Haemoctin 250, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie

Haemoctin 250, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Werkzame stof(fen)Bloedstollingsfactor VIII
Toelatingslandnl
VergunninghouderBiotest
ATC-codeB02BD02
Farmacologische groepenVitamine k en andere hemostatica

Patiëntenbijsluiter

Wat is het en waarvoor wordt het gebruikt?

Haemoctin 250 is een uit menselijk plasma afgeleid geneesmiddel. Het bevat stollingsfactor VIII die noodzakelijk is voor een normaal verloop van de bloedstolling. Haemoctin 250 wordt gebruikt voor bloedstelping en behoort aldus tot de groep van de zogenaamde antihemorragica. Na oplossing van het poeder in 5 ml water voor injecties bevat het product 50 IE (internationale eenheden) stollingsfactor VIII per ml vloeistof. Eén injectieflacon bevat 250 IE bloedstollingsfactor VIII.

Ter bepaling van het gehalte (hoeveelheid IE) gebruikt men de chromogene factor VIII stollingsanalyse volgens de Europese Farmacopee. In deze analyse wordt de stollingsactiviteit van het preparaat beoordeeld aan de hand van een chemische kleurreactie. De specifieke activiteit van Haemoctin 250 is ongeveer 100 IE/mg eiwit.

Haemoctin 250 wordt gebruikt bij:

Haemoctin 250 is geschikt voor behandeling en preventieve behandeling van bloedverlies bij patiënten met hemofilie A (aangeboren factor-VIII-deficiëntie).

Haemoctin 250 bevat geen von Willebrand factor in farmacologisch werkzame hoeveelheden en is daarom niet geschikt voor behandeling van de von Willebrand aandoening.

Wat moet u weten voordat u het gebruikt?

Gebruik Haemoctin 250 niet

als u allergisch (overgevoelig) bent voor stollingsfactor VIII of andere bestanddelen van dit geneesmiddel.

Biotest Pharma GmbH 1 / 9
HAEMOCTIN 250 Instructions for use NL (nl)

Wees extra voorzichtig met Haemoctin 250

  • na meervoudig gebruik in combinatie met factor VIII concentraten
    • In dat geval is het mogelijk dat uw afweersysteem antistoffen (inhibitoren) tegen factor VIII ontwikkelt. Deze inhibitoren kunnen een invloed hebben op de werking van Haemoctin 250. Uw arts moet u geregeld onderzoeken door middel van een biologische (Bethesda) test op mogelijke vorming van inhibitoren. De vorming van dergelijke factor VIII inhibitoren wordt gekenmerkt door het uitblijven van therapeutisch effect. Het aantal inhibitoren in het lichaam wordt uitgedrukt in Bethesda-eenheden (BE) per ml bloedplasma. Het risico van ontwikkeling van inhibitoren hangt af van de toediening van factor VIII en is het hoogst tijdens de eerste 20 dagen van toediening. Inhibitoren worden zelden meer dan 100 dagen na toediening van het geneesmiddel gevormd.
  • om het risico op infectie zo laag mogelijk te houden
    • Bij vervaardiging van geneeskundige producten uit menselijk bloed of plasma, worden bepaalde voorzorgsmaatregelen genomen om te voorkomen dat infecties op patiënten worden overgebracht. Voorbeelden van deze maatregelen zijn o.a.: een zorgvuldige selectie van bloed- en plasmadonors opdat dragers van infecties worden uitgesloten, of ook testanalyses van iedere bloeddonatie en plasmapools op aanwezigheid van virussen/infecties. Een plasmapool wordt gemaakt van het gedoneerde bloedplasma van meerdere donors. De fabrikanten van deze producten bouwen tijdens verwerking van het bloed of plasma ook veiligheidsstappen in om virussen onschadelijk te maken of te verwijderen. Ondanks deze maatregelen kan, bij toediening van geneesmiddelen op basis van menselijk bloed of plasma, de mogelijkheid van het doorgeven van een infectie niet volledig worden uitgesloten. Dit geldt eveneens voor onbekende of opduikende virussen of andere soorten infecties.
    • De genomen preventieve maatregelen gelden als afdoende voor omhulde virussen zoals het aidsvirus (HIV), het hepatitis B virus (HBV) en hepatitis C virus (HCV), en voor het niet- omhulde hepatitis A virus (HAV). Het is mogelijk dat inactivering/verwijdering van virussen slechts beperkt helpt tegen andere niet-omhulde virussen zoals het parvovirus B19. Het parvovirus B19 veroorzaakt erythema infectiosum (de zgn. vijfde ziekte). Infectie door het parvovirus B19 kan ernstige gevolgen hebben voor zwangere vrouwen (infectie van de foetus) en voor personen met een verzwakt immuunsysteem of een hogere aanmaak van rode bloedcellen (b.v. hemolytische bloedarmoede).
    • Wij raden ten zeerste aan, telkens als u een dosis Haemoctin 250 toegediend krijgt, de naam en het reeksnummer van het product te noteren voor een goed overzicht van de gebruikte reeksen.
    • Uw arts kan u een inenting tegen hepatitis A en B aanraden als u geregeld/ herhaaldelijk van menselijk plasma afgeleide factor VIII producten toegediend krijgt.

