Wat bevat Haemoctin 500
- Het werkzame bestanddeel van Haemoctin 500 is menselijke stollingsfactor VIII
- De andere bestanddelen zijn: Poeder: Glycine, natriumchloride, natriumcitraat, calciumchloride Oplosmiddel: water voor injecties
Hoe ziet Haemoctin 500 er uit en wat is de inhoud van de verpakking
Poeder en oplosmiddel voor een te injecteren oplossing
Elk pak bevat:
- een flacon met poeder (500 IE)
- een flacon met 10 ml water voor injecties
- een wegwerpinjectienaald
- een overhevelsysteem met ingewerkte filter
- een vlindercanule
Andere verpakkingen:
Haemoctin 250
Poeder en oplosmiddel voor een te injecteren oplossing
Elk pak bevat:
- een flacon met poeder (250 IE)
- een flacon met 5 ml water voor injecties
- een wegwerpinjectienaald
- een overhevelsysteem met ingewerkte filter
- een vlindercanule
Haemoctin 1000
Poeder en oplosmiddel voor een te injecteren oplossing
Elk pak bevat:
- een flacon met poeder (1000 IE)
- een flacon met 10 ml water voor injecties
- een wegwerpinjectienaald
- een overhevelsysteem met ingewerkte filter
- een vlindercanule
Biotest Pharma GmbH | 6 / 9 |
HAEMOCTIN 500 | Instructions for use NL (nl) |
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Biotest Pharma GmbH
Landsteinerstrasse 5 63303 Dreieich Duitsland
Tel.: +49 6103 801-0
Fax: +49 6103 801-150 e-mail: mail@biotest.de
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in handel brengen:
Infarama bvba Stationsstraat 27 3570 Alken België
Tel.: +32 (0) 11 31 26 16
Fax: +32 (0) 11 59 15 12 e-mail: ra@infarama.be
In het register ingeschreven onder RVG 101596.
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:
Duitsland, Estland, Litouwen, Malta, Roemenië, Tsjechische Republiek: Haemoctin® SDH 500
België, Griekenland, Italië, Nederland, Polen, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk: Haemoctin® 500
Bulgarije: Haemoctin® 500 IU
Hongarije: Haemoctin® 500 NE Oostenrijk: Haemoctin® SDH 50 I.E./ml Slovenië: Haemoctin® 500 i.e.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in oktober 2012.
DE VOLGENDE INFORMATIE IS ALLEEN BESTEMD VOOR ARTSEN OF ANDERE BEROEPSBEOEFENAREN IN DE GEZONDHEIDSZORG:
Dosering en duur van de substitutietherapie hangen af van de ernst van de factor VIII deficiëntie, van de locatie en omvang van de bloeding en van de ziektetoestand van de patiënt.
Het aantal toegediende factor VIII eenheden wordt uitgedrukt in Internationale Eenheden (IE), gerelateerd aan de huidige WHO norm (WGO, Wereldgezondheidsorganisatie) voor factor VIII producten. Factor VIII activiteit in plasma wordt ofwel uitgedrukt als een percentage (gerelateerd aan normaal humaan plasma) of in Internationale Eenheden (gerelateerd aan een Internationale Norm voor factor VIII in plasma).
Eén Internationale Eenheid (IE) factor VIII activiteit stemt overeen met die hoeveelheid factor VIII in één ml normaal humaan plasma. De berekening van de gewenste factor VIII dosis steunt op de empirische bevinding dat 1 Internationale Eenheid (IE) factor VIII per kg lichaamsgewicht de plasmafactor VIII activiteit verhoogt met 1 % tot 2 % van de normale activiteit.
De vereiste dosering wordt bepaald aan de hand van de volgende formule:
Vereist aantal eenheden = lichaamsgewicht (kg) × gewenste factor VIII verhoging (%) × 0,5
Biotest Pharma GmbH | 7 / 9 |
HAEMOCTIN 500 | Instructions for use NL (nl) |
De toe te dienen hoeveelheid en de frequentie van toediening moet altijd gericht zijn op de klinische werkzaamheid in het individuele geval.
