Uw behandeling moet worden gestart en uitgevoerd door artsen die ervaring hebben met de behandeling van hemofilie B.
Uw arts bepaalt de geschikte dosis voor u, die hij berekent op basis van uw specifieke behoeften. Als u meent dat de werking van dit middel te sterk of te zwak is, raadpleeg dan uw arts.
Dosering voor het voorkomen van bloedingen
Als u dit middel gebruikt om bloedingen te voorkomen (profylaxe), bedraagt de gebruikelijke dosis 20 tot 40 IE (Internationale Eenheden) factor IX per kilogram lichaamsgewicht elke 3 tot 4 dagen. In sommige gevallen, vooral bij jongere patiënten, kunnen kortere periodes tussen de doseringen of hogere doses noodzakelijk zijn.
Dosering voor de behandeling van bloedingen
Als u dit middel gebruikt om bloedingen te behandelen, berekent uw arts de geschikte dosis voor u met de volgende formule:
benodigd aantal IE = lichaamsgewicht (kg) x gewenste stijging van factor IX (% ten opzichte van de normale waarde of IE/dl) x 1,1
Gebruik bij kinderen
Er bestaan onvoldoende gegevens om het gebruik van dit middel aan te bevelen bij kinderen jonger dan zes jaar.
Medisch toezicht door uw arts
Uw arts voert regelmatig de nodige laboratoriumtesten uit om er voor te zorgen dat u voldoende factor IX- activiteit in uw bloed heeft. Dit is vooral belangrijk wanneer u een zware chirurgische ingreep ondergaat of levensbedreigende bloedingen krijgt.
Patiënten bij wie zich remmers ontwikkelen
Als ondanks een gepaste dosis het verwachte niveau van factor IX-activiteit in bloed niet wordt bereikt of als de bloeding niet stopt, kunnen er remmers aanwezig zijn. Uw arts controleert u met de relevante tests op de aanwezigheid van remmers. Als u remmers hebt ontwikkeld, moet er contact worden opgenomen met een gespecialiseerd centrum voor hemofilie.
Als u factor IX-remmers heeft ontwikkeld, hebt u wellicht een hogere dosis van dit middel nodig om de bloeding onder controle te houden. Als de bloeding zelfs met deze hogere dosis niet onder controle kan worden gehouden, zal uw arts het gebruik van een ander product overwegen. Verhoog de dosis van dit middel die u gebruikt om de bloeding onder controle te houden niet zonder overleg met uw arts.
Frequentie van toediening
Uw arts zal u uitleggen hoe vaak en met welke tussenpozen u dit middel moet toedienen. Hij zal dit voor u persoonlijk bepalen op basis van uw reactie op dit middel.
Duur van de behandeling
Gewoonlijk is een levenslange behandeling met dit middel nodig.
Wijze van toediening
Nadat de oplossing is klaargemaakt met het bijgeleverde oplosmiddel, wordt dit middel langzaam via een ader (intraveneus) toegediend.
Dit middel mag vóór toediening niet worden gemengd met andere geneesmiddelen, omdat dit de werkzaamheid en de veiligheid van het product kan verstoren.
Volg nauwkeurig de aanwijzingen van uw arts.
De toedieningssnelheid is afhankelijk van wat u als aangenaam ervaart en mag niet meer dan 2 ml per minuut bedragen.
- Gebruik uitsluitend de bijgeleverde toedieningsset. Als andere sets voor injectie gebruikt worden, kan dit middel zich aan de binnenzijde van de infusieset hechten, wat kan leiden tot een onjuiste dosering.
- Als u ook andere geneesmiddelen krijgt toegediend via uw veneuze toegang, moet deze toegang vóór en na toediening van dit middel worden gespoeld met een geschikte oplossing zoals een fysiologische zoutoplossing.
- Dit middel mag slechts onmiddellijk vóór toediening worden opgelost, waarna de oplossing meteen moet worden gebruikt (de oplossing bevat geen conserveermiddelen).
- De oplossing voor injectie is helder of licht melkachtig (opalescent). Oplossingen die troebel zijn of zichtbare deeltjes bevatten, mogen niet worden gebruikt.
- Niet-gebruikt opgelost product moet op een geschikte manier worden vernietigd.
Oplossen van het poeder om een oplossing voor injectie te bereiden
De oplossing moet worden klaargemaakt onder omstandigheden die zo schoon en zo steriel mogelijk zijn!
- Warm de ongeopende, met een rubberen stop afgesloten injectieflacon met oplosmiddel (steriel water voor injecties) op tot kamertemperatuur (maximaal 37°C).
- Verwijder het beschermkapje van de injectieflacon met poeder en de injectieflacon met oplosmiddel (afb. A), beide afgesloten met een rubberen stop. Reinig de stoppen van beide injectieflacons.
- Draai en trek de bescherming van het ene uiteinde van de bijgeleverde transfernaald, en druk de naald door de rubberen stop van de injectieflacon met oplosmiddel (afb. B en C).
- Verwijder de bescherming aan het andere uiteinde van de transfernaald zonder het vrijgekomen uiteinde aan te raken.
- Houd de injectieflacon met oplosmiddel boven de injectieflacon met poeder, en druk het vrije uiteinde van de transfernaald door de rubberen stop van de injectieflacon met poeder (afb. D). Door het vacuüm wordt het oplosmiddel opgezogen in de injectieflacon met poeder.
- Laat alle oplosmiddel in de injectieflacon met poeder lopen, waarna u beide injectieflacons loskoppelt door de transfernaald te verwijderen uit de injectieflacon met poeder (afb. E). Zwenk voorzichtig de injectieflacon met poeder om het oplossen te versnellen.
- Druk de bijgeleverde ontluchtingsnaald door de stop van de injectieflacon (afb. F) zodra alle poeder opgelost is, waardoor eventueel ontstaan schuim verdwijnt. Verwijder de ontluchtingsnaald.
Injectie/infusie
De oplossing moet worden bereid onder omstandigheden die zo schoon en zo steriel mogelijk zijn!
1. Draai en trek de bescherming van de bijgeleverde filternaald, en plaats de naald op de steriele wegwerpspuit. Zuig de oplossing op in de spuit (afb. G).
2. Koppel de filternaald los van de spuit en dien de oplossing langzaam in een ader (intraveneus) toe (maximaal 2 ml per minuut) met de bijgeleverde toedieningsset (of bijgeleverde wegwerpnaald).
In geval van toediening via infusie moet een wegwerptoedieningsset met vleugelnaald en geschikte filter worden gebruikt.
Afb. A | Afb. B Afb. C Afb. D Afb. E Afb. F Afb. G |
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Licht uw arts in. Er zijn geen symptomen door overdosering met factor IX gemeld.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Ga onmiddellijk verder met de volgende toediening en vervolg met de gebruikelijke tussenliggende periodes volgens het advies van uw arts.
Als u nog vragen heeft over het gebruik van dit geneesmiddel, raadpleeg dan uw arts of apotheker.