uw bloed te laten onderzoeken om aanwijzingen voor deze complicaties zo snel mogelijk op te sporen.

Risico op allergische reacties

Vanwege het risico op allergieën (zie rubriek 4. Mogelijke bijwerkingen) tijdens de toediening van factor IX moeten de eerste injecties met BETAFACT onder medisch toezicht worden toegediend om een eventuele allergische reactie onmiddellijk te kunnen behandelen.

Uw arts zal u informeren over de waarschuwingssignalen voor een allergische reactie (zie rubriek 4. Mogelijke bijwerkingen). Als een van deze bijwerkingen zich voordoet, staakt u de behandeling onmiddellijk en waarschuwt u een arts zodat deze afhankelijk van de aard en ernst van de reactie de juiste behandeling kan starten.

Na herhaalde behandelingen met BETAFACT kan uw immuunsysteem op factor IX reageren door remmers (antistoffen tegen factor IX) aan te maken. De aanwezigheid van dergelijke remmers kan de werkzaamheid van de behandeling verminderen. Uw arts moet regelmatig bloedonderzoek laten uitvoeren om op de aanwezigheid van deze remmers te controleren en hun hoeveelheid te bepalen.

Er is een verband aangetoond tussen de aanwezigheid van factor IX-remmers en het optreden van allergische reacties. Daarom is het volgende van toepassing:

  • Als bij u na het gebruik van factor IX een allergische reactie optreedt, moet onderzoek naar de aanwezigheid van remmers worden uitgevoerd.
  • Als factor IX-remmers worden aangetroffen, is er een hoger risico op het ontstaan van een ernstige allergische reactie tijdens het injecteren van factor IX.

Gebruik met andere geneesmiddelen

Vertel uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.

Er zijn tot op heden geen interacties tussen BETAFACT en andere geneesmiddelen waargenomen.

Zwangerschap en borstvoeding

Het gebruik van BETAFACT is niet onderzocht bij vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven. Als u zwanger bent of borstvoeding geeft, dient uw arts de mogelijke voordelen van behandeling met BETAFACT te beoordelen. De mogelijke voordelen van deze behandeling moeten worden afgewogen tegen de risico’s ervan.

Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten van dit geneesmiddel op de rijvaardigheid of op het vermogen om machines te bedienen.

Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van BETAFACT

BETAFACT bevat natrium. Dit product bevat ongeveer 2,6 mg natrium per ml product (13 mg per injectieflacon van 5 ml, 26 mg per injectieflacon van 10 ml, 52 mg per injectieflacon van 20 ml). Houd hier rekening mee als u een zoutloos of zoutarm dieet volgt.

BETAFACT bevat sporen van andere humane eiwitten dan factor IX. Deze eiwitten kunnen ook een rol spelen bij het optreden van allergische reacties.

BETAFACT bevat heparine. Dit kan naast allergische reacties ook een verlaagd aantal bloedcellen veroorzaken, wat invloed kan hebben op de stolling.

Informatie over veiligheidsmaatregelen op grond van de oorsprong van BETAFACT

BETAFACT wordt gemaakt uit menselijk plasma (het vloeibare gedeelte van bloed).

Wanneer geneesmiddelen uit menselijk bloed of plasma worden bereid, worden bepaalde maatregelen getroffen om te voorkomen dat infecties aan patiënten worden overgedragen.

Deze maatregelen omvatten:

  • zorgvuldige selectie van bloed- en plasmadonoren via een medisch consult om ervoor te zorgen dat personen die mogelijk een infectie bij zich dragen, worden uitgesloten;
  • het testen van elke donatie en plasmapool op aanwijzingen voor virusinfecties.

In het productieproces van het geneesmiddel zijn ook stappen opgenomen waarmee virussen kunnen worden verwijderd of geïnactiveerd.

Ondanks deze maatregelen kan bij toediening van geneesmiddelen bereid uit menselijk bloed of plasma de mogelijkheid van overdracht van een infectie niet volledig worden uitgesloten. Dit geldt ook voor onbekende of pas ontdekte virussen en andere pathogenen (ziekteverwekkers).

De maatregelen die voor BETAFACT worden getroffen, worden verondersteld werkzaam te zijn tegen envelopvirussen als het humaan immunodeficiëntievirus (hiv- of aidsvirus), hepatitis-B-virus en hepatitis-C-virus.