In de volgende hemorragische gevallen mag de factor VIII activiteit nooit lager zijn dan het aangegeven plasma-activiteitsniveau (als percentage van het normale niveau) in de desbetreffende periode. De volgende tabel is handig voor dosering bij bloedingepisoden en tijdens operaties:
Mate van bloeding / | Vereist factor VIII | Frequentie van de doses (uren) / |
soort operatieve ingreep | niveau (%) | Duur van behandeling (dagen) |
Bloeding | | | |
Vroege hemarthrose, bloeding in | 20 | - 40 | Om de 12 à 24 uren herhalen |
spieren of mondbloeding | | | Minimaal 1 dag totdat de |
| | | bloedingepisode als aangegeven door |
| | | pijn is gestopt of genezing is bereikt. |
Meer uitgebreide hemarthrose, | 30 | - 60 | Infusie om de 12 à 24 uren herhalen |
spierbloeding of hematoom | | | gedurende 3 à 4 dagen of langer, |
| | | totdat de pijn en acute beperkingen |
| | | verdwenen zijn. |
Levensbedreigende hemorragieën | 60 | - 100 | Infusie om de 8 à 24 uren herhalen |
| | | totdat de toestand niet langer |
| | | levensbedreigend is. |
Chirurgie | | | |
Minder ernstig | 30 | - 60 | Om de 24 uren, tenminste 1 dag, |
waaronder tandextractie | | | totdat genezing is bereikt. |
Ernstig | 80 | - 100 | Infusie om de 8 à 24 uren herhalen |
| (pre- en postoperatief) tot adequate wondheling, vervolgens |
tenminste nog eens 7 dagen behandelen zodat een factor VIII activiteit van 30 à 60% gehandhaafd blijft.
Tijdens de behandeling wordt geadviseerd de factor VIII waarden nauwkeurig te meten om de toe te dienen dosis en de frequentie van herhaalde infusies te bepalen. Met name bij ernstige chirurgische ingrepen is nauwkeurig toezicht op de substitutietherapie door middel van coagulatieanalyse (plasma factor VIII activiteit) onontbeerlijk. Individuele patiënten kunnen verschillend reageren op factor VIII waardoor verschillende waarden van in vivo recuperatie worden bereikt en verschillende halveringstijden worden aangetoond.
Bij lange-termijnprofylaxe tegen bloeding in patiënten met ernstige hemofilie A zijn de gebruikelijke doseringen 20 tot 40 IE factor VIII per kg lichaamsgewicht met intervallen van 2 tot 3 dagen. In sommige gevallen, vooral bij jongere patiënten, kunnen kortere doseringintervallen of hogere doses noodzakelijk zijn.
Er zijn onvoldoende gegevens bekend voor aanbeveling van het gebruik van Haemoctin 250, 500 of 1000 bij kinderen jonger dan 6 jaar.
Bij patiënten moet de ontwikkeling van factor-VIII-inhibitoren worden geobserveerd. Indien de verwachte plasmawaarden van factor-VIII-activiteit niet worden bereikt of indien de bloeding niet onder controle wordt gehouden met een geschikte dosis, moet een test worden uitgevoerd ter bepaling of er een factor-VIII-inhibitor aanwezig is. Bij patiënten met hoge inhibitortiters is het mogelijk dat de factor-VIII-behandeling niet werkzaam is, en dat andere behandelingsopties overwogen moeten worden. Behandeling van dergelijke patiënten mag enkel worden toevertrouwd aan artsen die ervaring hebben met de zorg voor patiënten met hemofilie.
Zie ook rubriek 3. HOE WORDT HAEMOCTIN 500 GEBRUIKT.
Biotest Pharma GmbH | 8 / 9 |
HAEMOCTIN 500 | Instructions for use NL (nl) |
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische groep: antihemorragica: bloedstollingsfactor VIII. ATC code: B02BD02.
