Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. Neem bij twijfel contact op met uw arts.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt. Opdualag kan namelijk het volgende veroorzaken:
-
Problemen met uw longen, zoals ademhalingsproblemen of hoesten. Dit kunnen verschijnselen zijn van ontsteking van de longen (pneumonitis of interstitiële longziekte).
-
Diarree (waterige, dunne of zachte ontlasting) of ontsteking van de darmen (colitis), met klachten zoals buikpijn en slijm of bloed in de ontlasting.
-
Ontstekingen van de lever (hepatitis). Tekenen en klachten van hepatitis zijn bijvoorbeeld afwijkingen in leverfunctietests, geel worden van ogen of huid (geelzucht), pijn in de rechterkant van uw maagstreek of vermoeidheid.
-
Ontsteking van of problemen met uw nieren. Tekenen en klachten zijn bijvoorbeeld afwijkingen in nierfunctietesten of minder urine.
-
Problemen met uw hormoonproducerende klieren (waaronder de hypofyse, schildklier en bijnieren), die invloed kunnen hebben op de werking van deze klieren. Tekenen en klachten dat deze klieren niet goed werken zijn onder meer vermoeidheid (extreme moeheid), gewichtsverandering of hoofdpijn en problemen met hetgezichtsvermogen.
-
Diabetes, waaronder een ernstig, soms levensbedreigend probleem doordat de diabetes uw bloed zuur maakt (diabetische ketoacidose). Klachten zijn onder andere: meer honger of dorst hebben dan normaal, vaker moeten plassen dan normaal, gewichtsverlies, een vermoeid gevoel of moeite hebben om helder na te denken, uw adem ruikt zoet of fruitig, u heeft een zoete of metaalachtige smaak in uw mond, uw urine of zweet ruikt anders dan normaal, u bent misselijk of moet braken, buikpijn en een diepe of snelle ademhaling.
-
Ontsteking van de huid die een ernstige huidreactie kan veroorzaken (toxische epidermale necrolyse en Stevens-Johnson-syndroom). Tekenen en klachten van ernstige huidreactie zijn bijvoorbeeld uitslag, jeuk en loslaten van de huid (met mogelijk dodelijke afloop).
-
Ontsteking van de hartspier (myocarditis). Tekenen en klachten zijn bijvoorbeeld pijn op de borst, onregelmatige en/of snelle hartslag, zwelling van de enkels of kortademigheid.
-
Hemofagocytaire lymfohistiocytose. Een zeldzame ziekte waarbij uw afweersysteem te veel cellen maakt die infecties bestrijden, genaamd histiocyten en lymfocyten. Klachten zijn onder andere een vergrote lever en/of milt, huiduitslag, gezwollen lymfeklieren, ademhalingsproblemen, snel bloeduitstortingen krijgen, nierafwijkingen en hartproblemen.Afstoting van een orgaantransplantaat.
-
Graft-versus-host-ziekte na een stamceltransplantatie (waarbij de getransplanteerde cellen van een donor uw eigen cellen aanvallen). Als u een van deze transplantaten heeft gekregen, zal uw arts afwegen of u met Opdualag moet worden behandeld. Graft-versus-host-ziekte kan ernstig zijn met mogelijk overlijden tot gevolg.
-
Infuusreacties, die mogelijk kortademigheid, jeuk of uitslag, duizeligheid of koorts kunnen omvatten.
Als u een of meer van deze tekenen of klachten ervaart of als deze erger worden, vertel dit dan onmiddellijk aan uw arts. Probeer uw klachten niet zelf te behandelen met andere geneesmiddelen. Uw arts kan:
-
u andere geneesmiddelen geven om complicaties te voorkomen en uw klachten te verminderen;
-
de volgende dosis Opdualag overslaan;
-
of uw behandeling met Opdualag helemaal stoppen.
U moet weten dat deze klachten en tekenen soms vertraagd optreden en zich weken of maanden na uw laatste dosis kunnen ontwikkelen. Voorafgaand aan de behandeling controleert uw arts uw algemene gezondheid. Er worden tijdens uw behandeling ook bloedonderzoeken uitgevoerd.
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u Opdualag krijgt, als:
-
u een actieve auto-immuunziekte heeft (een aandoening waarbij het lichaam zijn eigen cellen aanvalt);
-
u een oogmelanoom heeft;
-
u is verteld dat de kanker is uitgezaaid naar uw hersenen;
-
u geneesmiddelen heeft gebruikt om uw afweersysteem te onderdrukken.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Opdualag mag niet worden gebruikt bij kinderen onder de 12 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Vertel, voordat u Opdualag krijgt, het aan uw arts als u geneesmiddelen gebruikt die uw afweersysteem kunnen onderdrukken, zoals corticosteroïden, omdat deze geneesmiddelen het effect
van Opdualag kunnen beïnvloeden. Maar als u al behandeld wordt met Opdualag, kan uw arts u corticosteroïden geven om mogelijke bijwerkingen te behandelen.
Gebruikt u naast Opdualag nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts. Gebruik tijdens uw behandeling geen andere geneesmiddelen zonder dit eerst met uw arts te bespreken.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Gebruik Opdualag niet als u zwanger bent, tenzij uw arts het specifiek aanbeveelt. De effecten van Opdualag bij zwangere vrouwen zijn niet bekend, maar het is mogelijk dat de werkzame stoffen, nivolumab en relatlimab, schadelijk zijn voor een ongeboren kind.
-
U moet effectieve anticonceptie gebruiken tijdens uw behandeling met Opdualag en gedurende ten minste 5 maanden na de laatste dosis van Opdualag als u een vrouw bent die zwanger kan worden.
-
Vertel het uw arts als u zwanger wordt terwijl u Opdualag gebruikt.
Het is niet bekend of Opdualag in de moedermelk terechtkomt en invloed heeft op een baby die borstvoeding krijgt. Praat met uw arts over de voordelen en risico's voordat u borstvoeding geeft tijdens of na behandeling met Opdualag.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Opdualag heeft een geringe invloed op uw rijvaardigheid en uw vermogen om machines te bedienen; wees dus voorzichtig bij het verrichten van deze activiteiten tot u er zeker van bent dat Opdualag geen negatief effect op u heeft.
Patiëntkaart
U vindt de belangrijkste informatie uit deze bijsluiter ook in de patiëntkaart die u van uw arts heeft gekregen. Het is belangrijk dat u deze patiëntkaart altijd bij u draagt en laat zien aan uw partner of zorgverleners.