Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.
1.
Samenvatting van ernstige en zeer vaak voorkomende bijwerkingen
Lage bloedsuiker (hypoglykemie) is een zeer vaak voorkomende bijwerking. Het kan voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen.
Een lage bloedsuiker kan optreden als u:
-
te veel insuline injecteert
-
te weinig eet of een maaltijd overslaat
-
zich lichamelijk meer inspant dan gewoonlijk
-
alcohol drinkt (zie rubriek 2, Waarop moet u letten met alcohol?).
Verschijnselen van lage bloedsuiker: koud zweet, koele bleke huid, hoofdpijn, snelle hartslag, misselijkheid, erg hongerig zijn, tijdelijke stoornissen in het gezichtsvermogen, sufheid, ongewone vermoeidheid en zwakte, zenuwachtigheid of beven, angstgevoelens hebben, verwardheid, concentratiestoornissen.
Een ernstig lage bloedsuiker kan leiden tot bewusteloosheid. Wanneer een langdurige ernstig lage bloedsuiker onbehandeld blijft, kan dat leiden tot hersenbeschadiging (tijdelijk of blijvend) of zelfs de dood tot gevolg hebben. U kunt sneller bij bewustzijn komen wanneer iemand die weet hoe hij het hormoon glucagon moet gebruiken, u een injectie met glucagon geeft. Als u glucagon krijgt toegediend, moet u, zodra u weer bij bewustzijn bent, druivensuiker of een tussendoortje met suiker eten. Wanneer u niet op de glucagonbehandeling reageert, zult u voor behandeling naar het ziekenhuis
moeten.
Wat u moet doen als u een lage bloedsuiker ervaart:
-
Wanneer uw bloedsuiker te laag is: eet druivensuikertabletten of neem een ander tussendoortje met veel suiker (bijv. snoepjes, koekjes, vruchtensap). Meet indien mogelijk uw bloedsuiker en ga daarna rusten. Zorg ervoor dat u altijd druivensuikertabletten of tussendoortjes met veel suiker bij u heeft, voor het geval u ze nodig heeft.
-
Wanneer de verschijnselen van de lage bloedsuiker verdwenen zijn of wanneer uw bloedsuikerspiegel is gestabiliseerd, ga dan door met uw gebruikelijke insulinebehandeling.
-
Raadpleeg een arts wanneer uw bloedsuiker zo laag is dat u bent flauwgevallen, wanneer u een injectie met glucagon nodig had of indien u vaak een lage bloedsuiker heeft. Misschien moet u de hoeveelheid of het tijdstip van uw insuline, voedsel of lichamelijke inspanning aanpassen.
Vertel de mensen in uw omgeving dat u diabetes heeft en welke gevolgen dit kan hebben, waaronder het risico op flauwvallen (bewusteloos raken) door een lage bloedsuiker. Vertel hen dat zij, wanneer u flauwvalt, u op uw zij moeten leggen en meteen medische hulp moeten inroepen. Ze mogen u niets te eten of te drinken geven omdat u daardoor zou kunnen stikken.
Een ernstige allergische reactie op Levemir of één van de stoffen daarin (een zogenaamde algehele overgevoeligheidsreactie) is een bijwerking die zeer zelden voorkomt, maar mogelijk levensbedreigend kan zijn. Het kan voorkomen bij minder dan 1 op de 10.000 mensen.
Roep onmiddellijk medische hulp in:
-
als verschijnselen van allergie zich verspreiden naar andere delen van uw lichaam
-
als u zich plotseling onwel voelt en u begint te zweten, misselijk wordt (braken), ademhalingsproblemen heeft, een snelle hartslag heeft en duizelig bent.
-
Als u een van deze verschijnselen opmerkt, roep dan onmiddellijk medische hulp in.
Huidveranderingen op de injectieplaats: Als u op dezelfde plaats insuline injecteert, kan het vetweefsel onder de huid slinken (lipoatrofie) of dikker worden (lipohypertrofie) (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers). Bulten onder de huid kunnen ook worden veroorzaakt door ophoping van een eiwit genaamd amyloïde (cutane amyloïdose; hoe vaak dit voorkomt, is niet bekend). De insuline werkt mogelijk niet goed als u in een bultig, geslonken of verdikt gebied injecteert. Verandering van injectieplaats bij elke injectie kan deze huidveranderingen helpen voorkomen.
-
Lijst van andere bijwerkingen
Soms voorkomende bijwerkingen
Kunnen optreden bij minder dan 1 op de 100 mensen.
Verschijnselen van allergie: er kunnen plaatselijke overgevoeligheidsreacties (pijn, roodheid, netelroos, ontsteking, blauwe plekken, zwelling en jeuk) op de injectieplaats optreden. Meestal verdwijnen ze na een paar weken insulinegebruik. Als ze niet verdwijnen, of als ze zich verspreiden naar andere delen van uw lichaam, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts. Zie ook ‘Een ernstige allergische reactie’ hierboven.
Problemen met het gezichtsvermogen: wanneer u voor het eerst met uw insulinebehandeling begint, kan uw gezichtsvermogen verstoord zijn, maar deze stoornis is gewoonlijk tijdelijk.
Zwelling van gewrichten: wanneer u met een insulinebehandeling begint, kunnen er zwellingen ontstaan rond de enkels en andere gewrichten door vochtophoping. Gewoonlijk verdwijnt dit snel. Bespreek het met uw arts als dit niet het geval is.
Diabetische retinopathie (een oogziekte gerelateerd aan diabetes die kan leiden tot verlies van gezichtsvermogen): wanneer uw bloedsuikerspiegel erg snel verbetert kan uw retinopathie verergeren als u retinopathie heeft. Raadpleeg hierover uw arts.
Zelden voorkomende bijwerkingen
Kunnen optreden bij minder dan 1 op de 1.000 mensen.
Pijnlijke neuropathie (pijn als gevolg van zenuwbeschadiging): Wanneer uw bloedsuikerspiegel erg snel verbetert kunt u zenuwgerelateerde pijn krijgen, dit wordt acute pijnlijke neuropathie genoemd en is meestal van voorbijgaande aard.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
c) Gevolgen van diabetes
Hoge bloedsuiker (hyperglykemie)
Een hoge bloedsuiker kan optreden als u:
-
niet voldoende insuline heeft geïnjecteerd
-
vergeet uw insuline te gebruiken of uw insulinegebruik stopt
-
herhaaldelijk minder insuline gebruikt dan u nodig heeft
-
een infectie krijgt en/of koorts
-
meer eet dan gewoonlijk
-
zich minder lichamelijk inspant dan gewoonlijk.
Waarschuwingsverschijnselen van hoge bloedsuiker:
De waarschuwingsverschijnselen doen zich geleidelijk voor en zijn onder andere: vaker plassen, dorst, verlies van eetlust, misselijkheid of braken, sufheid of vermoeidheid, blozen, droge huid, droge mond en een adem die naar fruit (aceton) ruikt.
Wat te doen als u een hoge bloedsuiker ervaart:
-
Als u één of meer van deze verschijnselen heeft, moet u uw bloedsuikerspiegel controleren, zo mogelijk uw urine op de aanwezigheid van ketonen controleren en vervolgens onmiddellijk medische hulp inroepen.
-
Het kunnen namelijk verschijnselen zijn van een zeer ernstige aandoening, de zogenaamde diabetische ketoacidose (opstapeling van zuur in het bloed omdat het lichaam vetten afbreekt in plaats van suiker). Wanneer dit niet behandeld wordt kan dit leiden tot een diabetisch coma en uiteindelijk tot de dood.