Wanneer mag u Nonafact niet gebruiken?
- U bent allergisch voor het werkzame bestanddeel, menselijk stollingsfactor IX.
- U bent allergisch voor een van de hulpstoffen of voor muizeneiwitten.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Nonafact?
Neem onmiddellijk contact op met uw arts, als bloedingen niet stoppen zoals verwacht.
Het product moet, na oplossen in het bijgeleverde water voor injecties, helder zijn. Controleer dit vlak voor toediening. Het product mag niet toegediend worden wanneer troebeling, klontjes of deeltjes te zien zijn.
Nonafact kan in zeldzame gevallen een hevige allergische reactie (anafylactische shock) opwekken. Indien er bij u, na toediening, overgevoeligheidsreacties ontstaan zoals galbulten, jeuk en huiduitslag, beklemd gevoel op de borst, piepende ademhaling en een licht gevoel in het hoofd neem dan direct
contact op met uw arts. Wanneer u bij eerder gebruik van bloed of een bloedproduct overgevoelig bent gebleken, mag Nonafact alleen toegediend worden wanneer het niet anders kan (zoals bij levensbedreigende situaties), en moet dit gebeuren in een ziekenhuis of onder zorgvuldige controle van een arts.
Personen met hemofilie B die factor IX-preparaten toegediend krijgen, dienen gecontroleerd te worden op het ontstaan van neutraliserende afweerstoffen (remmers) tegen factor IX (zie onder Mogelijke bijwerkingen). Uw arts zal uw bloed regelmatig controleren op de aanwezigheid van deze afweerstoffen, vooral als u in het verleden bij gebruik van een factor IX-product een hevige allergische reactie heeft gehad. Het voorkomen van activiteits-neutraliserende afweerstoffen (remmers) is zeer zeldzaam bij patiënten die al eerder behandeld zijn met producten die factor IX bevatten.
Er bestaat een zeer gering risico dat Nonafact in hogere doseringen stolsels in de bloedvaten veroorzaakt, leidend tot trombose. Als u lijdt aan een leverziekte of hartziekte of als u onlangs bent geopereerd, bestaat er een verhoogd risico op complicaties in de bloedstolling. Dit is ook het geval bij pasgeborenen en patiënten met een verhoogd risico op trombose of “DIS”, diffuse intravasale stolling, een ziekte waarbij het bloedstollingsysteem is ontregeld. Uw arts zal bekijken of de toediening van Nonafact een gevaar op trombose oplevert.
Wanneer geneesmiddelen worden bereid uit menselijk bloed of plasma, worden bepaalde maatregelen geïmplementeerd om te voorkomen dat infecties worden overgedragen op patiënten. Deze maatregelen omvatten zorgvuldige selectie van bloed- en plasmadonors om er zeker van te zijn dat donors die risico lopen infecties bij zich te dragen, worden uitgesloten, en het testen van iedere donatie en plasmapool (samengevoegde plasma-eenheden) op tekenen van virus/infectie. Producenten van deze producten hebben ook stappen toegevoegd in de verwerking van het bloed of plasma die virussen kunnen inactiveren of verwijderen. Desondanks kan bij het toedienen van uit menselijk bloed of plasma bereide geneesmiddelen de mogelijkheid op overdracht van een infectie niet volledig worden uitgesloten. Dat geldt ook voor onbekende of opkomende virussen en andere pathogenen.
Deze procedures worden als effectief beschouwd tegen ‘envelopped’ virussen (virussen met een eiwitomhulsel) zoals het AIDS-virus (HIV), hepatitis B-virus en hepatitis C-virus en de 'non- envelopped' (zonder een eiwitomhulsel) virussen hepatitis A en parvovirus B19.
Uw arts kan u aanraden zich tegen hepatitis A en B te vaccineren, indien u regelmatig/herhaaldelijk uit menselijk plasma gezuiverd stollingsfactor IX toegediend krijgt.
Het wordt sterk aangeraden dat elke keer dat Nonafact aan u wordt toegediend, de naam en het chargenummer van het product wordt geregistreerd om een link te houden met de charge van het product.
Er is geen ervaring met de behandeling van niet eerder behandelde patiënten met Nonafact.
Gebruik bij kinderen
Er zijn onvoldoende onderzoeksgegevens om het gebruik van Nonafact in kinderen jonger dan 6 jaar te adviseren.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Er zijn geen wisselwerkingen tussen Nonafact en andere geneesmiddelen bekend. Gebruikt u naast Nonafact nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
Zwangerschap en borstvoeding:
Aangezien hemofilie B zeer zelden bij vrouwen voorkomt, zijn er geen gegevens bekend over het gebruik van factor IX tijdens de zwangerschap en de periode van het geven van borstvoeding. Om
deze redenen dient Nonafact tijdens de zwangerschap en de periode van het geven van borstvoeding uitsluitend gebruikt te worden indien de noodzaak daartoe voldoende vaststaat.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u geneesmiddelen gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines:
Er zijn geen effecten van Nonafact bekend op de rijvaardigheid en het vermogen machines te gebruiken.
Stoffen in Nonafact waarmee u rekening moet houden:
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, d.w.z. in wezen ‘natriumvrij’.