De getroffen maatregelen zijn mogelijk van beperkte waarde tegen bepaalde virussen zonder envelop, zoals het hepatitis-A-virus en parvovirus B19. Een parvovirus B19-infectie kan ernstig zijn bij zwangere vrouwen (infectie van de foetus) en personen die een bepaalde vorm van anemie of een immunodeficiëntie hebben.

Geschikte vaccinaties (hepatitis-A en -B) worden aanbevolen bij patiënten die regelmatig stollingsfactoren krijgen toegediend.

Het wordt sterk aanbevolen om bij elke dosistoediening de naam en het partijnummer van het product te noteren, zodat kan worden bijgehouden welke partijen worden gebruikt.

De behandeling dient te worden gestart onder toezicht van een arts die ervaring heeft met de behandeling van hemofilie.

Dosering

Uw arts bepaalt de geschikte dosis BETAFACT.

De geschikte dosis en frequentie zijn afhankelijk van:

  • uw gewicht;
  • de ernst van uw hemofilie;
  • de locatie en omvang van de bloeding;
  • uw gezondheidssituatie;
  • (in bepaalde gevallen) de ingreep die u moet ondergaan (bijvoorbeeld operatie, kies trekken, enz.).

Uw arts zal aanbevelen dat tijdens de behandeling bloedtests worden uitgevoerd ter controle van:

  • de concentratie factor IX;
  • de aanwezigheid van factor IX-remmers.

Op grond van de uitslagen van deze tests kan uw arts beslissen de dosis en frequentie van de injecties aan te passen.

De geschikte dosis wordt uitgedrukt in een aantal eenheden (IE).

Toedieningsfrequentie

Uw arts bepaalt hoe vaak BETAFACT-injecties moeten worden toegediend. BETAFACT hoeft zelden vaker dan eenmaal per dag te worden ingespoten.

Uw arts zal de frequentie van de injecties aanpassen aan de ernst van de bloeding en de werkzaamheid van de behandeling.

Aan het eind van deze bijsluiter in de rubriek speciaal voor zorgverleners is een tabel opgenomen waarin de frequentie en duur van de behandeling voor diverse situaties worden beschreven.

Wijze van gebruik en toedieningsweg

Dit geneesmiddel moet via infusie in een ader worden geïnjecteerd.

Als u nog vragen heeft over het gebruik van dit geneesmiddel, vraag dan uw arts of apotheker.

Wat u moet doen als u meer van BETAFACT heeft gebruikt dan u zou mogen

Neem onmiddellijk contact op met uw arts of apotheker.

Er is echter geen enkel geval van een overdosering met humane stollingsfactor IX gemeld.

Wat u moet doen wanneer u bent vergeten BETAFACT te gebruiken

Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zoals alle geneesmiddelen kan BETAFACT bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt.

Bij patiënten die werden behandeld met producten die humane stollingsfactor IX bevatten, zijn overgevoeligheid of allergische reacties (gegeneraliseerde of lokale) waargenomen, zoals

  • zwelling (angio-oedeem);
  • branderig of tintelend gevoel op de injectieplaats;
  • koude rillingen;
  • roodheid;
  • gegeneraliseerde of lokale huiduitslag (gegeneraliseerde urticaria [galbulten], brandnetelreactie);
  • hoofdpijn;
  • daling van de bloeddruk (arteriële hypotensie);
  • extreme vermoeidheid (lethargie);
  • misselijkheid, braken;
  • rusteloosheid;
  • verhoogde hartslag (tachycardie);
  • druk op de borst;
  • tintelingen;
  • piepende ademhaling (als bij astma).

In sommige gevallen hebben deze reacties geleid tot ernstige anafylaxie (acute, levensbedreigende allergische reactie). Zie ook rubriek 2. Risico op allergische reacties voor informatie over hoe u in een dergelijke situatie moet reageren.

In bepaalde gevallen zijn dergelijke allergische reacties in verband gebracht met de gelijktijdige aanwezigheid van factor IX-remmers (zie rubriek 2. Wat u moet weten voordat u BETAFACT gebruikt).

Er zijn gevallen van een nierfunctiestoornis (nefrotisch syndroom) beschreven bij personen met factor IX-remmers (zie rubriek 2. Wat u moet weten voordat u BETAFACT gebruikt).