Gebruik met andere geneesmiddelen

Wisselwerkingen van Haemoctin 250 met andere geneeskundige producten zijn niet bekend. Haemoctin 250 mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen worden gebruikt. Alleen de bijgeleverde infusieset mag worden gebruikt omdat de behandeling kan mislukken als gevolg van factor VIII adsorptie aan de binnenoppervlakken van bepaalde infusieapparatuur. Vertel het uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dat geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen.

Zwangerschap en borstvoeding

Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.

Omdat hemofilie A zelden bij vrouwen voorkomt, is er geen praktische kennis beschikbaar over het gebruik van Haemoctin 250 tijdens zwangerschap of borstvoeding. Er werden geen proeven uitgevoerd op dieren tijdens dracht en zogen. Als u zwanger bent of borstvoeding geeft, overlegt u met uw arts of Haemoctin 250 voor u voordelen oplevert en of die opwegen tegen de risico's.

Biotest Pharma GmbH 2 / 9
HAEMOCTIN 250 Instructions for use NL (nl)

Overwegingen bij gebruik door kinderen

Er is slechts weinig praktische kennis over de behandeling van kinderen jonger dan 6 jaar. Hetzelfde geldt voor nog niet eerder behandelde patiënten.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Het gebruik van Haemoctin 250 heeft geen nadelige effecten op het besturen van voertuigen of het bedienen van machines.

Belangrijke info over bepaalde bestanddelen van Haemoctin 250

Dit geneesmiddel bevat uitsluitend bekende en fysiologisch veilige bestanddelen. Dit betekent dat het gebruik van Haemoctin 250 geen nadelige effecten op de normale lichaamsfuncties heeft.

Dit geneeskundig product bevat maximaal 3,3 mmol natrium (excipiens) per standaarddosis van 2000 IE. Dit dient in overweging te worden genomen bij patiënten die onder toezicht een natriumdieet volgen.

Hoe wordt het gebruikt?

Iedere behandeling moet starten onder toezicht van een arts met ervaring inzake behandeling van hemofilie A. Gebruik Haemoctin 250 precies volgens de aanwijzingen van uw arts. Bij twijfel raadpleegt u steeds uw arts.

Dosering en duur van de behandeling hangen af van de ernst van de factor VIII deficiëntie, van de plaats en omvang van de bloeding en van uw ziektetoestand. Uw arts zal de voor u geschikte dosis bepalen.

Iedere stap van de procedure moet in volstrekt steriele omstandigheden worden uitgevoerd.

[Afbeeldingen]

Bereiding van het poeder:

  • Verwarm het oplosmiddel (water voor injecties) en het poeder in de niet-geopende flacons tot op kamertemperatuur (maximaal 35°C); handhaaf deze temperatuur gedurende het hele oplossingsproces (ongeveer 10 minuten). Als u een waterbad voor opwarming gebruikt, moet u er nauwgezet op toezien dat het water op geen enkel ogenblik in contact komt met de kapjes of stopjes van de flacons. Bij contact met water kan het geneesmiddel worden verontreinigd.
  • Verwijder de kapjes van beide flacons om de middelste gedeelten van de rubberen stopjes zichtbaar te maken.
  • Reinig het stopje met een ontsmettingsmiddel.
  • Verwijder de sluiting van de verpakking van het overhevelsysteem. (2) Terwijl u de waterfles verticaal houdt, plaatst u de open zijde van het pak (blauwe gedeelte van het overhevelsysteem) op de waterfles. (3)
  • Verwijder nu de hele verpakking. Nu is het transparante gedeelte van het overhevelsysteem zichtbaar.
  • Draai de combinatie overhevelsysteem + waterflacon ondersteboven. Terwijl u de flacon met poeder verticaal houdt, drukt u het transparante gedeelte van het overhevelsysteem in de flacon met poeder. (4) Dankzij de vacuümdruk in de flacon met poeder loopt het water in de
Biotest Pharma GmbH 3 / 9
HAEMOCTIN 250 Instructions for use NL (nl)

flacon met het product. (5) Schroef nu onmiddellijk het blauwe gedeelte van het overhevelsysteem samen met de waterflacon los. (6) Schud zachtjes de flacon met product om het oplossen van het poeder te bevorderen. Niet krachtig schudden, want schuimvorming moet worden vermeden! De oplossing is helder of enigszins opaalachtig.

