Farmaceutische vorm en inhoud
30, 50, 100, 150, 200, 250 of 500 tabletten in een PP-flacon met een PE-deksel 10 tabletten in een PVC-Al blister. De blisters worden verpakt in een kartonnen omdoos. Iedere verpakking bevat 1 of meer blisters. De tabletten worden verpakt in meervouden van 10.
Geneesmiddelengroep
Isosorbidemononitraat behoort tot de groep van middelen die bloedvaten verwijden. Isosorbidemononitraat vermindert de verschijnselen van hartkramp (angina pectoris) doordat het zuurstofgebruik van het hart verminderd wordt. Tijdens de onderhoudsbehandeling met isosorbidemononitraat kan een verlies van werkzaamheid (tolerantie) optreden.
Toepassing van het geneesmiddel
Isosorbidemononitraat wordt gebruikt:
- ter voorkoming van hartkramp (angina pectoris)
- als onderhoudsbehandeling bij hartkramp (angina pectoris)
Dosering
Als uw arts niet anders voorschrijft is het gebruik als volgt:
Begindosering:
één tablet van 20 mg per dag (= 24 uur)
Onderhoudsdosering:
na enkele dagen kan de dosering verhoogd worden tot 3 tabletten à 20 mg.
De dosering dient verdeeld te worden over 2 of 3 tijdstippen. Bij onvoldoende effect kan de dosering verhoogd worden tot 3 maal daags 40 mg (2 tabletten à 20 mg). De laagste nog werkzame dosering verdient de voorkeur.
Wijze van innemen
De tabletten kunnen het beste met een ruime hoeveelheid water na de maaltijd worden ingenomen. De laatste tablet van de dag kan het beste tijdens de avondmaaltijd ingenomen worden.
In geval u bemerkt dat isosorbidemononitraat te sterk of juist te weinig werkt, raadpleeg dan uw arts of apotheker
Wat u moet doen wanneer u bent vergeten isosorbidemononitraat in te nemen:
Indien u vergeten bent uw tablet isosorbidemononitraat in te nemen dan dient u dit alsnog te doen. Als de tijd tot de volgende dosering in verhouding kort is dan kunt u de volgende dosering beter overslaan en de behandeling daarna volgens het voorschrift van uw arts voortzetten. Neem nooit 2 doseringen kort na elkaar.
Wat u moet doen wanneer u te veel van isosorbidemononitraat heeft gebruikt
De volgende verschijnselen kunnen als gevolg van een overdosering optreden: verlaagde bloeddruk, versnelde hartslag, te laag zuurstofgehalte van het bloed ("blauw" worden), coma, shock en stuipen. Indien u een overdosering vermoedt of bemerkt of indien u veel meer dan voorgeschreven hebt ingenomen, dient u onmiddellijk een arts te waarschuwen. Laat de arts de patiëntenverpakking of de bijsluiter zien. De arts kan u dan verder op de juiste manier behandelen. In een aantal gevallen kan het nodig kunstmatige (mond op mond) beademing toe te passen en de patiënt op de rug te leggen met de benen omhoog.