Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is amfotericine B. Elke injectieflacon bevat 50 mg amfotericine B opgesloten in liposomen (kleine vetdeeltjes).
-
De andere stoffen in dit middel zijn gehydrogeneerde sojafosfatidylcholine, cholesterol, distearoylfosfatidylglycerol, alfa-tocoferol, sucrose (suiker), dinatriumsuccinaathexahydraat, natriumhydroxide en zoutzuur.
Hoe ziet AmBisome eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
AmBisome is een enkel-dosis, steriel, gevriesdroogd geel poeder, zonder conserveermiddel, voor oplossing in water voor injectie en wordt verdund met een glucose-oplossing voorafgaand aan infusie in een ader. Het wordt geleverd in een glazen injectieflacon van 15-, 20- of 30 ml. Elke injectieflacon bevat 50 mg werkzaam bestanddeel, amfotericine B. De sluiting bestaat uit een rubberstop en een aluminiumringafsluiting voorzien van een afneembare kunststofdop. Tien injectieflacons zijn verpakt in een doos, samen met 10 filters. Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Gilead Sciences Ireland UC
Carrigtohill
County Cork, T45 DP77
Ierland
Fabrikant van AmBisome:
Gilead Sciences Ireland UC,
IDA Business & Technology Park,
Carrigtohill, County Cork
Ierland
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen
RVG 15610
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in december 2019.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
(Zie rubriek 6.3 Houdbaarheid, 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren en 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies in de SmPC en rubriek 3 van de bijsluiter voor het publiek)
Houdbaarheid
4 jaar.
Houdbaarheid van AmBisome na opening
Omdat AmBisome geen bacteriostatische stoffen bevat, moet het opgeloste of verdunde middel direct worden gebruikt.
De opslagtijd en de omstandigheden vóór gebruik zijn de verantwoordelijkheid van de gebruiker maar zouden normaal niet langer dan 24 uur bij 2°C - 8°C mogen zijn, tenzij de bereiding heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische condities.
Van AmBisome is echter aangetoond dat het de volgende chemische en fysische mate van stabiliteit bezit:
Houdbaarheid na reconstitutie:
In infuuszakken van PVC van polyolefin/polypropyleen: zie onderstaande tabel voor aanbevelingen.
Glazen injectieflacon: 24 uur bij maximaal 25°C ± 2ºC bij daglicht.
Glazen injectieflacon en polypropyleeninjectiespuit: tot maximaal 7 dagen bij 2°C - 8°C. Niet invriezen.
Gedeeltelijk gebruikte injectieflacons NIET BEWAREN voor later gebruik bij patiënten.
Oplosmiddelen
|
Verdunning
|
Amfotericine B
|
Maximale bewaartijd
|
Maximale
|
|
|
concentratie
|
bij 2°C - 8°C
|
bewaartijd bij
|
|
|
(mg/ml)
|
|
25°C ± 2°C
|
5% glucose
|
1 op 2
|
2,0
|
7 dagen
|
24 uur
|
|
1 op 8
|
0,5
|
7 dagen
|
24 uur
|
|
1 op 20
|
0,2
|
4 dagen
|
24 uur
|
10% glucose
|
1 op 2
|
2,0
|
48 uur
|
24 uur
|
20% glucose
|
1 op 2
|
2,0
|
48 uur
|
24 uur
|
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
AmBisome liposomale amfotericine B 50 mg, poeder voor dispersie voor infusie: Bewaren beneden 25°C.
Voor de bewaarcondities van het opgeloste en verdunde geneesmiddel, zie rubriek 6.3 van de SmPC.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Bereiding van de oplossing voor toediening.
LEES DEZE GEHELE RUBRIEK AANDACHTIG DOOR ALVORENS DE RECONSTITUTIE KLAAR TE MAKEN
AmBisome is NIET verwisselbaar met andere amfotericine producten.
AmBisome moet worden gereconstitueerd met steriel water voor injectie (zonder bacteriostaticum) en verdund in glucoseoplossing (5%, 10% of 20%) voor uitsluitend infusie.
Het gebruik van een andere oplossing dan de aanbevolen oplossingen of de aanwezigheid van een bacteriostaticum (bv. benzylalcohol) in de oplossing kan precipitatie van AmBisome veroorzaken.
AmBisome is NIET compatibel met fysiologische zoutoplossing en mag niet worden gereconstitueerd of verdund met fysiologische zoutoplossing en evenmin toegediend met een intraveneus infuus dat eerder werd gebruikt voor fysiologische zoutoplossing, tenzij dat eerst werd doorgespoeld met glucoseoplossing (5%, 10% of 20%) voor infusie. Als dit niet mogelijk is, moet AmBisome met een apart infuus worden toegediend.