  • De gebruiksklare oplossing moet nu onmiddellijk worden gebruikt. Gebruik nooit een oplossing die troebel is of zichtbare zwevende deeltjes bevat.

Injectie:

  • Zodra u het poeder heeft opgelost zoals hierboven beschreven, schroeft u de ingesloten injectiespuit met zijn Luer- knipaansluiting op de substraatflacon met het transparante gedeelte van het overhevelsysteem. (7) Nu kunt u het opgeloste preparaat gemakkelijk in de injectiespuit trekken. U heeft geen aparte filter nodig omdat het overhevelsysteem zijn eigen ingebouwde filter heeft.
  • Schroef voorzichtig de fles met het transparante gedeelte van het overhevelsysteem los en spuit het injectiepreparaat langzaam intraveneus in met behulp van de ingesloten vlindernaald. Injectiedebiet: 2 - 3 ml/minuut.
  • Na gebruik van de vlindernaald beveiligt u deze met het afschermkapje.

Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Haemoctin 250 te gebruiken

In dat geval zal de arts beslissen of een verdere behandeling noodzakelijk is.

Als u stopt met het gebruik van Haemoctin 250

In dat geval zal de arts beslissen of een verdere behandeling noodzakelijk is.

Als u nog vragen over het gebruik van dit geneesmiddel heeft, raadpleeg dan uw arts of apotheker.

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zoals alle geneesmiddelen kan Haemoctin 250 bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.

  • Overgevoeligheid of allergische reacties (onder andere: lichte roodkleuring van de huid, brandend of stekend gevoel op de injectieplaats, rillingen, opvliegers, huiduitslag op bepaalde plekken of over het hele lichaam, hoofdpijn, netelroos, te lage bloeddruk, slaperigheid, misselijkheid, rusteloosheid, snelle hartslag, beklemmend gevoel op de borst, tintelingen, braakneigingen, zware ademhaling) werden af en toe gemeld. In bepaalde gevallen hebben allergische reacties tot een allergische schok (zgn. anafylaxie) geleid. In zeldzame gevallen werd koorts vastgesteld. Het is mogelijk dat patiënten met hemofilie A neutraliserende antistoffen (inhibitoren) tegen factor VIII ontwikkelen. Als dergelijke inhibitoren ontstaan, merkt u dit aan een ontoereikende klinische reactie. In dat geval kunt u het beste contact opnemen met een ziekenhuis of centrum gespecialiseerd in hemofilie.
Biotest Pharma GmbH 4 / 9
HAEMOCTIN 250 Instructions for use NL (nl)

Ter beoordeling van ongewenste effecten zijn de volgende frequenties gebruikt:

Zeer vaak: 1/10
Vaak: 1/100 tot <1/10
Soms: 1/1000 tot <1/100
Zelden: 1/10.000 tot <1/1000
Zeer zelden: 1/10.000 met inbegrip van geïsoleerde rapporten

Uit klinische tests, non-interventionele studies, spontane meldingen en door regelmatige screening van wetenschappelijke lectuur zijn de volgende nadelige reacties op Haemoctin 250, 500 en 1000 verzameld:

MedDRA Standaardsysteem Ongunstige reacties Frequentie
orgaanklasse    
Zenuwstelselaandoeningen Hersenbloeding zeer zelden
Bloed- en lymfestelselaandoeningen Anemie (bloedarmoede) zeer zelden
Huid- en onderhuidaandoeningen Exantheem (huiduitslag), urticaria zeer zelden
  (netelroos), erytheem (huidontsteking)  
Onderzoeken Anti-factor VIII antistof positief zeer zelden

Tot op heden werden er geen gevallen van overdracht van besmettelijke agentia bevestigd.

Hoe moet het worden bewaard?

Bewaren beneden 25°C.

Niet invriezen.

Bewaar de injectieflacons in de buitenverpakking ter bescherming tegen licht.

