Gebruik dit middel niet als:
- u allergisch bent voor glimepiride of andere sulfonylurea (geneesmiddelen die gebruikt worden om het bloedsuiker te verlagen zoals glibenclamide) of sulfonamiden (geneesmiddelen tegen bacteriële infecties zoals sulfamethoxazol) of voor één van de andere bestanddelen van dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
- u insuline afhankelijke diabetes heeft (type I diabets mellitus)
- u diabetische keto-acidose heeft (een complicatie van suikerziekte wanneer uw zuurspiegel in uw lichaam is verhoogd en u kunt een aantal van de volgende symptomen hebben: vermoeidheid, zich ziek voelen (misselijk), vaak moeten plassen en spierstijfheid
- u in een diabetisch coma bent
- u een ernstige nieraandoening heeft
- u een ernstige leveraandoening heeft
Gebruik dit geneesmiddel niet als één van het bovenstaande op u van toepassing is. Als u het niet zeker weet, neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gaat gebruiken als
- u herstellend bent van een verwonding, operatie, infectie met koorts, of van andere vormen van stress, vertel dit uw arts, omdat tijdelijke verandering van behandeling nodig kan zijn.
- u een ernstige lever- of nieraandoening heeft.
Als u het niet zeker weet of een van het bovenstaande op u van toepassing is, neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Bij patiënten die het enzym glucose-6-fosfaatdehydrogenase missen kan een verlaging van het hemoglobinegehalte en afbraak van rode bloedcellen (hemolytische anemie) optreden.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
De beschikbare informatie over het gebruik van dit middel voor mensen onder de 18 jaar is beperkt. Daarom wordt het gebruik bij deze patiënten niet aanbevolen.
Belangrijke informatie over hypoglykemie (lage bloedsuikerspiegel)
Wanneer u dit middel gebruikt, kunt u hypoglykemie (lage bloedsuikerspiegel) krijgen. Zie onderstaand voor aanvullende informatie over hypoglykemie, haar symptomen en behandeling.
De volgende factoren kunnen het risico op het krijgen van hypoglykemie verhogen
- ondervoeding, onregelmatig eten, het overslaan of uitstellen van de maaltijd of vasten
- verandering van dieet
- meer van dit middel nemen dan nodig is
- het hebben van een verminderde nierfunctie
- het hebben van een ernstige leveraandoening
- als u lijdt aan bepaalde hormonale aandoeningen (verstoorde werking van de schildklier, de hypofyse of de bijnierschors)
- alcoholgebruik (met name in combinatie met overgeslagen maaltijden)
- het nemen van bepaalde andere geneesmiddelen (zie ‘Gebruikt u nog andere geneesmiddelen’ hieronder)
- als u uw lichamelijke activiteiten verhoogt en u niet voldoende eet, of voedsel eet dat minder koolhydraat bevat dan normaal
Symptomen van hypoglykemie zijn onder meer:
Hongergevoel, hoofdpijn, misselijkheid, braken, traagheid, slaperigheid, slaapstoornissen, rusteloosheid, agressiviteit, vermindering van concentratie, alertheid en reactievermogen, depressie, verwardheid, problemen met spreken en zien, onduidelijke spraak, bevingen, gedeeltelijke verlamming, gevoelsstoornissen, duizeligheid, hulpeloosheid.
Tevens kunnen de volgende symptomen optreden: zweten, klamme huid, angst, versnelde of onregelmatige hartslag, hoge bloeddruk, hartkloppingen (palpitaties), plotseling pijnlijk gevoel op de borst dat uitstraalt naar omliggende zones (angina pectoris).
Wanneer het bloedsuikergehalte blijft dalen, kunt u last krijgen van aanzienlijke verwarring (delirium) , verlies van zelfbeheersing, oppervlakkige ademhaling, verlaagde hartslag en kunt u bewusteloos raken. De verschijnselen van ernstige hypoglykemie kunnen lijken op de verschijnselen van een beroerte.
Behandelen van hypoglykemie
In de meeste gevallen verdwijnen de verschijnselen van een laag bloedsuiker gehalte erg snel wanneer u suiker inneemt, bv suikerklontje, suiker bevattende sappen, thee met suiker.
U dient daarom altijd enige vorm van suiker bij u te hebben (bijv. suikerklontje). Kunstmatige zoetstoffen zijn niet effectief. Waarschuw uw arts of dichtstbijzijnde ziekenhuis als inname van suiker niet helpt of wanneer de symptomen terugkomen.
Laboratoriumtesten
Het bloedsuikergehalte in uw bloed of urine dient regelmatig gecontroleerd te worden. Uw arts kan tevens bloedtesten afnemen om de hoeveelheid cellen in uw bloed en leverfunctie te controleren.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Glimepiride Actavis nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
De werking en veiligheid van deze behandeling kan beïnvloed worden wanneer dit geneesmiddel gelijktijdig met bepaalde andere geneesmiddelen wordt gebruikt. Uw arts kan uw doses Glimepiride Actavis veranderen.
