- als u insuline-afhankelijk diabetes (type 1) heeft, dat wil zeggen wanneer u diabetes (suikerziekte) heeft die alleen met insuline behandeld kan worden, als u keto-acidose heeft (door suikerziekte veroorzaakte verhoogde zuurwaarde in het lichaam),
- als u in een diabetisch coma bent (bewusteloosheid ten gevolge van niet goed behandelde of onbehandelde suikerziekte),
- als u ernstige nier- of leverziekte heeft,
- als u allergisch (overgevoelig) bent voor glimepiride of verwante stoffen (dit zijn andere bloedsuikerverlagende middelen, de zogenaamde sulfonylureum-derivaten zoals bijvoorbeeld glibenclamide) en voor geneesmiddelen uit de sulfanomide groep die tegen urineweginfecties worden gebruikt (bijvoorbeeld sulfamethizol),
- als u allergisch (overgevoelig) bent voor glimepiride of voor één van de andere bestanddelen van Fertin.
Wees extra voorzichtig met Fertin:
Informeer uw arts:
- Wanneer u kort geleden een ongeluk, een acute operatie of een ernstige infectie met koorts heeft gehad. Het kan dan nodig zijn om tijdelijk insuline te gebruiken om uw diabetes te behandelen,
- Wanneer u Fertin al langere tijd gebruikt, laat dan uw bloed en lever controleren op het eventueel optreden van zeldzame bijwerkingen (zie ook rubriek 4 “Mogelijke bijwerkingen”),
- Wanneer u het enzym glucose-6-fosfaatdehydrogenase (G6PD) mist. Fertin kan leiden tot een type bloedarmoede genaamd hemolitische anemie (een verlaging van het hemoglobinegehalte en afbraak van rode bloedcellen). Een non-sulfonylureum alternatief moet worden overwogen.
Zoals bij elke diabetes behandeling kan uw bloedsuikergehalte te laag worden (hypoglykemie):
- Wanneer u onregelmatig of minder eet of uw dieetmaaltijd uitstelt,
- Wanneer u een maaltijd overslaat of tijdens vasten,
- Bij het gebruik van alcohol, vooral wanneer u een maaltijd overslaat,
- Wanneer u een zwaardere lichamelijke inspanning levert dan gewoonlijk,
- Wanneer u zich niet aan de juiste dosering van het geneesmiddel houdt,
- Wanneer u nier- of leverproblemen heeft,
- Wanneer u bepaalde hormonale afwijkingen heeft, bijvoorbeeld aan de schildklier of hypofyse (een bepaalde klier aan de onderzijde van de hersenen).
Symptomen van hypoglykemie zijn onder meer:
- hoofdpijn,
- hevige honger,
- extreme vermoeidheid,
- misselijkheid en braken,
- prikkelbaarheid, agressiviteit, depressieve stemmingen, onrust,
- verwarring, hulpeloosheid, gevoelsstoornissen,
- slaapstoornissen,
- bibberen,
- sterk transpireren,
- duizeligheid,
- gevoelsstoornissen en vermindering van concentratie, alertheid en vertraagd reactievermogen,
- problemen met spreken,
- problemen met zien,
- problemen bij de ademhaling en veranderde bloeddruk.
Bovendien kunnen ook de volgende verschijnselen zich voordoen:
- angst,
- versnelde hartslag (tachycardie),
- hartkloppingen, sterke pijn op de borst (angina pectoris), stoornissen in het hartritme (cardiale aritmieën),
- verlies van zelfbeheersing of flauwvallen.
Deze verschijnselen van een te laag bloedsuikergehalte verdwijnen in de meeste gevallen door het innemen van een vorm van suiker. Kunstmatige zoetstoffen hebben geen effect. Als één van de bovenstaande symptomen ernstig is of langdurig aanhoudt, moet u direct een arts raadplegen. Mogelijk moet de behandeling worden aangepast.
Raadpleeg uw arts indien één van de bovenstaande waarschuwingen op u van toepassing is, of dat in het verleden is geweest.
Het suikergehalte in uw bloed en urine moet regelmatig gecontroleerd worden. Uw arts kan ook bloedonderzoek verrichten ter controle van uw bloedcelwaarden en leverfunctie.
Gebruik met andere geneesmiddelen
Vertel uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.
