Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- als u allergisch (overgevoelig) bent voor gliclazide of één van de andere bestanddelen van Gliclazide Actavis 30 mg, voor andere geneesmiddelen van dezelfde groep (sulfonylureumderivaten) of voor andere verwante geneesmiddelen (hypoglykemische sulfonamiden);
- als u insulineafhankelijke (type I) diabetes hebt;
- als u ketonlichamen en glucose in uw urine hebt (dit kan betekenen dat u keto-acidose hebt) of als sprake is van diabetisch pre-coma of coma;
- als u een ernstige nier- of leveraandoening heeft;
- als u geneesmiddelen gebruikt voor de behandeling van schimmelinfecties (miconazol, zie rubriek "Gebruik van andere geneesmiddelen");
- als u borstvoeding geeft (zie rubriek "Zwangerschap en borstvoeding").
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
U dient het door uw arts voorgeschreven behandelplan na te leven om een goede bloedsuikerspiegel te bereiken. Dit betekent dat u, naast het regelmatig innemen van tabletten, het voorgeschreven dieet naleeft, zorgt voor voldoende lichaamsbeweging en zo nodig voor gewichtsverlies.
Tijdens de behandeling met gliclazide is regelmatige controle noodzakelijk van het suikergehalte in uw bloed (en mogelijk uw urine) en ook uw geglycosyleerde hemoglobinegehalte (HbA1c).
In de eerste weken van de behandeling bestaat er een verhoogd risico op een verlaagde bloedsuikerspiegel (hypoglykemie), daarom is zorgvuldige medische controle nodig.
Een lage bloedsuiker (hypoglykemie) kan zich voordoen:
- als u onregelmatig eet of hele maaltijden overslaat,
- als u vast,
- als u ongezond eet,
- als u uw dieet verandert,
- als u uw lichamelijke activiteit vergroot en uw inname van koolhydraten ondersteunt deze extra activiteiten niet,
- als u alcohol gebruikt, vooral in combinatie met het overslaan van maaltijden,
- als u tegelijkertijd andere geneesmiddelen gebruikt of natuurlijke hulpmiddelen,
- als u te hoge doses gliclazide inneemt,
- als u lijdt aan bepaalde hormoongestuurde aandoeningen (functiestoornissen aan de schildklier, hypofyse of bijnierschors),
- als uw nier- of leverfunctie ernstig is verminderd.
Als uw bloedsuikergehalte laag is, kunt u de volgende symptomen hebben: hoofdpijn, intense honger, misselijkheid, braken, vermoeidheid, slaapstoornissen, rusteloosheid, agressie, slechte concentratie, verminderd bewustzijn en vertraagde reacties, depressie, verwardheid, verstoord gezichtsvermogen en spraakstoornissen, trillen, gevoelsstoornissen, duizeligheid en hulpeloosheid.
De volgende tekenen en symptomen kunnen ook voorkomen: zweten, klamme huid, angst, versnelde of onregelmatige hartslag, hoge bloeddruk en plotselinge hevige pijn op de borst die kan uitstralen naar de omgeving (angina pectoris).
Als het bloedsuikergehalte blijft dalen, kunt u last krijgen van ernstige verwarring (delirium) of stuipen, u kunt uw zelfbeheersing verliezen, uw ademhaling kan oppervlakkig worden en uw hartslag kan vertragen en u kunt bewusteloos raken.
In de meeste gevallen verdwijnen de symptomen van een lage bloedsuikergehalte snel na inname van een vorm van suiker, bijv. glucosetabletten, suikerklontjes, gezoet sap of thee met suiker.
Daarom moet u er voor zorgen dat u altijd een vorm van suiker bij u hebt (glucosetabletten of suikerklontjes). Let erop dat kunstmatige zoetstoffen niet de werking hebben die suiker wel heeft. Raadpleeg uw arts of het dichtstbijzijnde ziekenhuis als inname van suiker niet helpt of wanneer de symptomen terugkeren.
Symptomen van een lage bloedsuikergehalte kunnen achterwege blijven, moeilijk herkenbaar zijn of zich heel langzaam ontwikkelen, waardoor u zich niet op tijd realiseert dat uw bloedsuikergehalte is gedaald. Dit kan voorkomen bij oudere patiënten die bepaalde geneesmiddelen gebruiken (bijv. geneesmiddelen inwerken op het centrale zenuwstelsel en bètablokkers).
Als u zich in een stressvolle situatie bevindt (bijv. een ongeluk, chirurgische ingreep of koorts), kan uw arts besluiten tijdelijk over te schakelen op behandeling met insuline.