Het bloedglucoseverlagende effect van dit middel kan versterkt worden als één van de volgende geneesmiddelen wordt gebruikt. Dit kan leiden tot een risico op hypoglykemie (laag bloedsuikergehalte):
- andere geneesmiddelen voor de behandeling van diabetes mellitus (zoals insuline of metformine)
- geneesmiddelen om pijn en ontsteking te behandelen (fenylbutazon, azopropazon, oxyfenbutazon, aspirine-achtige geneesmiddelen)
- geneesmiddelen voor de behandeling van urineweginfecties (zoals sommige langwerkende sulfonamiden)
- geneesmiddelen voor de behandeling van bacteriële en schimmelinfecties (tetracyclines, chlooramfenicol, fluconazol, miconazol, quinolonen, claritromycine)
- geneesmiddelen die de bloedstolling remmen (cumarinederivaten zoals warfine)
- geneesmiddelen die spieropbouw bevorderen (anabolen)
- geneesmiddelen gebruikt voor de vervangingstherapie van het mannelijk geslachtshormoon
- geneesmiddelen tegen depressie (fluoxetine, MAO-remmers)
- geneesmiddelen die een teveel aan vet in het bloed verlagen (fibraten)
- geneesmiddelen die een hoge bloeddruk verlagen (ACE-remmers)
- geneesmiddelen genaamd anti-aritmica gebruikt om een abnormale hartslag te controleren (dysopyramide)
- geneesmiddelen tegen jicht (allopurinol, probenecide, sulfipyrazon)
- geneesmiddelen tegen kanker (cyclofosfamiden, ifosfamiden, trofosfamide)
- geneesmiddelen om gewicht te verminderen (fenfluramine)
- geneesmiddelen ter bevordering van de bloedstroom wanneer deze via een infuus in hoge dosis intraveneus wordt toegediend (pentoxifylline)
- geneesmiddelen voor de behandeling van neusallergieën zoals hooikoorts (tritoqualine)
- geneesmiddelen genaamd sympatholytica voor de behandeling van hoge bloeddruk, hartfalen of prostaatsymptomen
Het bloedglucoseverlagende effect van glimepiride kan verminderd worden als één van de volgende geneesmiddelen wordt gebruikt. Dit kan leiden tot een risico op hyperglykemie (hoog bloedsuikergehalte):
- geneesmiddelen die vrouwelijke geslachtshormonen bevatten (oestrogenen, progestagenen)
- geneesmiddelen die de urineproductie ondersteunen (thiazidediuretica)
- geneesmiddelen gebruikt om de schildklier te stimuleren (zoals levothyroxine)
- geneesmiddelen voor de behandeling van allergieën en ontsteking (glucocorticosteroïden)
- geneesmiddelen voor de behandeling van ernstige psychische stoornissen (chloorpromazine en andere fenothiazinederivaten)
- geneesmiddelen die de hartslag verhogen, voor de behandeling van astma of neusverstopping, hoest en verkoudheid, om af te vallen, of gebruikt in levensbedreigende noodsituaties (adrenaline en sympathicomimetica)
- geneesmiddelen voor de behandeling van een hoog cholesterolgehalte (nicotinezuur)
- geneesmiddelen voor de behandeling van een verstopping wanneer ze langdurig gebruikt worden (laxeermiddelen)
- geneesmiddelen voor de behandeling van toevallen (fenytoïne)
- geneesmiddelen voor de behandeling van nerveusheid en slaapproblemen (barbituraten)
- geneesmiddelen voor de behandeling van verhoogde druk in de ogen (acetazolamide)
- geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk of de bloedsuikerspiegel verlagen (diazoxide)
- geneesmiddelen voor de behandeling van infecties of tuberculose (rifampicine)
- geneesmiddelen voor de behandeling van een ernstig verlaagd bloedsuikergehalte (glucagon)
De volgende geneesmiddelen kunnen het bloedsuikergehalte verlagende effect van Glimepiride Actavis versterken of verzwakken:
- geneesmiddelen voor de behandeling van maagzweren (H2 antagonisten)
- geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk of hartfalen zoals bètablokkers, clonidine, guanethidine en reserpine. Deze kunnen tevens de symptomen van hypoglykemie verbergen, dus is er speciale zorg nodig wanneer men deze geneesmiddelen gebruikt.
Glimepiride Actavis kan de effecten van de volgende geneesmiddelen versterken of verminderen: - bloedverdunnende middelen (cumarinederivaten zoals warfine)
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Inname van alcohol kan de bloedsuikerverlagende werking van dit middel op onvoorspelbare wijze verhogen of verlagen
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Dit middel dient niet gebruikt te worden gedurende de zwangerschap.
Dit middel kan uitgescheiden worden in moedermelk. Dit middel mag niet worden gebruikt tijdens het geven van borstvoeding.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Bij een te laag bloedsuikergehalte (hypoglykemie) of te hoog (hyperglykemie) kan uw concentratie- en reactievermogen verminderd zijn of kunt u problemen krijgen met zien als gevolg van dergelijke omstandigheden. Bedenk dat dit in sommige situaties gevaar voor uzelf en voor anderen kan opleveren (zoals bij het besturen van voertuigen en het bedienen van machines). Overleg met uw arts of u een voertuig mag besturen wanneer u
- vaak last heeft van hypoglykemie
- weinig of geen waarschuwing symptomen van hypoglykemie heeft.
Glimepiride Actavis bevat lactose
Als uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
De Glimepiride Actavis2 mg tablet bevat tevens tartrazine (E102) en zonnegeel (E110). Dit kan allergische reacties veroorzaken.