Het factor VIII / von Willebrand factorcomplex bestaat uit twee moleculen (factor VIII en von Willebrandfactor) met verschillende fysiologische functies.
Indien geïnfuseerd in een hemofiliepatiënt verbindt factor VIII zich met von Willebrand factor in de bloedsomloop van de patiënt.
De geactiveerde factor VIII werkt als een cofactor voor de geactiveerde factor IX, waardoor de omzetting van factor X in geactiveerde factor X (factor Xa) wordt versneld. De geactiveerde factor X zet protrombine om in trombine. Trombine zet vervolgens fibrinogeen om in fibrine zodat er een stolsel kan worden gevormd. Hemofilie A is een geslachtsafhankelijke erfelijke ontregeling van de bloedstolling die veroorzaakt wordt door verlaagde factor-VIII:C-niveaus en die leidt tot overvloedige bloedingen in gewrichten, spieren of inwendige organen, hetzij spontaan of als gevolg van een ongeluk of chirurgisch trauma. Door middel van een substitutietherapie worden de plasmawaarden van factor VIII verhoogd waardoor een tijdelijke correctie van de factor-VIII-deficiëntie en een correctie van de bloedingsneigingen mogelijk worden.
De von Willebrand factor fungeert als een eiwit dat factor VIII beschermt, bevordert de adhesie van bloedplaatjes op de plaats van een vaatwandbeschadiging en speelt een rol in de aggregatie van bloedplaatjes.
Bij patiënten met hoge inhibitortiters is het mogelijk dat de factor-VIII-behandeling niet werkzaam is en dat andere behandelingsopties moeten worden overwogen. Na zulke behandelingen bleek Haemoctin werkzaam bij 11 patiënten met inhibitoren die een immuuntolerantiebehandeling kregen.
Farmacokinetische eigenschappen
De plasmafactor VIII activiteit wordt lager met een tweefasig exponentieel verval na intraveneuze toediening. In de eerste fase is er distributie tussen intravasculaire en andere compartimenten (lichaamsvloeistoffen) met een halveringstijd voor eliminatie uit het plasma van 1 tot 8 uren. In de tweede fase schommelt de halveringstijd tussen 5 en 18 uren, met een gemiddelde van 12 uren. Dit lijkt overeen te stemmen met de reële biologische halveringstijd.
De verhoogde plasmawaarden van Haemoctin 250, 500 of 1000 bedraagt ongeveer 0,020 ± 0,003 IE/ml/IE/kg lichaamsgewicht. De waarde van factor-VIII-activiteit na intraveneuze toediening van 1 IE factor VIII per kg lichaamsgewicht is ongeveer 2 %.
Nog andere farmacokinetische parameters van Haemoctin 250, 500 of 1000 zijn:
- Oppervlakte onder de curve (AUC): ongeveer 17 IE × h/ml
- Gemiddelde aanwezigheidstijd (MRT): ongeveer 15 uren
- Klaring: ongeveer 155 ml/h.
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Humane-plasmastollingsfactor VIII (vanuit concentraat) is een normaal bestanddeel van het humaan plasma en fungeert als de endogene factor VIII.
Toxiciteitproeven met een enkelvoudige dosis leveren geen relevante informatie op omdat hogere doses tot een overbelasting leiden. Toxiciteitproeven met herhaalde doses bij dieren zijn onuitvoerbaar vanwege de interferentie met zich tot afwijkend eiwit ontwikkelende antistoffen. Zelfs doses die een veelvoud waren van de aanbevolen humane dosering per kilogram lichaamsgewicht, tonen geen toxische effecten op laboratoriumdieren.
Omdat klinische ervaringen geen aanwijzingen opleveren voor tumor- of mutatieverwekkende effecten van humane-plasmastollingsfactor VIII worden proefondervindelijke studies, met name in afwijkende soorten, niet als noodzakelijk beschouwd.
Biotest Pharma GmbH | 9 / 9 |