GLIMEPIRIDE 1-2-3-4-6 PCH tabletten
Neem Glimepiride PCH niet in
- wanneer u insuline-afhankelijke diabetes heeft, dat wil zeggen wanneer u suikerziekte heeft die alleen met insuline behandeld kan worden,
- wanneer u keto-acidose (zuurvergiftiging bij suikerziekte) heeft,
- bij een diabetisch coma, (bewusteloosheid tengevolge van niet goed behandelde of onbehandelde suikerziekte),
- wanneer u ernstige nier- of leverfunctiestoornissen heeft,
- wanneer u allergisch (overgevoelig) bent voor glimepiride en aanverwante stoffen (dit zijn andere bloedsuikerverlagende middelen ( de zgn. sulfonylureum- derivaten zoals bv. glibenclamide) en middelen die tegen urineweginfecties worden gebruikt uit de sulfonamidegroep (bv. sulfamethizol),
- wanneer u allergisch (overgevoelig) bent voor één van de andere bestanddelen van Glimepiride PCH.
Wees extra voorzichtig met Glimepiride PCH
in verband met hypoglykemie (een te laag bloedsuikergehalte) :
- wanneer u zich ongewoon lichamelijk inspant,
- wanneer u zich niet aan de juiste dosering houdt,
- wanneer u onregelmatig eet, vooral als u een hoofdmaaltijd overslaat, uw dieet of leefgewoonten verandert, bij vasten of het gebruik van alcohol tijdens vasten,
- wanneer u nier- en ernstige leverfunctiestoornissen heeft,
- wanneer u bepaalde hormonale afwijkingen heeft, bv. aan schildklier of hypofyse (een bepaalde klier aan de onderzijde van de hersenen),
- wanneer u bepaalde geneesmiddelen gebruikt (zie de rubriek ´Inname met andere geneesmiddelen´).
Onder deze omstandigheden is de kans namelijk groter dat uw bloedsuikergehalte te laag wordt en u een hypoglykemie krijgt. Dit kunt u merken door de volgende verschijnselen: hoofdpijn, hevige honger, extreme vermoeidheid, misselijkheid en braken, prikkelbaarheid, agressiviteit, depressieve stemmingen, onrust, slaapstoornissen, bibberen, sterk transpireren, duizeligheid, gevoelsstoornissen en vermindering van concentratie, alertheid en reactievermogen. Daarnaast kunnen problemen ontstaan met het spreken, het zien, de ademhaling en de bloeddruk.
De verschijnselen van een ernstige hypoglykemie lijken op die van een beroerte. De verschijnselen van een te laag bloedsuikergehalte kunnen bijna altijd snel door het innemen van koolhydraten (suiker) worden opgeheven.
Als de hypoglykemie ernstig is of vaak voorkomt dient een arts te worden geraadpleegd. Het kan zijn dat de behandeling moet worden aangepast.
Bij patiënten die het enzym glucose-6-fosfaatdehydrogenase missen kan een verlaging van het hemoglobinegehalte in het bloed en bloedarmoede optreden als gevolg van een te grote afbraak van rode bloedcellen (hemolytische anemie).
GLIMEPIRIDE 1-2-3-4-6 PCH tabletten
Wees verder extra voorzichtig met Glimepiride PCH
- wanneer u net een ongeluk heeft gehad, een acute operatie of een ernstige infectie met koorts. Het kan dan nodig zijn om tijdelijk insuline te gebruiken om uw diabetes te behandelen.
- wanneer u Glimepiride PCH al lange tijd gebruikt, laat dan uw bloed en lever controleren op het eventueel optreden van zeldzame bijwerkingen (Zie ook rubriek 4 ´Mogelijke bijwerkingen´).
Raadpleeg uw arts als één van de bovenstaande waarschuwingen op u van toepassing is, of dat in het verleden is geweest.
Inname met andere geneesmiddelen
Let op: de volgende opmerkingen kunnen ook van toepassing zijn op het gebruik van geneesmiddelen enige tijd geleden of in de nabije toekomst.
De in deze rubriek genoemde geneesmiddelen kunnen bij u bekend zijn onder een andere naam, vaak de merknaam. In deze rubriek wordt alleen de naam van de werkzame stof of van de groep van werkzame stoffen van het geneesmiddel genoemd en niet de merknaam! Kijk daarom altijd goed op de verpakking of in de bijsluiter wat de werkzame stof is van de geneesmiddelen die u gebruikt.
Bij gelijktijdig gebruik van Glimepiride PCH met andere geneesmiddelen kan de bloedsuikerverlagende werking van glimepiride worden verzwakt of versterkt.
