Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
-
U bent zwanger of denkt dat u zwanger zou kunnen zijn.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u deze capsules gaat gebruiken en tijdens de behandeling als u een van de volgende klachten of verschijnselen heeft:
Aandoening die de hersenen aantast, encefalopathie genaamd, waaronder Wernicke -encefalopathie
-
Verwarring, geheugenverlies of denkproblemen; evenwichtsverlies of loopproblemen.
-
Oogproblemen zoals willekeurige oogbewegingen, dubbel zien, wazig zien en verlies van
gezichtsvermogen.
Dit kunnen tekenen zijn van een aandoening, encefalopathie genaamd, waaronder Wernicke- encefalopathie, die kan leiden tot de dood.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u een van deze klachten of verschijnselen krijgt.
Overleg tijdens uw behandeling met uw arts of apotheker
-
als u zich zeer moe voelt, kortademig bent, een bleke huid heeft of een snelle hartslag – dit kunnen tekenen zijn van een laag aantal rode bloedcellen;
-
bij ongebruikelijke bloeding of blauwe plekken onder de huid, langer dan normaal bloeden
nadat uw bloed is afgenomen of bloeding van uw tandvlees – dit kunnen tekenen zijn van een laag aantal bloedplaatjes;
-
bij frequent optredende of terugkerende infecties, wat een teken kan zijn van een laag aantal witte bloedcellen;
-
bij misselijkheid, overgeven of diarree;
-
als u nierproblemen heeft of ooit heeft gehad;
-
als u leverproblemen heeft of ooit heeft gehad;
-
als u problemen met uw alvleesklier heeft of ooit heeft gehad.
De volgende bijwerkingen zijn opgetreden bij een ander, vergelijkbaar geneesmiddel dat voor de behandeling van reumatoïde artritis wordt gebruikt: hartproblemen, bloedpropjes en kanker. Neem
vóór of tijdens de behandeling contact op met uw arts of apotheker als u:
-
ouder dan 65 jaar bent. Patiënten van 65 jaar en ouder kunnen een grotere kans hebben om problemen te krijgen met hun hart, waaronder een hartaanval en bepaalde soorten kanker;
-
problemen met uw hart heeft of heeft gehad;
-
kanker heeft of heeft gehad;
-
als u rookt of heeft gerookt;
-
eerder een bloedpropje heeft gehad in een bloedvat van een been (diep veneuze trombose) of van uw longen (longembolie);
-
plotseling kortademig wordt of moeite heeft met ademen, als u last heeft van pijn op de borst of pijn in de bovenrug, zwelling van een arm of been, pijn of gevoeligheid in een been, of roodheid of verkleuring van een been of arm. Dit kunnen tekenen zijn van een bloedpropje in een bloedvat.
-
nieuwe uitgroeisels op de huid of veranderingen in bestaande uitgroeisels opmerkt. Uw arts kan u aanraden om regelmatig een huidonderzoek te laten uitvoeren terwijl u behandeld wordt met
Inrebic.
Uw arts zal met u bespreken of Inrebic voor u geschikt is.
Bloedtests
Voor en tijdens de behandeling krijgt u een bloedonderzoek om de waarden van de bloedcellen (rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes), uw vitamine B1-gehalte en de werking van uw lever en alvleesklier te controleren. Mogelijk zal uw arts uw dosis aanpassen of de behandeling stopzetten op basis van de resultaten van de bloedtests.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Inrebic mag niet worden gebruikt bij kinderen of jongeren tot 18 jaar, omdat dit geneesmiddel niet is onderzocht in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Inrebic nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kortgeleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Het is belangrijk dat u het meldt, omdat Inrebic invloed kan hebben op de manier waarop sommige andere geneesmiddelen werken. Sommige andere geneesmiddelen kunnen ook invloed hebben op de manier waarop Inrebic werkt.
De volgende geneesmiddelen kunnen het risico op bijwerkingen met Inrebic verhogen:
-
ketoconazol, fluconazol (gebruikt bij de behandeling van schimmelinfecties);
-
fluvoxamine (gebruikt bij de behandeling van depressie);
-
ritonavir (gebruikt voor de behandeling van hiv-infecties/AIDS).
De volgende geneesmiddelen kunnen de effectiviteit van Inrebic verminderen:
-
rifampicine (gebruikt om tuberculose (TBC) en sommige andere infecties te behandelen);
-
fenytoïne (gebruikt voor de behandeling van epilepsie en om stuipen of convulsies onder controle te houden);
-
efavirenz (gebruikt voor de behandeling van hiv-infecties/AIDS).
Inrebic kan invloed hebben op andere geneesmiddelen:
-
midazolam (gebruikt om u te helpen slapen of angsten te verlichten);
-
omeprazol (gebruikt voor de behandeling van maagproblemen);
-
metoprolol (gebruikt voor de behandeling van angina of hoge bloeddruk);
-
metformine (gebruikt om de bloedsuikerspiegel te verlagen);
-
ook simvastatine, S-mefenytoïne en dextromethorfan.
Uw arts beslist of de dosis moet worden gewijzigd.
Vertel het uw arts ook als u onlangs een operatie heeft gehad of als u een operatie of ingreep moet ondergaan, want Inrebic kan een wisselwerking hebben met bepaalde kalmerende middelen.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Gebruik Inrebic niet tijdens de zwangerschap. Als u zwanger kunt worden, moet u doeltreffende anticonceptie gebruiken terwijl u deze capsules neemt en vermijden om zwanger te worden gedurende
ten minste één maand na de laatste dosis.
Geef geen borstvoeding terwijl u Inrebic neemt en gedurende ten minste één maand na de laatste dosis, want het is niet bekend of dit geneesmiddel in de moedermelk wordt uitgescheiden.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Als u zich duizelig voelt, mag u geen voertuigen besturen of machines bedienen totdat deze bijwerkingen verdwenen zijn.
Inrebic bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.