Symptomen van een hoge bloedsuikergehalte (hyperglykemie) kunnen zich voordoen als de gliclazide het bloedsuikergehalte nog onvoldoende heeft verlaagd, als u zich niet heeft gehouden aan het door uw arts voorgeschreven behandelplan of in extreem stressvolle situaties. Het kan gaan om dorst, vaak moeten plassen, droge mond, droge jeukende huid, huidinfecties en verminderde prestaties.
Als deze symptomen zich voordoen, neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Als in uw familie sprake is van of wanneer u de erfelijke aandoening heeft als G6PD-deficiëntie (afwijking van de rode bloedcellen), dan kan uw hemoglobinegehalte afnemen en kunnen rode bloedcellen worden afgebroken (hemolytische anemie). Raadpleeg uw arts voordat u dit geneesmiddel gaat innemen.
Gliclazide Actavis 30 mg wordt niet aanbevolen voor gebruik door kinderen vanwege gebrek aan gegevens.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Informeer uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt; dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen omdat deze kunnen de werking van Gliclazide Actavis 30 mg kunnen beïnvloeden.
De bloedsuikerverlagende werking van gliclazide kan worden versterkt en er kunnen zich tekenen van een lage bloedsuikergehalte voordoen, als een van de volgende geneesmiddelen wordt gebruikt:
- andere geneesmiddelen die worden gebruikt ter behandeling van een hoge bloedsuikergehalte (orale antidiabetica of insuline),
- antibiotica (bijv. sulfonamiden),
- geneesmiddelen ter behandeling van hoge bloeddruk of hartfalen (bètablokkers, ACE-remmers zoals captopril of enalapril),
- geneesmiddelen tegen schimmelinfecties (miconazol, fluconazol),
- geneesmiddelen tegen maagzweren of zweren van de twaalfvingerige darm (H2-receptorantagonisten),
- geneesmiddelen ter behandeling van depressies (monoamine-oxidase-remmers),
- pijnstillers of middelen tegen reuma (fenylbutazon, ibuprofen),
- alcoholhoudende geneesmiddelen.
De bloedsuikerverlagende werking van gliclazide kan worden afgezwakt en er kan zich een verhoogd bloedsuikergehalte voordoen, als een van de volgende geneesmiddelen wordt gebruikt:
- geneesmiddelen ter behandeling van aandoeningen van het centrale zenuwstelsel (chloorpromazine),
- ontstekingsremmers (corticosteroïden),
- geneesmiddelen ter behandeling van astma of gebruik tijdens bevallingen (intraveneus salbutamol, ritodrine en terbutaline),
- geneesmiddelen ter behandeling van borstaandoeningen, zeer hevige menstruatie en endometriose (danazol).
Gliclazide Actavis 30 mg kan de werking versterken van geneesmiddelen die bloedklontering tegengaan (bijv. warfarine).
Raadpleeg uw arts voordat u een ander geneesmiddel gaat gebruiken. Als u naar het ziekenhuis gaat, vertel het medisch personeel dan dat u Gliclazide Actavis 30 mg gebruikt.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Gliclazide Actavis 30 mg kan worden ingenomen met voedsel en non-alcoholische dranken. Het gebruik van alcohol wordt afgeraden, omdat dit het onder controle zijn van uw diabetes op onvoorspelbare wijze kan veranderen.
Zwangerschap en borstvoeding
Vraag uw arts of apotheker om advies voor u geneesmiddelen gaat gebruiken.
Zwangerschap
Gliclazide Actavis 30 mg wordt afgeraden voor gebruik tijdens zwangerschap. Raadpleeg uw arts wanneer u van plan bent zwanger te worden of zwanger wordt, zodat u een beter passende behandeling kan worden voorgeschreven.
Borstvoeding
Gebruik Gliclazide Actavis 30 mg niet als u borstvoeding geeft.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Als uw bloedsuikerspiegel te laag wordt (hypoglykemie) of te hoog (hyperglykemie), dan kan dit van invloed zijn op uw concentratie en op uw reactievermogen, of u kunt als gevolg hiervan problemen met zicht ontwikkelen. Wees u ervan bewust dat u uzelf of anderen in gevaar zou kunnen brengen (bijv. door een auto te besturen of door machines te bedienen).
Vraag uw arts of u een auto kunt besturen als u:
- regelmatig perioden heeft met een lage bloedsuikergehalte (hypoglykemie),
- geen of weinig aanwijzingen krijgt bij een lage bloedsuikergehalte (hypoglykemie),