Bij gelijktijdig gebruik van Fertin met andere geneesmiddelen kan de bloedsuikerverlagende werking van glimepiride worden verzwakt of versterkt:
De werking van Fertin – het bloedsuikerverlagende effect – kan worden versterkt bij gelijktijdig gebruik van Fertin met:
- insuline, metformine, andere bloedsuikerverlagende geneesmiddelen,
- Fenylbutazon, azapropazon, oxyfenbutazon, salicylaten (geneesmiddelen tegen bijvoorbeeld pijn en ontsteking),
- bepaalde langwerkende sulfonamiden (geneesmiddelen tegen urineweginfecties),
- tetracyclinen, clarithromycine, chlooramfenicol, quinolonen, miconazol, fluconazol (geneesmiddelen tegen bacteriële- en schimmelinfecties),
- cumarinen (bloedverdunnende middelen die de bloedstolling remmen),
- mannelijke hormonen en afgeleiden daarvan (namelijk anabole steroïden),
- fluoxetine, ‘MAO-remmers’ (geneesmiddelen tegen neerslachtigheid),
- fibraten (geneesmiddelen tegen te hoog cholesterol),
- geneesmiddelen tegen hoge bloeddruk o.a. van het type ACE remmers,
- probenecide, allopurinol (geneesmiddelen tegen jicht),
- fosfamiden (geneesmiddelen tegen kanker),
- sulfinpyrazone (geneesmiddelen tegen jicht),
- cyclofosfamide, ifosfamide, trofosfamide (geneesmiddelen tegen kanker),
- fenfluramine (geneesmiddelen voor gewichtsafname),
- pentoxifyline (geneesmiddelen om de circulatie te verbeteren wanneer in een hoge dosis intraveneus toegediend),
- tritoqualine (geneesmiddelen om neus allergieën te behandelen, zoals hooikoorts),
- sympathicolytica (geneesmiddelen om hoge bloeddruk, hartfalen of prostaat symptomen te behandelen).
De werking van Fertin – het bloedsuikerverlagende effect – kan worden verzwakt bij gelijktijdig gebruik van Fertin met:
- vrouwelijke hormonen: oestrogenen (hormonen, veelal gebruikt bij overgangsklachten), progestagenen,
- diuretica (vochtafdrijvende geneesmiddelen),
- glucocorticosteroïden (bijnierschorshormonen zoals hydrocortison),
- chloorpromazine en andere fenothiazinederivaten (geneesmiddelen bij psychische aandoeningen),
- stoffen die de schildklier stimuleren (thyreomimetica),
- adrenaline en andere middelen met een stimulerende werking op een bepaald deel van het zenuwstelsel (sympathicomimetica),
- nicotinezuur en derivaten (o.a. gebruikt als middelen tegen hoog vetzuurgehalte in het bloed),
- langdurig gebruik van laxeermiddelen,
- fenytoïne, barbituraten (geneesmiddelen tegen vallende ziekte) en acetozolamide (geneesmiddel tegen vallende ziekte of verhoogde oogboldruk),
- glucagon (hormoon met werking tegengesteld aan insuline),
- rifampicine (geneesmiddel tegen infecties, zoals tuberculose),
- diazoxide (bloeddrukverlagend geneesmiddel).
De werking van Fertin kan versterkt of verzwakt worden door gelijktijdig gebruik van:
- bètablokkers (geneesmiddelen toegepast bij hoge bloeddruk, bepaalde hartaandoeningen of verhoogde oogdruk),
- clonidine (geneesmiddel tegen hoge bloeddruk of tegen migraine),
- geneesmiddelen toegepast bij maagklachten en maagdarmzweren van het type ‘H2-receptor antagonisten,
- guanethidine,
- reserpine.
Verder kunnen bètablokkers en clonidine de beginverschijnselen van hypoglykemie verbergen. Bovendien kan het gebruik van Fertin de bloedverdunnende werking van cumarinen beïnvloeden.
Gebruik van Fertin met voedsel en drank
- Fertin moet altijd vlak voor of tijdens een maaltijd te worden ingenomen.
- Alcohol kan de werking van Fertin beïnvloeden en moet daarom vermeden worden.
- Uw leef- en eetgewoonten kunnen uw bloedsuikerspiegel beïnvloeden, zie hiervoor rubriek 2 “Wees extra voorzichtig met Fertin”.
Kinderen en jongeren
Er zijn geen gegevens over het gebruik van glimepiride bij patiënten onder de 8 jaar. Voor kinderen van 8 tot en met 17 jaar is er beperkte informatie over glimepiride als monotherapie. Er zijn onvoldoende gegevens beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid bij kinderen en daarom wordt gebruik niet aangeraden.
Zwangerschap en borstvoeding
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
Fertin dient niet gebruikt te worden gedurende de zwangerschap. Als u overweegt zwanger te worden of zwanger bent geworden tijdens de behandeling, dient u uw arts te informeren omdat het nodig is dat u overgaat op behandeling met insuline.
U moet Fertin niet gebruiken als u borstvoeding geeft.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Wees voorzichtig bij het besturen van een voertuig en bij het gebruik van zware machines totdat u zich ervan bewust bent hoe dit medicijn u beïnvloedt. Een lage bloedsuikerspiegel kan een verstoring van het gezichtsvermogen veroorzaken of uw concentratie- en reactievermogen verminderen. Wanneer dit gebeurt moet u geen voertuig besturen of machines bedienen.
U dient met uw arts te overleggen of het raadzaam is auto te rijden als u:
- frequente aanvallen van hypoglykemie (lage bloedsuikerspiegel) heeft,
- niet zeker weet of u de symptomen van hypoglykemie kunt herkennen.
Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van Fertin – lactose.
Fertin bevat lactose. Wees extra voorzichtig indien u lactose-intolerantie heeft en u bepaalde suikers niet verdraagt door een zeldzaam erfelijk probleem. Neem in dat geval contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.