Gebruik Haemoctin 250 niet na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket en op de buitenverpakking. De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van die maand.

Niet gebruikte oplossing moet u conform de wettelijke voorschriften verwijderen. Het geneesmiddel dient niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu.

Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.

Gebruik Haemoctin 250 niet als u merkt dat:

  • De oplossing troebel is
  • De oplossing zichtbare zwevende deeltjes bevat

De oplossing moet helder tot lichtjes opaalachtig zijn.

Biotest Pharma GmbH 5 / 9
HAEMOCTIN 250 Instructions for use NL (nl)

Verdere informatie

Wat bevat Haemoctin 250

  • Het werkzame bestanddeel van Haemoctin 250 is menselijke stollingsfactor VIII
  • De andere bestanddelen zijn: Poeder: Glycine, natriumchloride, natriumcitraat, calciumchloride Oplosmiddel: water voor injecties

Hoe ziet Haemoctin 250 er uit en wat is de inhoud van de verpakking

Poeder en oplosmiddel voor een te injecteren oplossing

Elk pak bevat:

  • een flacon met poeder (250 IE)
  • een flacon met 5 ml water voor injecties
  • een wegwerpinjectienaald
  • een overhevelsysteem met ingewerkte filter
  • een vlindercanule

Andere verpakkingen:

Haemoctin 500

Poeder en oplosmiddel voor een te injecteren oplossing

Elk pak bevat:

  • een flacon met poeder (500 IE)
  • een flacon met 10 ml water voor injecties
  • een wegwerpinjectienaald
  • een overhevelsysteem met ingewerkte filter
  • een vlindercanule

Haemoctin 1000

Poeder en oplosmiddel voor een te injecteren oplossing

Elk pak bevat:

  • een flacon met poeder (1000 IE)
  • een flacon met 10 ml water voor injecties
  • een wegwerpinjectienaald
  • een overhevelsysteem met ingewerkte filter
  • een vlindercanule
Biotest Pharma GmbH 6 / 9
HAEMOCTIN 250 Instructions for use NL (nl)

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant

Biotest Pharma GmbH

Landsteinerstrasse 5 63303 Dreieich Duitsland

Tel.: +49 6103 801-0

Fax: +49 6103 801-150 e-mail: mail@biotest.de

Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in handel brengen:

Infarama bvba Stationsstraat 27 3570 Alken België

Tel.: +32 (0) 11 31 26 16

Fax: +32 (0) 11 59 15 12 e-mail: ra@infarama.be

In het register ingeschreven onder RVG 101595.

Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:

Duitsland, Estland, Litouwen, Malta, Roemenië, Tsjechische Republiek: Haemoctin® SDH 250

België, Griekenland, Italië, Nederland, Polen, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk: Haemoctin® 250

Bulgarije: Haemoctin® 250 IU

Hongarije: Haemoctin® 250 NE Oostenrijk: Haemoctin® SDH 50 I.E./ml Slovenië: Haemoctin® 250 i.e.

Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in oktober 2012.

DE VOLGENDE INFORMATIE IS ALLEEN BESTEMD VOOR ARTSEN OF ANDERE BEROEPSBEOEFENAREN IN DE GEZONDHEIDSZORG:

Dosering en duur van de substitutietherapie hangen af van de ernst van de factor VIII deficiëntie, van de locatie en omvang van de bloeding en van de ziektetoestand van de patiënt.

Het aantal toegediende factor VIII eenheden wordt uitgedrukt in Internationale Eenheden (IE), gerelateerd aan de huidige WHO norm (WGO, Wereldgezondheidsorganisatie) voor factor VIII producten. Factor VIII activiteit in plasma wordt ofwel uitgedrukt als een percentage (gerelateerd aan normaal humaan plasma) of in Internationale Eenheden (gerelateerd aan een Internationale Norm voor factor VIII in plasma).

Eén Internationale Eenheid (IE) factor VIII activiteit stemt overeen met die hoeveelheid factor VIII in één ml normaal humaan plasma. De berekening van de gewenste factor VIII dosis steunt op de empirische bevinding dat 1 Internationale Eenheid (IE) factor VIII per kg lichaamsgewicht de plasmafactor VIII activiteit verhoogt met 1 % tot 2 % van de normale activiteit.