Voor de intraveneuze infusie van AmBisome kan een inline membraanfilter worden gebruikt. De gemiddelde diameter van de poriën van de filter mag echter niet kleiner zijn dan 1,0 micron. Voor verdere informatie over toedienen en voor toediening gereed maken zie rubriek 6.6.
Meng AmBisome NIET met andere geneesmiddelen of elektrolyten.
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden.
Bij alle handelingen moet een aseptische techniek nauwgezet worden in acht genomen omdat AmBisome en de materialen, vermeld voor reconstitutie en verdunning, geen conserveermiddel of bacteriostaticum bevatten.
De injectieflacons van AmBisome die 50 mg liposomale amfotericine B bevatten worden als volgt bereid:
-
Voeg aan iedere injectieflacon AmBisome 12 ml Steriel Water voor Injectie toe, om een bereiding te verkrijgen die 4 mg/ml amfotericine B bevat.
-
Na toevoeging van water DE INJECTIEFLACON ONMIDDELLIJK KRACHTIG SCHUDDEN gedurende 30 seconden om AmBisome volledig te dispergeren. Inspecteer de injectieflacon visueel op deeltjes en blijf schudden totdat alles volledig gedispergeerd is. Niet gebruiken als er precipitatie van vreemde deeltjes zichtbaar is.
-
Bereken de hoeveelheid gereconstitueerd (4 mg/ml) AmBisome die verder verdund moet worden (zie tabel hieronder).
-
De dispersie voor infusie wordt verkregen door verdunning van het gereconstitueerde AmBisome met één (1) tot negentien (19) delen glucoseoplossing (5%, 10% of 20%) voor infusie volgens volume tot een eindconcentratie in het aanbevolen bereik van 2 mg/ml tot 0,2 mg/ml amfotericine in de vorm van AmBisome (zie tabel hieronder).
-
Trek het berekende volume van het gereconstitueerde AmBisome op in een steriele injectiespuit. Instilleer via de mee geleverde 5-micron filter de AmBisome-bereiding in een steriel recipiënt die de juiste hoeveelheid glucoseoplossing (5%, 10% of 20%) voor infusie bevat.
Voor de intraveneuze infusie van AmBisome kan een in-line membraanfilter worden gebruikt. De gemiddelde diameter van de poriën van de filter mag echter niet kleiner zijn dan 1,0 micron.
Voorbeeld voor de bereiding van AmBisome dispersie voor infusie bij een dosis van 3 mg/kg/dag in glucoseoplossing 5% voor infusie.
Gewicht
|
Aantal
|
Hoeveelheid
|
Volume
|
Tot een concentratie
|
Tot een concentratie
|
(kg)
|
injectie-
|
AmBisome
|
gereconsti-
|
van 0,2 mg/ml
|
van 2 mg/ml
|
|
flacons
|
(mg) die
|
tueerd
|
|
|
|
|
|
|
moet worden
|
AmBisome
|
(verdunning 1 in 20)
|
(verdunning 1 in 2)
|
|
|
opgetrokken
|
(ml)*
|
|
|
|
|
|
|
voor verdere
|
|
|
|
|
|
|
|
verdunning
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Volume
|
Totaal
|
Volume
|
Totaal
|
|
|
|
|
van 5%
|
volume
|
van 5%
|
volume
|
|
|
|
|
glucose
|
(ml;
|
glucose
|
(ml;
|
|
|
|
|
dat nodig
|
AmBisome
|
dat nodig
|
AmBisome
|
|
|
|
|
is (ml)
|
plus 5%
|
is (ml)
|
plus 5%
|
|
|
|
|
|
glucose)
|
|
glucose)
|
|
|
|
7,5
|
142,5
|
|
7,5
|
|
|
|
|
18,75
|
356,25
|
|
18,75
|
37,5
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
41,25
|
783,75
|
|
41,25
|
82,5
|
|
|
|
52,5
|
997,5
|
1.050
|
52,5
|
|
|
|
|
63,75
|
1.211,25
|
1.275
|
63,75
|
127,5
|
* Elke injectieflacon van AmBisome (liposomale amfotericine B 50 mg) wordt gereconstitueerd met 12 ml water voor injectie tot een concentratie van 4 mg/ml amfotericine B.
Gedeeltelijk gebruikte injectieflacons niet bewaren voor later gebruik bij een patiënt.
Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.
Vanuit microbiologisch oogpunt moet het product onmiddellijk na oplossing en verdunning worden gebruikt. Wanneer het niet onmiddellijk wordt gebruikt, zijn bewaartijden en condities in gebruik voorafgaand aan gebruik de verantwoordelijkheid van de arts of apotheker en zouden normaal niet langer zijn dan 24 uur bij 2°C tot 8°C, tenzij reconstitutie (oplossing van het poeder in water voor injectie) en verdunning hebben plaatsgevonden onder gecontroleerde condities ter voorkoming van microbiële verontreiniging.