Zo kan de werking van Glimepiride PCH – en daarmee het bloedsuikerverlagende effect - worden versterkt bij gelijktijdig gebruik van Glimepiride PCH met o.a.:
- insuline, metformine, andere bloedsuikerverlagende middelen,
- fenylbutazon, azapropazon, oxyfenbutazon, salicylaten, (middelen tegen o.a. pijn)
- bepaalde langwerkende sulfonamiden (middelen tegen urineweginfecties),
- tetracyclinen, chlooramfenicol, chinolonen, miconazol, fluconazol (middelen tegen infecties),
- cumarinen (bloedverdunnende middelen)
- mannelijke hormonen en afgeleiden daarvan (nl. anabole steroïden)
- fluoxetine, ‘MAO-remmers’ (middelen tegen neerslachtigheid)
- fibraten (middelen tegen hoog verzuurgehalte in het bloed)
- middelen tegen hoge bloeddruk o.a. van het type ACE remmers
- probenecide, allopurinol (middelen tegen jicht)
- fosfamiden (middelen tegen kanker)
De werking van Glimepiride PCH – en daarmee het bloedsuikerverlagende effect - kan worden verzwakt bij gelijktijdig gebruik van Glimepiride PCH met o.a.:
- vrouwelijke hormonen: oestrogenen (hormonen, veelal gebruikt bij overgangsklachten), progestagenen
- diuretica (vochtafdrijvende middelen),
- glucocorticosteroïden (bijnierschorshormonen zoals hydrocortison).
- chloorpromazine en andere fenothiazinederivaten (middelen bij psychische aandoeningen)
GLIMEPIRIDE 1-2-3-4-6 PCH tabletten
- stoffen die de schildklier stimuleren (thyreomimetica)
- adrenaline en andere middelen met een stimulerende werking op een bepaald deel van het zenuwstelsel (sympathicomimetica)
- nicotinezuur en derivaten (o.a. gebruikt als middelen tegen hoog vetzuurgehalte in het bloed)
- langdurig gebruik van laxeermiddelen
- fenytoïne, barbituraten (middelen tegen vallende ziekte) en acetozolamide (middel tegen vallende ziekte of verhoogde oogboldruk)
- glucagon (hormoon met werking tegengesteld aan insuline)
- rifampicine (middel tegen infecties, zoals tuberculose)
- diazoxide (bloeddrukverlagend middel)
De werking van Glimepiride PCH kan versterkt of verzwakt worden door gelijktijdig gebruik van:
- bètablokkers (middelen toegepast bij hoge bloeddruk, bepaalde hartklachten of verhoogde oogdruk),
- clonidine (middel tegen hoge bloeddruk of tegen migraine)
- middelen toegepast bij maagklachten en maagdarmzweren van het type ‘H2- receptor antagonisten’
Verder kunnen bètablokkers, clonidine de beginverschijnselen van hypoglykemie verbergen.
Tenslotte kan gebruik van Glimepiride PCH de bloedverdunnende werking van cumarinen beïnvloeden.
Vertel het uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.
Inname van Glimepiride PCH met voedsel en drank
- Glimepiride PCH dient steeds kort voor of tijdens een maaltijd te worden ingenomen.
- In combinatie met alcohol kan de werking van Glimepiride PCH incidenteel ongewenst worden versterkt of verzwakt.
- Uw leef- en eetgewoonten kunnen uw bloedsuikerspiegel beïnvloeden, zie hiervoor de rubriek 'Wees extra voorzichtig met Glimepiride PCH'.
Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Risico in verband met diabetes
Abnormale bloedsuikerspiegels gedurende de zwangerschap worden in verband gebracht met meer aangeboren afwijkingen en sterfte rond de geboorte. Om de kans hierop te verkleinen dienen tijdens de zwangerschap de bloedsuikerspiegels nauwkeurig onder controle te worden gehouden. Overschakeling op insuline is in deze omstandigheden noodzakelijk. Als u overweegt zwanger te worden overleg dan met uw arts over uw diabetes behandeling.
Risico in verband met Glimepiride PCH
GLIMEPIRIDE 1-2-3-4-6 PCH tabletten
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik van glimepiride door zwangere vrouwen. In dierstudies traden voortplantingsproblemen op die waarschijnlijk zijn toe te schrijven aan de bloedsuikerverlagende werking van glimepiride.
Daarom dient Glimepiride PCH niet gebruikt te worden gedurende de gehele zwangerschap.
Als u overweegt zwanger te worden of zwanger bent, dient zo spoedig mogelijk te worden overgegaan op behandeling met insuline.
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
Borstvoeding
Het is onbekend of glimepiride overgaat in de moedermelk. Bij dieren is dit wel aangetoond. Ook gaan vergelijkbare stoffen (sulfonylureumderivaten) over in de moedermelk en ontstaat er een risico op een te lage bloedsuikerspiegel bij kinderen die deze borstvoeding krijgen. Het wordt daarom afgeraden om borstvoeding te geven tijdens behandeling met Glimepiride PCH.
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er zijn geen specifieke studies gedaan naar het effect van glimepiride op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.
Een te lage bloedsuikerspiegel (hypoglykemie) en een te hoge bloedsuikerspiegel (hyperglykemie) of een verstoring van uw gezichtsvermogen kan een vermindering van uw concentratie- en reactievermogen tot gevolg hebben. Hiermee dient u rekening te houden in die situaties die gevaar voor uzelf of anderen kunnen opleveren. U dient met uw arts te overleggen of het raadzaam is, voertuigen te besturen en/of bedien machines te bedienen die oplettendheid vereisen, als u:
- frequente aanvallen van hypoglykemie heeft.
- verminderde of afwezige herkenning van de symptomen van hypoglykemie heeft.
Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van Glimepiride PCH
Lactose: Glimepiride PCH tabletten bevatten lactose. Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt. Zonnegeel FCF(E110): Glimepiride 6 PCH bevat de kleurstof zonnegeel FCF. Deze stof kan allergische reacties veroorzaken.