De vereiste dosering wordt bepaald aan de hand van de volgende formule:

Vereist aantal eenheden = lichaamsgewicht (kg) × gewenste factor VIII verhoging (%) × 0,5

Biotest Pharma GmbH 7 / 9
HAEMOCTIN 250 Instructions for use NL (nl)

De toe te dienen hoeveelheid en de frequentie van toediening moet altijd gericht zijn op de klinische werkzaamheid in het individuele geval.

In de volgende hemorragische gevallen mag de factor VIII activiteit nooit lager zijn dan het aangegeven plasma-activiteitsniveau (als percentage van het normale niveau) in de desbetreffende periode. De volgende tabel is handig voor dosering bij bloedingepisoden en tijdens operaties:

Mate van bloeding / Vereist factor VIII Frequentie van de doses (uren) /
soort operatieve ingreep niveau (%) Duur van behandeling (dagen)
Bloeding      
Vroege hemarthrose, bloeding in 20 - 40 Om de 12 à 24 uren herhalen
spieren of mondbloeding     Minimaal 1 dag totdat de
      bloedingepisode als aangegeven door
      pijn is gestopt of genezing is bereikt.
Meer uitgebreide hemarthrose, 30 - 60 Infusie om de 12 à 24 uren herhalen
spierbloeding of hematoom     gedurende 3 à 4 dagen of langer,
      totdat de pijn en acute beperkingen
      verdwenen zijn.
Levensbedreigende hemorragieën 60 - 100 Infusie om de 8 à 24 uren herhalen
      totdat de toestand niet langer
      levensbedreigend is.
Chirurgie      
Minder ernstig 30 - 60 Om de 24 uren, tenminste 1 dag,
waaronder tandextractie     totdat genezing is bereikt.
Ernstig 80 - 100 Infusie om de 8 à 24 uren herhalen
  (pre- en postoperatief) tot adequate wondheling, vervolgens

tenminste nog eens 7 dagen behandelen zodat een factor VIII activiteit van 30 à 60 % gehandhaafd blijft.

Tijdens de behandeling wordt geadviseerd de factor VIII waarden nauwkeurig te meten om de toe te dienen dosis en de frequentie van herhaalde infusies te bepalen. Met name bij ernstige chirurgische ingrepen is nauwkeurig toezicht op de substitutietherapie door middel van coagulatieanalyse (plasma factor VIII activiteit) onontbeerlijk. Individuele patiënten kunnen verschillend reageren op factor VIII waardoor verschillende waarden van in vivo recuperatie worden bereikt en verschillende halveringstijden worden aangetoond.

Bij lange-termijnprofylaxe tegen bloeding in patiënten met ernstige hemofilie A zijn de gebruikelijke doseringen 20 tot 40 IE factor VIII per kg lichaamsgewicht met intervallen van 2 tot 3 dagen. In sommige gevallen, vooral bij jongere patiënten, kunnen kortere doseringintervallen of hogere doses noodzakelijk zijn.

Er zijn onvoldoende gegevens bekend voor aanbeveling van het gebruik van Haemoctin 250, 500 of 1000 bij kinderen jonger dan 6 jaar.

Bij patiënten moet de ontwikkeling van factor-VIII-inhibitoren worden geobserveerd. Indien de verwachte plasmawaarden van factor-VIII-activiteit niet worden bereikt of indien de bloeding niet onder controle wordt gehouden met een geschikte dosis, moet een test worden uitgevoerd ter bepaling of er een factor-VIII-inhibitor aanwezig is. Bij patiënten met hoge inhibitortiters is het mogelijk dat de factor-VIII-behandeling niet werkzaam is, en dat andere behandelingsopties overwogen moeten worden. Behandeling van dergelijke patiënten mag enkel worden toevertrouwd aan artsen die ervaring hebben met de zorg voor patiënten met hemofilie.

Zie ook rubriek 3. HOE WORDT HAEMOCTIN 250 GEBRUIKT.

Biotest Pharma GmbH 8 / 9
HAEMOCTIN 250 Instructions for use NL (nl)

FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

Farmacodynamische eigenschappen

Farmacotherapeutische groep: antihemorragica: bloedstollingsfactor VIII. ATC code: B02BD02.

Het factor VIII / von Willebrand factorcomplex bestaat uit twee moleculen (factor VIII en von Willebrandfactor) met verschillende fysiologische functies.

Indien geïnfuseerd in een hemofiliepatiënt verbindt factor VIII zich met von Willebrand factor in de bloedsomloop van de patiënt.