In zeldzame gevallen is een verhoogde lichaamstemperatuur (hyperthermie) waargenomen.

Patiënten met hemofilie-B kunnen antistoffen tegen factor IX (remmers) ontwikkelen (zie rubriek 2. Risico op allergische reacties). Deze remmers zijn niet waargenomen in klinisch onderzoek naar BETAFACT dat onder 11 niet eerder behandelde patiënten is uitgevoerd.

De vorming van stolsels die de bloedvaten afsluiten, met als gevolg:

  • hartinfarct;
  • diffuse intravasale stolling (meerdere stolsels in het circulerende bloed);
  • longembolie (stolsel in de vaten die de longen van bloed voorzien);
  • veneuze trombose (stolsel in een ader);

houdt mogelijk verband met het gebruik van factor IX-preparaten met een lage zuiverheid. Het gebruik van factor IX-preparaten met een hoge zuiverheid, zoals BETAFACT, is zelden in verband gebracht met een dergelijk effect.

Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.

Hoe moet het worden bewaard?

Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.

Gebruik BETAFACT niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket op de injectieflacon en op de doos.

Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C). Niet invriezen.

Bewaar in de buiten verpakking bewaren als bescherming tegen licht.

Na reconstitutie dient het product onmiddellijk te worden gebruikt.

Voor gebruik onderweg mag het product gedurende een éénmalige onafgebroken periode van maximaal 6 maanden uit de koelkast worden gehaald en worden bewaard bij maximaal 25°C. mits de houdbaarheidsdatum niet wordt overschreden. Na verloop van deze periode mag het product niet meer worden teruggeplaatst in de koelkast en moet het worden weggegooid. De datum waarop het product uit de koelkast is gehaald, moet op de buitenste verpakking worden aangegeven.

Gebruik BETAFACT niet als de oplossing troebel is of neerslag bevat.

Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu.

Verdere informatie

WAT BEVAT BETAFACT

Het werkzame bestanddeel is humane bloedstollingsfactor IX in een concentratie van 50 IE/ml na bereiding. Na bereiding voor injectie met 5, 10 of 20 ml water, bevat één flacon 250 IU/5 ml, 500 IU/10 ml, 1000 IU/20 ml humane stollingsfactor IX

De specifieke activiteit van BETAFACT is gemiddeld 110 IE/mg totaal proteïne.

De andere bestanddelen zijn:

natriumchloride, natriumheparine, lysinehydrochloride, arginine en natriumcitraat, het oplosmiddel is gesteriliseerd water voor injectie.

Hoe ziet BETAFACT er uit en wat is de inhoud van de verpakking

BETAFACT wordt geleverd als een poeder en een oplosmiddel voor oplossing voor injectie in glazen injectieflacons, een overhevelsysteem en een filternaald. BETAFACT is verkrijgbaar in verpakkingen van 250 IE/5 ml, 500 IE/10 ml en 1000 IE/20 ml.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant

LFB-BIOMEDICAMENTS

3, avenue des Tropiques BP 305 - Les Ulis

91958 Courtaboeuf Cedex FRANKRIJK

Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd op 31-12-2009

De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen en andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:

De geschikte dosis wordt uitgedrukt in het aantal eenheden (IE) dat met de volgende vergelijking wordt berekend:

Aantal toe te dienen eenheden = lichaamsgewicht (kg) x beoogde verhoging van concentratie (%) (IE/dl) x 0,93

Toedieningsfrequentie

Voor elk van de hieronder vermelde bloedingsepisoden dient de factor IX-activiteit op de overeenkomstige plasmaconcentratie te worden gehouden. Voor elk van de hieronder vermelde bloedingsepisoden dient de factor IX-activiteit in de overeenkomstige periode niet onder het aangegeven niveau te komen. Aan de hand van deze tabel kan de effectieve dosering worden bepaald bij de volgende bloedingsepisoden en chirurgische ingrepen:

Type bloeding of chirurgische Doelgehalte van factor Frequentie van de doses (uren)
ingreep IX in het plasma (%) Duur van de behandeling (dagen)
  (IE/dl)  
Bloeding    
Vroege bloeding in gewricht, spier of 20 - 40 Om de 24 uur herhalen. Minstens 1 dag,
mond   tot de bloeding gestopt is, dwz. de pijn
    verdwenen is.
Meer uitgebreide bloeding in gewricht 30 - 60 De infusie om de 24 uur herhalen
of spier   gedurende 3-4 dagen of meer, tot de
    pijn verdwenen en tot goede
    wondheling.
Levensbedreigende bloedingen zoals 60 - 100 Herhaal het infuus om de 8 tot 24 uur
hoofdletsel, keelbloeding, ernstige   tot de bloeding onder controle is.
buikbloeding    
Heelkunde    
Klein chirurgische ingreep 30 - 60 Om de 24 uur, minstens 1 dag, tot
met inbegrip van tandextractie   genezing bereikt is.
Grote chirurgische ingreep 80 - 100 De infusie om de 8-24 uur herhalen tot
  (voor- en na de operatie) goede wondheling is bereikt,
    vervolgens behandelen gedurende ten
    minste 7 dagen om een activiteit van
    Factor IX van 30% tot 60% te
    behouden (IE/dl).

In bepaalde omstandigheden kunnen grotere hoeveelheden BETAFACT vereist zijn dan de berekende hoeveelheden, vooral bij de startdosis.

Gedurende de behandeling wordt een geschikte bepaling van factor IX-niveaus aanbevolen voor een richtlijn voor de toe te dienen dosis en de frequentie van herhaalde infusies. Met name bij grote chirurgische ingrepen is een nauwkeurige bewaking van de substitutietherapie via stollingsanalyse (plasmafactor IX-activiteit) onmisbaar. Afzonderlijke patiënten kunnen verschillend reageren op humane stollingsfactor IX, wat zich uit in de het niveau van in vivo-herstel en verschillende halfwaardetijden.

Als u lijdt aan ernstige hemofilie B kunnen ter voorkoming van spontane bloedingen met doses van 20 tot 40 IE BETAFACT per kilogram lichaamsgewicht, toegediend om de 3 tot 4 dagen, gegeven worden. In bepaalde gevallen, vooral bij jongere patiënten, kunnen hogere of meer frequente doseringen noodzakelijk zijn.

Patiënten dienen te worden gecontroleerd op het ontwikkelen van factor IX-remmers. Als het verwachte plasmaniveau van factor IX-activiteit niet wordt bereikt of als bloedingen niet onder controle kunnen worden gebracht met een geschikte dosis, dient via een test te worden bepaald of een factor IX-remmer aanwezig is. Als de remmer aanwezig is met een niveau dat lager is dan 10 BU (Bethesda Unit) per ml, kan de remmer mogelijk worden geneutraliseerd door het toedienen van meer humane stollingsfactor IX. Bij patiënten met remmerniveaus boven 10 BU of met een hoge anamnestische respons, dient het gebruikt van (geactiveerd) protrombinecomplexconcentraat (aPCC) of geactiveerde factor VII (FVIIa) te worden overwogen. Deze behandelingen dienen te worden uitgevoerd door artsen met ervaring met de behandeling van patiënten met hemofilie.

Bij klinische onderzoeken zijn 11 kinderen van jonger dan 6 jaar behandeld met Betafact. Voor hen is de dosering gelijk aan die voor volwassenen.

Bereiding:

Het poeder met gesteriliseerd water voor injectie klaarmaken zoals aangegeven in onderstaande paragraaf.

Inspuiten in de ader.

Laatst bijgewerkt op 24.08.2022

Meer medicijnen met dezelfde werkzame stof

De volgende medicijnen bevatten ook de werkzame stof Bloedstollingsfactor IX. Raadpleeg uw arts over een mogelijk alternatief voor Betafact, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 50 IE/ml

Medicijn
Vergunninghouder

Logo

Uw persoonlijke medicatie-assistent

Medicijnen

Blader hier door onze uitgebreide database van A-Z medicijnen, met effecten, bijwerkingen en doseringen.

Stoffen

Alle actieve ingrediënten met hun werking, toepassing en bijwerkingen, evenals de medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Symptomen, oorzaken en behandeling van veelvoorkomende ziekten en verwondingen.

De weergegeven inhoud vervangt niet de originele bijsluiter van het medicijn, vooral niet met betrekking tot de dosering en werking van de afzonderlijke producten. We kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de nauwkeurigheid van de gegevens, omdat deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Raadpleeg altijd een arts voor diagnoses en andere gezondheidsvragen.

© medikamio