De geactiveerde factor VIII werkt als een cofactor voor de geactiveerde factor IX, waardoor de omzetting van factor X in geactiveerde factor X (factor Xa) wordt versneld. De geactiveerde factor X zet protrombine om in trombine. Trombine zet vervolgens fibrinogeen om in fibrine zodat er een stolsel kan worden gevormd. Hemofilie A is een geslachtsafhankelijke erfelijke ontregeling van de bloedstolling die veroorzaakt wordt door verlaagde factor-VIII:C-niveaus en die leidt tot overvloedige bloedingen in gewrichten, spieren of inwendige organen, hetzij spontaan of als gevolg van een ongeluk of chirurgisch trauma. Door middel van een substitutietherapie worden de plasmawaarden van factor VIII verhoogd waardoor een tijdelijke correctie van de factor-VIII-deficiëntie en een correctie van de bloedingsneigingen mogelijk worden.

De von Willebrand factor fungeert als een eiwit dat factor VIII beschermt, bevordert de adhesie van bloedplaatjes op de plaats van een vaatwandbeschadiging en speelt een rol in de aggregatie van bloedplaatjes.

Bij patiënten met hoge inhibitortiters is het mogelijk dat de factor-VIII-behandeling niet werkzaam is en dat andere behandelingsopties moeten worden overwogen. Na zulke behandelingen bleek Haemoctin werkzaam bij 11 patiënten met inhibitoren die een immuuntolerantiebehandeling kregen.

Farmacokinetische eigenschappen

De plasmafactor VIII activiteit wordt lager met een tweefasig exponentieel verval na intraveneuze toediening. In de eerste fase is er distributie tussen intravasculaire en andere compartimenten (lichaamsvloeistoffen) met een halveringstijd voor eliminatie uit het plasma van 1 tot 8 uren. In de tweede fase schommelt de halveringstijd tussen 5 en 18 uren, met een gemiddelde van 12 uren. Dit lijkt overeen te stemmen met de reële biologische halveringstijd.

De verhoogde plasmawaarden van Haemoctin 250, 500 of 1000 bedraagt ongeveer 0,020 ± 0,003 IE/ml/IE/kg lichaamsgewicht. De waarde van factor-VIII-activiteit na intraveneuze toediening van 1 IE factor VIII per kg lichaamsgewicht is ongeveer 2 %.

Nog andere farmacokinetische parameters van Haemoctin 250, 500 of 1000 zijn:

  • Oppervlakte onder de curve (AUC): ongeveer 17 IE × h/ml
  • Gemiddelde aanwezigheidstijd (MRT): ongeveer 15 uren
  • Klaring: ongeveer 155 ml/h.

Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek

Humane-plasmastollingsfactor VIII (vanuit concentraat) is een normaal bestanddeel van het humaan plasma en fungeert als de endogene factor VIII.

Toxiciteitproeven met een enkelvoudige dosis leveren geen relevante informatie op omdat hogere doses tot een overbelasting leiden. Toxiciteitproeven met herhaalde doses bij dieren zijn onuitvoerbaar vanwege de interferentie met zich tot afwijkend eiwit ontwikkelende antistoffen. Zelfs doses die een veelvoud waren van de aanbevolen humane dosering per kilogram lichaamsgewicht, tonen geen toxische effecten op laboratoriumdieren.

Omdat klinische ervaringen geen aanwijzingen opleveren voor tumor- of mutatieverwekkende effecten van humane-plasmastollingsfactor VIII worden proefondervindelijke studies, met name in afwijkende soorten, niet als noodzakelijk beschouwd.

Biotest Pharma GmbH 9 / 9

Laatst bijgewerkt op 24.08.2022

Meer medicijnen met dezelfde werkzame stof

De volgende medicijnen bevatten ook de werkzame stof Bloedstollingsfactor VIII. Raadpleeg uw arts over een mogelijk alternatief voor Haemoctin 250, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie

Medicijn
Vergunninghouder

Logo

Uw persoonlijke medicatie-assistent

Medicijnen

Blader hier door onze uitgebreide database van A-Z medicijnen, met effecten, bijwerkingen en doseringen.

Stoffen

Alle actieve ingrediënten met hun werking, toepassing en bijwerkingen, evenals de medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Symptomen, oorzaken en behandeling van veelvoorkomende ziekten en verwondingen.

De weergegeven inhoud vervangt niet de originele bijsluiter van het medicijn, vooral niet met betrekking tot de dosering en werking van de afzonderlijke producten. We kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de nauwkeurigheid van de gegevens, omdat deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Raadpleeg altijd een arts voor diagnoses en andere gezondheidsvragen.

© medikamio